'Netbeheerders hebben tot 2050 100 miljard nodig voor energietransitie'
De stijgende vraag naar elektriciteit en de integratie van duurzame energie in het Nederlandse stroomnet vereisen ruim 100 miljard euro aan investeringen. Omdat de netwerkbedrijven daarvoor niet genoeg eigen vermogen hebben, zullen consumenten en de overheid voor zeker 40 miljard euro moeten bijspringen.
Dat blijkt uit een rapport van PwC. Het adviesbureau deed onderzoek naar de financiële impact van de energietransitie op de landelijke netbeheerder Tennet en de drie grootste regionale spelers Enexis, Liander, en Stedin. Het rapport is opgesteld in opdracht Netbeheer Nederland, de brancheorganisatie van alle elektriciteit- en gasnetbeheerders.
Zoals afgesproken in het Klimaatakkoord moet de Nederlandse elektriciteitsvoorziening in 2050 voor 95 procent CO2-neutraal zijn. Een hoofdrol is daarbij weggelegd voor grootschalige zonneweides en windparken, met name op zee, die de bestaande kolen- en gascentrales moeten vervangen.
Elektrisch rijden
Daarnaast verdubbelt de vraag naar elektriciteit in de komende decennia. Dit als gevolg van de elektrificatie van de industrie en de overschakeling naar elektrisch rijden, verwarmen en koken. Al die ontwikkelingen vragen om forse investeringen in het elektriciteitsnet, totaal 102 miljard euro in de komende dertig jaar, becijfert PwC.
Het geld is nodig voor de aanleg van nieuwe hoogspanningsmasten, ondergrondse kabels en transformatorstations. Ook is vanaf de Noordzee en aan de kust grootschalig transport nodig van elektriciteit uit windparken op zee. Daarmee verdubbelen de investeringen ten opzichte van de afgelopen tien jaar.
Hoewel de netbeheerders miljarden binnenkrijgen in de vorm van netbeheerkosten, ontstaat er volgens PwC alsnog gat van 41 miljard euro. Maar de investeringen uitstellen is geen optie, zegt Walter Bien, cfo van Alliander. "Voor ons is 2030 morgen en 2050 volgende maand. In het huidige systeem gaan de kosten voor de baten uit."
Minder dividend
In het rapport doet PwC een aantal suggesties om het financieringstekort te verkleinen. Zo kunnen de netbeheerders, stuk voor stuk in handen van overheden, hun dividenden verkleinen of helemaal stopzetten. Gemeenten en provincies zien dit echter niet zitten, omdat hiermee een stabiele inkomstenstroom opdroogt.
Ook oppert het adviesbureau om nieuwe aandeelhouders toe te laten. Onder meer pensioenfondsen staan te springen. Zij zien netbeheer als een goede langetermijnbelegging. Hiervoor is echter wel een wetswijziging nodig, omdat privaat eigendom op dit moment niet is toegestaan.
Netbeheerder | Aandeelhouders |
Tennet | Nederlandse staat (100 procent) |
Alliander | Gelderland (44,7 procent), Friesland (12,7 procent), Noord-Holland (9,2 procent), Amsterdam (9,2 procent) en 72 andere gemeenten (overige 25 procent) |
Enexis | Noord-Brabant (30,8 procent), Overijsel (19,5 procent), Limburg (16,1 procent), Groningen (6,6 procent), Drenthe (2,4 procent) en 66 gemeenten (overige 25 procent) |
Stedin | Rotterdam (31,7 procent), Den Haag (16,6 procent), Dordrecht (9,1 procent) en 41 andere gemeenten (overige 43 procent) |
Netbeheerders kunnen in ieder geval niet hun prijzen verhogen om zo het gat te kunnen dichten, zoals normale bedrijven dat doen. Hun tarieven worden gereguleerd door toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) en iedere drie tot vijf jaar herzien.
De netwerkbedrijven proberen de ACM ondertussen te overtuigen om hun investeringen vooraf te mogen verrekenen in de energienota. De wettelijke regels schrijven nu voor dat de netbeheerders hun investeringen gedurende een periode van veertig jaar vereffenen in hun tarieven.
Met de pet rond
Op dit moment betaalt een Nederlands huishouden gemiddeld 440 euro per jaar aan netwerkkosten. Dat loopt tot 2050 op tot 600 euro, verwacht PwC. Hoewel een stijging van bijna 50 procent, valt dit relatief mee als gevolg van het stijgend aantal huishoudens.
Maar daarmee kom je niet aan de 41 miljard euro. Blijft een bijstorting door de overheid over. Verschillende netbeheerders gaan al met de pet rond bij hun aandeelhouders. Zo staken de vijf provincies en 66 gemeenten eind vorig jaar 500 miljoen euro in Enexis. Stedin hoopt tijdens de aandeelhoudersvergadering in juni 200 miljoen euro op te halen.
Veel gemeenten zien deze extra uitgaven echter niet zitten. Ze moeten de eindjes al aan elkaar knopen, en de financiële problemen zijn als gevolg van de coronacrisis alleen maar toegenomen. Een extra lastenverzwaring, zoals een verhoging van de gemeentelijke belastingen, vinden ze een brug te ver.
(tekst gaat door onder video)
Nationaal Groeifonds
Volgens Machiel Mulder, hoogleraar energie-economie aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), hebben de overheden de problemen aan zichzelf te wijten. "Gemeenten hebben het dividend op de begroting staan, maar als aandeelhouder heb je nooit recht op winst. Daar hoort ook bij dat je bijstort als er geïnvesteerd moet worden."
Het idee om pensioenfondsen aandeelhouder te laten worden, vindt hij een goed idee. Maar het is lastig om juridisch te regelen dat alleen Nederlandse pensioenfondsen in aanmerking mogen komen, zegt Mulder. "Want we willen niet dat private equity actief wordt. Dan loop je risico dat netbeheerders financieel worden uitgekleed."
Goedkoop lenen
De meest voor de hand liggende oplossing is volgens hem dat gemeenten en provincies hun aandelen overdoen aan de Nederlandse staat of dat de Nederlandse staat als aandeelhouder toetreedt. "Het Rijk heeft meer mogelijkheden en kan goedkoop lenen."
Mulder verwijst ook naar het Nationale Groeifonds. Dit overheidsfonds, ook wel bekend als het Wopke-Wiebes-Fonds, investeert de komende vijf jaar 20 miljard euro in projecten die zorgen voor economische groei voor de lange termijn. "De energietransitie sluit daar naadloos op aan."