Met deze simpele truc branden waxinelichtjes een uur langer
Je kent de irritatie vast wel: volgens de verpakking zou het waxinelichtje wel 6 uur moeten branden, maar in werkelijkheid dooft het vlammetje al veel eerder. En dat terwijl er wel nog kaarsvet achterblijft in het houdertje. Gelukkig is er een simpel trucje waardoor je de theelichtjes wél optimaal kunt opbranden en ze zelfs een uur langer kunnen vlammen.
6 branduren is niet altijd 6 branduren
Hoe lang een waxinelichtje zou moeten branden verschilt natuurlijk per type en grootte. Zo heb je theelichtjes in varianten van 4, 6, 8 en zelfs 10 uur. Maar brand je een waxinelichtje van 6 uur eerst een avond 4 uur, dan zul je zien dat het kaarsje de volgende dag waarschijnlijk niet meer de resterende 2 uur brandt, maar veel korter of soms zelfs helemaal niet meer. Het lontje blijkt vaak al eerder opgebrand te zijn terwijl er nog best wat kaarsvet is achtergebleven.
Waxinelichtjes in de vriezer
Gelukkig bestaat er een truc waarmee je de brandtijd van een waxinelichtje aanzienlijk kunt verlengen. Door de theelichtjes simpelweg in de vriezer te leggen en ze daar minstens 2 uur te laten liggen. Wanneer de kaarsjes volledig bevroren zijn branden ze een uur langer. Hoe dat kan? Het smeltpunt van de was ligt tussen de 50 en 80 °C, maar wanneer de kaars bevroren is duurt het een stuk langer voordat de was die temperatuur bereikt en smelt.
Tip tegen druipende kaarsen
Een soortgelijke truc bestaat er ook als je niet wil dat je (diner)kaarsen gaan druipen. In dat geval helpt het ook om je kaarsen voor gebruik een paar uur in de vriezer te bewaren, óf ze een poosje in een badje met zout water te leggen. Daarnaast verlengt deze truc de brandtijd ook nog eens, net als bij de waxinelichtjes.
Tip tegen uitgeholde kaarsen
En nu we het dan toch over allerlei ‘kaarsenproblemen’ hebben, kunnen we net zo goed ook onze ultieme tip delen voor het egaal opbranden van grotere cilinderkaarsen. Het probleem met deze kaarsen is namelijk dat ze vaak uitgehold opbranden, met als resultaat dat er veel kaarsvet overblijft. Dat is natuurlijk hartstikke zonde, maar heel makkelijk op te lossen. De truc zit ‘m in de timing rondom het uitblazen van de kaars. Meer daarover lees je hier.