De Tour is in volle gang, maar waar is de doping gebleven?
Lance Armstrong, Michael Boogerd, Jan Ullrich. Het is maar een kleine greep uit de enorme hoeveelheid wielrenners die in een dopingschandaal verwikkeld raakten. De laatste jaren is het opvallend rustig aan het dopingfront. Wat is er aan de hand? We vroegen het experts, en huidige professionals in het peloton van de Tour de France.
"Er zullen altijd valsspelers zijn, maar de sport is wel heel erg veranderd", zegt Jim van den Berg, die als bewegingswetenschapper en trainer van meerdere Nederlandse profrenners het wielrennen van binnenuit meemaakt.
Op staande voet ontslagen
Volgens Van den Berg is de dopingcultuur 'een heel stuk teruggedrongen', vanwege betere controles en een mentaliteitsverandering binnen wielerploegen. Uit vrees voor weglopende sponsoren voeren veel ploegen een streng anti-dopingbeleid. Een renner die gepakt wordt, wordt op staande voet ontslagen.
In plaats van met duistere spuiten en pilletjes, proberen wielerploegen elkaar op een andere manier af te troeven. Door ruim baan te geven aan bewegingswetenschappers als Van den Berg, wordt het wielrennen op een veel wetenschappelijkere manier benaderd dan twintig jaar geleden.
Windtunneltesten
Volgens Van den Berg gaat het om drie grote ontwikkelingen: "Ten eerste de inspanningsfysiologie en de trainingsleer, dus de manier van trainen. Ten tweede: voeding. Niet alleen reepjes en gelletjes, maar ook de begeleiding bij basisvoeding. En ten slotte de aerodynamica. Alles is steeds sneller geworden, mede dankzij windtunneltesten."
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Die windtunneltesten worden bijvoorbeeld gebruikt om de ideale zithouding van een renner te bepalen. "Het is inderdaad gewoon zo dat als je twee of drie millimeter dieper zit, je net weer iets sneller bent", zegt Pascal Eenkhoorn, profrenner in dienst van het Belgische Lotto-Dstny.
5 procent minder energie verbruiken
Het lijkt verwaarloosbaar, een paar millimeter. Maar volgens Van den Berg zijn het juist dat soort details waarmee een renner het verschil kan maken. "Soms gaat het om vijf procent minder energieverbruik over een hele etappe. Dat is in de top gigantisch. Dat kan bepalen of je aan het eind van de etappe de sprint wint of niet."
Renners die al een flink aantal jaren in het peloton rondrijden hebben de drie grote veranderingen onder hun ogen zien plaatsvinden. "Alles gaat er nu zo wetenschappelijk aan toe. Eigenlijk wordt alles berekend", zegt Nederlands kampioen Dylan van Baarle. En volgens Wilco Kelderman, deze Tour de France meesterknecht van titelverdediger Jonas Vingegaard bij Team Jumbo-Visma, was het vroeger 'nattevingerwerk'.
'Ze zitten er bovenop tegenwoordig'
Zowel qua training als qua voeding deed Kelderman maar wat aan het begin van zijn carrière. "Het was totaal niet exact. En dan herstel je niet goed, of word je zelfs ziek. Tegenwoordig is dat allemaal zo op en top geregeld."
Hoewel we natuurlijk niet zeker weten wat er achter de schermen gebeurt, lijken de dopingzondaars grotendeels uit het wielrennen verdwenen. “Weet je, ze zitten er zo bovenop tegenwoordig… ik hoop dat ze er gewoon niet meer tussen zitten”, zegt Kelderman. Eenkhoorn sluit aan: "Tegenwoordig met de wetenschappelijke aanpak kun je zover komen, dat het ook niet meer nodig is."
'Gelukkige generatie'
Dat het wielrennen al jaren gespaard blijft van grote dopingschandalen is een zege voor de geloofwaardigheid van de sport. En daarmee voor de geloofwaardigheid van de renners. "Ik ben inderdaad gewoon blij dat ik in deze tijd profwielrenner ben", zegt Eenkhoorn. En Nederlands kampioen Van Baarle: "Onze generatie is gelukkig."