Bosui snijden: welk deel gebruik je voor welk gerecht? En hoe voorkom je dat het plakt?
Vraag je je regelmatig af welk deel van de bosui je moet gebruiken als een recept schrijft dat je de bosui in ringetjes moet snijden? Niet heel gek, want voor het ene recept gebruik je het witte deel en voor het andere het groene deel. Maar wanneer moet je nu welk deel gebruiken? En… wat is toch dat plakkerige spul dat soms uit de groene stelen komt?
Lente- of bosui?
Maar eerst… hoe zat het nou ook alweer: wat is het verschil tussen bosui en lente-ui? Dat legden we hier al eens uit. In een notendop: het is dezelfde ui, maar één van de twee groeit iets langer door voordat het in de winkel wordt verkocht. Wat uiteindelijk voor een (klein) verschil in smaak zorgt.
Wanneer gebruik je het witte deel en wanneer het groene deel?
Zowel het witte als het groene deel van de bosui (en lente-ui) is eetbaar, maar wordt over het algemeen op verschillende manieren gebruikt. Het ene deel wordt rauw gegeten, de ander meestal gebakken. We leggen je het verschil uit:
Het witte deel van de bosui
Het witte gedeelte van de ui heeft een intensere smaak dan het groene deel. Bij warme gerechten wordt dit deel vaak even gefruit. Het krijgt zo wel een zachtere structuur, maar behoudt z’n heftigere smaak. Het witte gedeelte rauw eten wordt over het algemeen dan ook niet gedaan vanwege de heftige smaak, én langdurig blijvende geur. Zowel uit je mond als op je handen.
Het groene deel van de bosui
Het groene deel van de bosui is dan weer wél zeer geschikt om rauw te eten en wordt dan ook vaak gebruikt als garnering op allerlei gerechten of door salades. Je voegt hiermee een subtiele ui-smaak toe aan je gerecht, zonder dat het overheerst in smaak (én geur).
En het kontje? Die kun je zo weer laten uitgroeien tot een nieuwe bosui. Hoe je dat doet lees je hier.
Waarom bosui soms plakkerig wordt
Een ander bekend fenomeen bij het snijden van bosuitjes is dat het soms behoorlijk kan gaan plakken. Soms zo erg dat er zelfs doorzichtig slijm uit het groene gedeelte van de stengel komt. Overkomt het je de ene keer wel en de andere keer niet? Dan ligt dat niet aan de bosui in kwestie – en ook zéker niet aan jou – maar onder andere aan het mes waarmee je snijdt. Om deze plakkerige kwestie te voorkomen moet je namelijk een scherp mes gebruiken, de bosui niet pletten tijdens het snijden – laat het mes het werk doen! – én de bosui goed wassen voor gebruik. Ook tussen de bladeren.
En wil je het helemaal goed doen? Dan kun je ‘m beter ook nog even in de lengte doormidden snijden en daarna droogdeppen. Op die manier worden de natuurlijke sappen en oliën geblokkeerd.
