OM in gesprek met NVJ over afluisterzaak Sywert van Lienden
De leiding van het Openbaar Ministerie gaat in gesprek met de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), nadat vrijdag bekend werd dat het OM een gesprek tussen journalisten van De Correspondent en Sywert van Lienden en zijn zakenpartners heeft afgeluisterd. Rinus Otte, voorzitter van het College van procureurs-generaal, zegt de kwestie zeer serieus te nemen.
"Dat laatste is hier niet gebeurd, dat had anders gemoeten"
Het college gaat de richtlijnen rond strafvorderlijk optreden tegen journalisten daarom nog eens onder de loep nemen. De Correspondent-journalisten zijn door de hoofdofficier van het Functioneel Parket, waar de strafzaak loopt, ook uitgenodigd voor een gesprek. De Correspondent zei vrijdag zich te beraden op 'juridische stappen'.
Volgens de zogenoemde aanwijzing die het OM met betrekking tot journalisten hanteert, had het de journalisten zodra het kon ervan op de hoogte moeten stellen dat hun gesprek met Sywert en zijn zakenpartners aan het strafdossier was toegevoegd. "Dat laatste is hier niet gebeurd, dat had anders gemoeten", zegt hoofdofficier Michiel Zwinkels van het Functioneel Parket.
Het OM laat weten dat de rechter-commissaris toestemming had gegeven om afluisterapparatuur te plaatsen op de vergaderlocatie. Volgens het OM zouden Sywert en zijn zakenpartners daar vermoedelijk met elkaar informatie bespreken die voor het strafrechtelijk onderzoek relevant was. De avond daarvoor bleek echter dat ook journalisten op enig moment zouden aanschuiven.
Het Functioneel Parket heeft daarna alsnog geconcludeerd dat het afluisteren kon doorgaan, 'omdat de dwangmiddelen waren gericht op de verdachten en niet op de journalisten. Daarnaast waren de verdachten bekend, ook in de buitenwereld, waardoor recht op bronbescherming niet in het geding was.'
Dat besluit is volgens het OM niet lichtzinnig genomen. De hoofdofficier van het Functioneel Parket en ook het college waren er echter niet over geïnformeerd, maar dat is volgens het OM in lijn met de voorschriften. Ook was een nieuwe toestemming van de rechter-commissaris niet nodig, aldus het OM, dat zegt dat het uiteindelijk aan de rechtbank is om te oordelen of de juiste afweging hierin is gemaakt.