Mocro Maffia brengt ‘extra rauwheid’ op scherm
In de nieuwe serie Mocro Maffia spat het geweld van de buis. En dat is precies wat Nederland nodig heeft, schat acteur Robert de Hoog in. "Voor mij kan een serie nooit rauw genoeg zijn", zegt hij voor de camera van het ANP. "Ik denk dat we in Nederland nog wel wat extra rauwheid kunnen gebruiken, dat gaat Mocro Maffia zeker geven."
De ruwheid van de serie, die vanaf donderdag in zijn geheel te bekijken is via Videoland, zit niet alleen in de hoeveelheid bloed die vloeit. “Het is allemaal vrij fors, ook qua taalgebruik”, zegt Thijs Römer, die met Achmed Akkabi aan de wieg van Mocro Maffia stond. “Er wordt straattaal, Amsterdams, Arabisch en Berber door elkaar gesproken. Ook daarin is het vrij rauw en ruw.”
De personages in Mocro Maffia gaan af en toe zo tekeer, dat Thijs niet alles thuis durft te laten zien. “Ik heb een paar keer gedacht: o, die scène ga ik niet aan mijn moeder laten zien.” Het geweld en de grofgebektheid heeft volgens Thijs een functie. “Die heb je nodig als je dit verhaal wil vormgeven. Je moet dat in al die rauwheid kunnen laten zien.”
Voor de acteurs was Mocro Maffia een feest om te maken. “Het was supervet”, zegt Nasrdin Dchar, die boekhouder Potlood speelt. “We hebben gedraaid met een ongelooflijk talentvolle club mensen. De sfeer op de set was goed, we hadden leuke regisseurs. De dagen die ik op de set was, dat zijn er een stuk of twaalf geweest, waren allemaal topdagen.”
Dat Potlood heel ver van hemzelf staat, was voor Nasrdin geweldig. “Dan ga je lekker research doen, onderzoeken, gesprekken voeren met regie, met elkaar, repeteren en op die manier een personage bouwen. Dat is het tofste van ons vak.” Potlood ziet zichzelf volgens Nasrdin “helemaal niet als crimineel”. “En dat is juist leuk. Het is vooral leuk om een wereld in te duiken die niet de jouwe is en om daar vorm aan te geven, om daar een personage van te maken.”
Ook Robert de Hoog vond het “fantastisch” om Mocro Maffia te maken. “Ik vond het heel erg leuk omdat er zo ontzettend veel jonge acteurs aan meedoen, die vind ik echt fantastisch. Ik vind dat deze serie ook staat voor de toekomst, wat acteren betreft en wat maken betreft. Dat was heel inspirerend.”
Voor Achmed Akkabi kwam met de serie een droom uit. “Ik denk dat iedere acteur er wel van droomt om ooit een eigen serie te mogen maken. Dus de kans was echt fantastisch. Het was bij tijd en wijle ook frustrerend. Nachtenlang wakker blijven en vastlopen in je verhaal, maar het kwam goed.”