Advies: stop met het gebruik van biomassa voor elektriciteit en warmte
We moeten stoppen met het verbranden van hout voor de opwekking van elektriciteit en warmte. Dat is het advies van de Sociaal Economische Raad (SER) aan het kabinet. Over het gebruik van deze zogenoemde biomassa wordt al lange tijd gediscussieerd. De SER is duidelijk: op deze manier biomassa verbranden levert te weinig klimaatwinst op.
Bomen kappen, het hout versnipperen en dat vervolgens in een elektriciteits- of warmtecentrale verbranden. Volgens tegenstanders is het net zo slecht voor het klimaat als het klinkt.
Toch wordt deze biomassa internationaal gezien als een duurzame manier van energie opwekken. De bomen die verbrand worden hebben namelijk CO2 opgevangen. Als er nieuwe bomen geplant worden, kan biomassa als CO2-neutraal gezien worden.
Bouw biomassa in bepaalde sectoren af
Ook de SER zag de discussie over biomassa de laatst tijd polariseren. Met een vuistdik rapport doet het nu een advies aan het kabinet: bouw het gebruik van biomassa - of zoals ze het zelf noemen: biogrondstoffen - af in bepaalde sectoren, zoals bij de opwekking van elektriciteit en warmte.
De SER is overigens niet pertinent tegen biogrondstoffen. In bijvoorbeeld de chemie zijn bio-oplossingen hard nodig. Denk dan aan bioplastics uit organische grondstoffen, zoals algen.
Ook schepen en vliegtuigen hebben nu nog biologische brandstoffen nodig om te verduurzamen. Duurzame alternatieven, zoals elektrische vliegtuigen, zijn er namelijk nog niet.
Stop met biomassa als er duurzamere alternatieven zijn
Voor onze elektriciteitsbehoefte zijn die er wel. De SER ziet in de toekomst een veel grotere rol weggelegd voor windmolens en zonnepanelen. Ook het verwarmen van onze huizen moet straks groener. Geothermie en warmtepompen doen hetzelfde als warmtenetten met een lage temperatuur nu doen. Het is onnodig om daar biomassa voor te gebruiken, stelt de SER.
Voor warmtenetten met een hoge temperatuur, zoals in sommige oude binnensteden (stadswarmte), zal het (bij)stoken van biomassa voorlopig wel nodig blijven.
Nederland mag geen biomassa-rupsje nooitgenoeg worden
De SER waarschuwt verder dat Nederland als klein land moet opletten dat het niet meer biogrondstoffen importeert dan internationaal wenselijk is. Ook andere landen hebben behoefte aan de houtsnippers en biobrandstoffen.
Toch kan het kabinet geen importeisen stellen aan bedrijven die biogrondstoffen naar Nederland halen, zoals energiebedrijven. De vrijhandelsregels staan deze belemmeringen niet toe. Wel kan de overheid sturing geven door bijvoorbeeld de subsidieregels aan te passen.
Stop met subsidies
Zo adviseert de SER om de subsidies op het bijstoken van biomassa in lage warmtecentrales en energiecentrales af te bouwen. Daar moeten dan wel tegenover staan dat alternatieven, zoals een warmtepomp, betaalbaarder worden. De klimaatdoelen moeten immers wel gehaald worden.
Als er minder biomassa gebruikt wordt voor onze energievoorziening, dan blijft er meer over om te gebruiken als grondstof in de chemie, bouw en transport. "Kabinet, ga aan de slag" , is de boodschap van SER-voorzitter Mariette Hamer.
"De discussie is dus niet óf, maar waar, wanneer, hoelang en hoeveel we biogrondstoffen in de toekomst nog gaan gebruiken", vult Ed Nijpels, die zich bij de SER bezighoudt met klimaatonderwerpen, haar aan.
Milieuorganisaties zijn blij
Hoewel biomassa in ieder geval op papier duurzaam is, zijn milieuorganisaties toch blij dat de SER afscheid ervan wil nemen. Ze juichen het toe dat de SER een onderscheid maakt tussen biomassa en andere duurzame alternatieven.
Ze vinden ook dat elektriciteit en warmte kan worden opgewekt zonder gebruik te maken van biomassa. De grondstoffen kunnen dan elders gebruikt worden, waardoor er daar dan minder fossiele brandstoffen nodig zijn.
Overigens gebruikt Nederland relatief weinig biomassa voor zijn energieconsumptie.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.