Beleggers geven overheid het nakijken bij verduurzaming kantoren
Terwijl de overheid de regels heeft bedacht die duurzamere kantoren moeten afdwingen, blijkt het lastig het goede voorbeeld te geven. Sterker nog, institutionele beleggers halen de overheid links en rechts in met de vergroening van hun kantoren.
Ruim 28 procent van de Nederlandse kantoormeters is in handen van de overheid via het Rijksvastgoedbedrijf, gemeenten en ministeries, maar ook politie en Rijkswaterstaat.
Helft van kantooroppervlak voldoet
Desondanks neemt de overheid nog geen voortrekkersrol in bij het verduurzamen van die meters, stelt vastgoedadviseur Colliers in een nieuw rapport. Terwijl dit wel bij hun profiel past. Slechts de helft van hun kantooroppervlak heeft label C of hoger.
De pijn zit vooral in de 'kleinere' overheidslagen als de politie en de brandweer, schrijft Colliers. Van die gebouwen heeft 60 procent nog geen label C of beter. De ministeries in het stationsgebied van Den Haag, die in moderne gebouwen zijn gehuisvest, voldoen wel.
Nog een slag te slaan
De kantoormarkt moet de komende anderhalf jaar nog een grondige verduurzamingsslag slaan. Vanaf 1 januari 2023 moet een kantoor minimaal energielabel C hebben en vanaf 2030 is op z’n minst label A zelfs de eis.
Pas de helft van alle kantoren heeft op dit moment label C of beter, stelt Colliers. Ongeveer één op de tien scoort slechter en 38 procent van de kantoorgebouwen heeft zelfs nog helemaal geen label.
Het gaat om panden die groter zijn dan 100 vierkante meter die in zijn geheel als kantoor dienen. Daarvan zijn er 62.000 in ons land. Kantoorgebouwen die een monumentenstatus hebben of binnen twee jaar gesloopt of getransformeerd worden hoeven niet aan de voorwaarden te voldoen.
Afgetekend koploper
Naast de overheid zijn de institutionele beleggers de andere grote partij op de Nederlandse kantorenmarkt. Ook zij hebben meer dan 28 procent van de kantoormeters in handen, maar zij zijn juist afgetekend koploper op het gebied van verduurzaming.
Bijna 70 procent van hun kantoormeters heeft label C, blijkt uit het rapport van Colliers. Drie op de vijf kantoren heeft zelfs al label A.
Verduurzamen ligt voor de hand
Institutionele beleggers kopen de kantoorpanden voor de lange termijn. Investeren in duurzaamheid ligt voor hen daarmee meer voor de hand, verklaart Colliers, hun koppositie. Het vastgoed moet immers nog jaren aan wetgeving voldoen.
Ook de wensen en eisen van de financierende partijen (verzekeraars, pensioenfondsen) speelt hierbij een rol. Zij stellen hoge eisen aan hun duurzame beleggingen.
Private equity-beleggers hebben 12,6 procent van de kantoormeters in handen. Meer dan 70 procent van hun kantoren heeft label C of hoger. Hun huurders vinden een duurzaam kantoor steeds belangrijker, waardoor zij nu sneller de panden isoleren en voorzien van groenere energie.
Utrecht de groenste
De groenste kantoren van Nederland staan overigens in de gemeente Utrecht, becijferde Colliers. Acht op de tien gebouwen heeft daar al minimaal label C. Dat is grotendeels te danken aan de kantoorgebouwen op de bedrijfsterreinen Papendorp en Rijnsweerd. Die zijn gebouwd ná 2000 en hebben al label A.
Hoewel de grote steden het al goed doen qua verduurzaming, valt daar ook nog de meeste winst te halen. In onder andere Amsterdam en Den Haag gaat het direct om grote oppervlakten aan kantoren die nog niet 2023-proof zijn.