Klusjesman Ruinerwold-gezin moet drie jaar gevangenis in
De klusjesman van het gezin uit Ruinerwold, van wie de kinderen jarenlang werden afgesloten van de buitenwereld, heeft een gevangenisstraf van drie jaar gekregen. De rechtbank in Assen acht Josef B. schuldig aan het meewerken aan de jarenlange vrijheidsberoving van de kinderen van het gezin in Ruinerwold.
De rechtbank sprak Josef B. vrij van mishandeling van de Kinderen van Ruinerwold, zoals de kinderen bekendstaan sinds er een documentaireserie met die titel over hun leven werd gemaakt. De mishandelingen zouden gebeurd zijn als de Oostenrijkse klusjesman niet aanwezig was in de boerderij.
Volgens het vonnis was het voor de vader van het gezin, Gerrit Jan van D., zonder de hulp van de verdachte niet mogelijk geweest een verborgen leven te leiden. De man huurde de boerderij waar het gezin woonde, onderhield de woning en deed boodschappen. Ook hield hij het gezin financieel overeind.
Opsluiting van kinderen
Daarmee wordt hij medeverantwoordelijk gehouden voor de opsluiting van de zes jongste kinderen van het gezin, aldus de rechtbank. Er waren ook nog drie oudere kinderen in het gezin, die de boerderij al eerder hadden verlaten.
Het gezin werd in oktober 2019 ontdekt toen een van de kinderen de boerderij ontvluchtte en hulp vroeg bij een plaatselijk café. Toen bleek dat vader Gerrit Jan sinds een hersenbloeding in 2016 niet meer in goede gezondheid was. Hij zou in de jaren daarvoor zijn in totaal negen kinderen hebben mishandeld. Enkelen zouden ook seksueel misbruikt zijn.
Eigen religie
Klusjesman Josef B. staat te boek als een 'discipel' van Gerrit Jan van D., die leefde volgens een eigen religie. Door zijn kinderen te mishandelen zou hij ze willen zuiveren van 'kwade geesten'. Ze mochten niet naar school en ze werden ook niet aangegeven bij de burgerlijke stand. Medische zorg kregen ze niet. Ze leefden in een geheime ruimte in de woning.
Eerder staakte het OM de vervolging van vader Gerrit Jan van D., omdat hij vanwege zijn slechte gezondheid niet in staat wordt geacht de rechtszaak tegen hem te volgen.
