Miljardeninvesteringen nodig in elektriciteitsnet voor klimaatdoelen Parijs
Een grote hobbel op weg naar de klimaatdoelen van Parijs. Er moet voor miljarden worden geïnvesteerd in ons elektriciteitsnet, als we massaal overgaan op wind- en zonne-energie. Dat komt omdat we straks op veel meer plekken in het land elektriciteit opwekken.
In 2015 ondertekende ook Nederland het klimaatakkoord van Parijs. Dat betekent dat we de uitstoot van CO2 moeten terugdringen tot vrijwel nul in 2050. Dat is mogelijk door meer elektriciteit op te wekken met zonne- en windenergie, in plaats van steenkool of aardgas. Een enorme uitdaging, ook voor de netbeheerders.
RES
In Nederland zijn dertig RES-regio's, dat staat voor Regionale Energie Strategie, aan de slag gegaan met plannen om de CO2-uitstoot de komende jaren te verminderen. In die voorlopige plannen staan onder andere de mogelijke locaties waar windmolens en zonneparken gebouwd kunnen worden.
Even los van het draagvlak bij omwonenden speelt er nog een ander probleem. Je kunt een windmolen of zonnepark niet zomaar op ons bestaande netwerk aansluiten. De capaciteit van het bestaande netwerk is vaak gewoon niet voldoende.
Buitengebied
Dat komt omdat zonneparken en windmolens meestal in het buitengebied worden ingepland, omdat daar minder mensen wonen. Want, zo is het idee, dan zorgen al die molens en zonnepanelen voor zo min mogelijk overlast en dus voor minder weerstand van bewoners.
Maar in dat buitengebied zit nu precies het probleem. De vraag naar elektriciteit is daar veel minder en het huidige netwerk is daar ook op berekend. Er liggen gewoonweg minder of dunnere kabels en er zijn kleinere elektriciteitsstations.
Infrastructuur uitbreiden
Als je nu in dat gebied ineens windmolens en zonneparken gaat bouwen kan al die extra elektriciteit niet door de bestaande kabels. Er zullen dikkere kabels en meer verdeel- en transformatorstations bij moeten komen.
"We moeten kabels trekken, we moeten zorgen dat we ruimte hebben om die kabels neer te leggen. En we moeten natuurlijk kijken of de elektriciteit die bijvoorbeeld een zonnepark opwekt, ook daadwerkelijk in het net kwijt kan, of het net zwaar genoeg is", aldus Jeroen Sanders, bestuurslid energietransitie van netbeheerder Enexis.
Als er te veel stroom wordt opgewekt en het net is daar niet voor geschikt, dan kan er kortsluiting ontstaan. En daarmee bestaat de kans dat de stroom kan uitvallen. Een nachtmerrie voor netbeheerders.
Keuzes moeten nog gemaakt worden
De netbeheerder is in tien van de dertig RES-regio's actief. Alleen al in de regio Noord-Oost Brabant is de inschatting dat het maximaal 151 miljoen euro kost om het netwerk aan te passen. De uiteindelijke kosten zijn afhankelijk van de keuzes die gemaakt gaan worden.
Kiezen we massaal voor lokale zonne-energie, omdat daar bij omwonenden het meeste draagvlak voor lijkt, dan zijn de kosten voor het aanpassen van ons elektriciteitsnetwerk groter, dan als we kiezen voor één of enkele windmolenparken per regio.
Miljardenklus
Volgens Kristel Lammers, directeur Nationaal Programma Regionale Energie Strategie, is het duidelijk dat er sowieso fors in ons netwerk geïnvesteerd moet worden. Het gaat volgens haar 'echt om miljarden, willen we de ambitie van Parijs realiseren'.
"Het is een hele grote klus. We hebben berekend dat we de komende tien jaar evenveel aan het elektriciteitsnetwerk gaan bouwen, als in de afgelopen veertig jaar tezamen", vertelt Sanders.