Hoogste inflatie sinds 2002, leven fors duurder door hogere energieprijzen
In een jaar tijd is het leven voor consumenten 3,4 procent duurder geworden. Dat is de sterkste stijging sinds april 2002. Onder andere gas en elektriciteit werden vorige maand flink duurder, waardoor de inflatie opliep.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag. Dat betekent dat een mix van boodschappen, diensten of abonnementen en energie waar je vorig jaar 100 euro voor betaalde, nu 103,40 euro kost.
Sterkste stijging sinds 2002
In september was de inflatie nog 2,7 procent. De laatste keer dat de inflatie op jaarbasis boven de drie procent uitkwam was in 2002. En in 2001 werd het leven door de bank genomen zelfs 4,5 procent duurder, blijkt uit cijfers van het CBS.
De huidige stijging wordt vooral veroorzaakt door de hoge energieprijzen, zowel voor gas om je huis te stoken als brandstof om je auto te laten rijden.
Mede omdat de reserves relatief klein waren door de strenge winter en de vraag naar energie wereldwijd sterk is toegenomen door het economisch herstel van de coronacrisis, werd gas voor huishoudens bijna 31 procent duurder dan een jaar eerder. Elektriciteit steeg in vergelijking met oktober 2020 net geen 40 procent in prijs.
Ook kleding duurder
Nederlanders moesten ook voor motorbrandstoffen meer betalen, een stijging van ruim 27 procent ten opzichte van een jaar eerder. Consumenten betaalden in oktober 2021 gemiddeld voor benzine 1,94 euro, voor diesel 1,61 euro en voor lpg 0,89 euro. Daarnaast werkten de hogere prijzen voor kleding door in de inflatie.
Een te hoge inflatie leidt niet alleen tot kopzorgen bij consumenten die ineens een stuk groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan hun levensonderhoud. In Frankfurt op het hoofdkantoor van de ECB deelt men de zorgen. De Europese Centrale Bank mikt op een inflatie van rond de 2 procent.
Angst voor deflatie
Met een inflatie van ongeveer twee procent wordt het leven niet heel veel duurder, maar hoeft ook niet gevreesd te worden voor deflatie: een daling van de prijzen. Dat is in eerste instantie goed nieuws voor consumenten, want je kunt meer kopen voor de zelfde euro, maar er kleven ook nadelige effecten aan.
Het kan er namelijk voor zorgen dat bedrijven minder winst maken, wat weer kan leiden tot bezuinigingen, schrijft Wim Boonstra, econoom van Rabobank. En die kunnen weer leiden tot ontslagrondes, wat de werkloosheid bijvoorbeeld omhoog stuwt. En dat is weer slecht voor de lonen, want die stijgen over het algemeen minder hard als er een hoge werkloosheid is.
Europese berekening
Volgens de Europese geharmoniseerde methode om inflatie te berekenen was de inflatie in oktober nog hoger dan in de berekening door het CBS.
Volgens die methode stegen de consumentenprijzen met gemiddeld 3,7 procent. Dat is net iets minder dan in de hele eurozone. Daar liep de inflatie in oktober op tot 4,1 procent op jaarbasis, het hoogste niveau sinds juli 2008.