Staat verliest opnieuw in klimaatzaak Urgenda, moet meer doen om CO2-uitstoot te verminderen
Opnieuw een nederlaag voor de Staat in het juridisch gevecht met klimaatorganisatie Urgenda. Het gerechtshof in Den Haag geeft Urgenda gelijk: de Staat moet meer doen om ervoor te zorgen dat er in 2020 minimaal 25 procent minder CO2 wordt uitgestoten.
Volgens het Hof is er een verband tussen de uitstoot van broeikasgassen en de opwarming van de aarde. De opwarming van de aarde zorgt voor 'een reëel en dreigend gevaar'.
Zorgplicht
En omdat de Staat volgens het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens een zorgplicht heeft ten opzichte van haar burgers, moet de staat maatregelen nemen.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Argumenten Staat 'niet overtuigend'
Volgens het Gerechtshof leverde Nederland tot nu toe een beperkte inspanning en is 25 tot 40 procent vermindering in 2020 noodzakelijk om de klimaatdoelen te halen. Het Hof vindt de tegenargumenten van de Staat niet overtuigend.
De Staat gaat bijvoorbeeld te veel uit van technieken om CO2 uit de lucht te halen waarvan de werking nog niet voldoende is bewezen. Ook van het verweer van de Staat dat het wil wachten op een Europees plan van aanpak, maakt het Hof gehakt: als alle landen op elkaar zouden wachten, dan zou er niets gebeuren.
Historisch vonnis
De zaak speelt al sinds 2015. Toen stapte Urgenda naar de rechter om de staat te dwingen meer te laten doen tegen klimaatverandering. De rechter gaf Urgenda gelijk, waardoor de staat gedwongen werd de uitstoot van CO2 met 25 procent te verminderen voor 2020 in vergelijking met het niveau van 1990.
Het vorige kabinet ging in beroep tegen dit historische vonnis, omdat het vond dat de rechter zich te veel op het terrein van de politiek had begeven.