Brouwerij mocht loon corona-thuisblijver niet korten

De werknemer was sinds begin 2019 in dienst van familiebrouwerij Alfa in het Zuid-Limburgse Schinnen. Als national retail fieldmanager onderhield hij contacten met de supermarkten die Alfa Bier verkopen. Eind februari liet de brouwer weten dat zijn arbeidscontract niet zou worden verlengd.

Coronaverschijnselen

Op 16 maart liet de werknemer weten dat een kennis die hem had helpen verhuizen coronaverschijnselen had. Zijn werkgever ging er mee akkoord dat hij thuisbleef. De man werkte een tijdje vanuit huis, maar keerde eind die maand weer enkele dagen terug op de brouwerij.

Tijdens die periode vroeg hij voor later die week twee dagen verlof aan; wat voor de eerste van die dagen niet lukte. Op de ochtend van die dag liet de man echter weten thuis te blijven, omdat zijn vrouw coronaverschijnselen zou hebben.

Inhouden salaris

Zijn werkgever geloofde dat niet, en weigerde daarmee akkoord te gaan. Toen de man toch niet op zijn werk verscheen, ontving hij niet zijn volledige salaris. Het bedrijf hield twee dagen loon in en betaalde over maart 70 procent van het salaris. In april werd slechts 50 procent uitgekeerd. Hierop stapte de man naar de rechter.

Uit een gisteren openbaar geworden uitspraak blijkt dat de kantonrechter in Maastricht de werknemer gelijk geeft. Volgens de rechter moest de man de door de overheid opgelegde voorzorgsmaatregel navolgen, door in thuisquarantaine te blijven omdat zijn partner koorts had. "De werkgever is in dat geval verplicht om loon door te betalen."

Bezoek bouwmarkt

De brouwerij kon niet bewijzen dat het verhaal van de man onjuist was. Dat hij in de periode van de quarantaine een bouwmarkt bezocht, legde geen gewicht in de schaal. "Bij gezinsquarantaine mag het gezinslid dat geen klachten heeft, boodschappen doen", aldus de kantonrechter.

Aan die uitspraak hangt een flink prijskaartje voor de werkgever. Brouwerij Alfa moet de man zijn achterstallig loon uitbetalen, met een strafverhoging van 50 procent. Ook draait de brouwerij op voor de juridische kosten van de ex-werknemer.

'Doodsteek voor mkb'

Directeur-eigenaar Harry Meens van de brouwerij is teleurgesteld. "Ik wilde graag duidelijkheid over de positie van mkb-bedrijven bij dit soort zaken. Kan een werknemer met een niet onderbouwd verhaal zomaar wegblijven van het werk? Volgens de rechter hadden we bewijs moeten vragen. Financieel gaat het slechts om een paar duizend euro, maar voor ons is dit een grote deceptie."

Volgens Meens bewijst de uitspraak dat de Nederlandse arbeidswetgeving 'beroerd' is. "Die is gemaakt door horken in Den Haag zonder verstand van ondernemen. Als er niets aan verandert, is het de doodsteek voor mkb-bedrijven. Wij bestaan 150 jaar, en gaan van de vierde naar de vijfde generatie. Maar het is nog maar de vraag of de nieuwe generaties door willen blijven ondernemen met dergelijke arbeidswetgeving."

De werknemer en zijn advocaat waren onbereikbaar voor commentaar.