Zijn raskatten minder lief? Zo zit het écht volgens dierenarts Piet

Een snauw als je ze wilt aaien, onverwacht een krab krijgen of totaal niet willen knuffelen: het zijn wat vooroordelen over raskatten. Tegelijkertijd hoor dat raskatten juíst aanhankelijker zijn dan de 'gewone' huis-, tuin- en keukenkat. Maar hoe zit het nu écht? We vroegen het dierenarts Piet Hellemans.
Bonje met katten
Wanneer we Piet naar zijn eigen ervaring vragen, vertelt hij dat hij juist vaker bonje heeft met niet-raskatten. "De huis-, tuin- en keukenkat kan een stuk pittiger zijn. Ze zijn vaak atletischer dan raskatten. Als ik gebeten word, is het meestal door een 'gewone' kat." Daarmee ontkracht de dierenarts het vooroordeel dat juist raskatten minder lief zouden zijn.
"Als een raskat zich anders gedraagt, kan dat leiden tot teleurstelling. Simpelweg omdat de kat niet aan die hoge verwachtingen voldoet."
Toch wil Piet geen harde uitspraken doen. "Je kunt niet zeggen dat raskatten liever of minder lief zijn dan andere katten. Ras gaat vooral over uiterlijk, maar vanbinnen willen katten allemaal hetzelfde: spelen, achter vlinders aanjagen en verzorgd worden. Aanhankelijkheid hangt meer af van het individuele karakter. Ras of geen ras: daar kan ik geen verschil in aanwijzen."
Dat het vooroordeel tóch bestaat, kan volgens Piet te maken hebben met verwachtingen. "Veel mensen denken dat raskatten zoals de Britse Korthaar of de Noorse Boskat automatisch liever of aanhankelijker zijn dan gewone katten. Als zo’n kat zich vervolgens anders gedraagt, kan dat leiden tot teleurstelling. Simpelweg omdat de kat niet aan die hoge verwachtingen voldoet."
Rasgebonden ziektes
Wat dierenarts Piet wél kan zeggen, is dat raskatten gemiddeld minder oud worden dan de huis-, tuin- en keukenkat. "Dat is helaas een feit. Het heeft alles te maken met rasgebonden ziekten. Bij rassen wordt veel familieteelt toegepast, en zo sluipen erfelijke aandoeningen er langzaam in." Waar raskatten vaak tien tot twaalf jaar halen, ligt de gemiddelde leeftijd van gewone katten rond de veertien tot zestien jaar.
Wat je alleen niet moet vergeten, is dat de diergeneeskunde ook niet heeft stilgestaan. "Maar ook dan hebben raskatten een achterstand", vertelt Piet. "Wanneer ze geboren worden staan ze vaak al 2-0 achter, een arts kan er 2-1 van maken, maar zal altijd verliezen van slechte genen."
Wie zo lang mogelijk van zijn huisdier wil genieten, doet er volgens Piet goed aan een kruising te kiezen. "Die hebben over het algemeen minder kwaaltjes en krijgen minder ellende te verwerken."

