Rijkste 1 procent Nederlanders betaalt minder belasting dan de rest
De 80.000 rijkste huishoudens van Nederland betalen veel minder belasting dan alle andere huishoudens. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). De 800 allerrijkste huishoudens betalen ongeveer helft van wat 99 procent van de Nederlandse huishoudens aan belasting kwijt is.
De belastingdruk voor de overgrote meerderheid van de mensen ligt op zo'n veertig procent van hun inkomen, blijkt uit het onderzoek van het CPB, de belangrijkste adviseur van het kabinet voor economische vraagstukken.
Maar de rijkste 1 procent betaalt veel minder. De allerrijkste 0,01 procent van Nederland is zelfs maar 21 procent van het inkomen kwijt aan belastingen. In onderstaande grafiek is dit duidelijk te zien.
In het onderzoek is niet alleen gekeken naar wat mensen betalen aan inkomstenbelasting, maar ook naar de effecten van indirecte belastingen zoals btw en accijns op wat mensen overhouden van hun inkomen.
En dat zorgt ervoor dat de gemiddelde belastingdruk voor huishoudens er heel anders uitziet dan wanneer je alleen naar het effect van de inkomstenbelasting kijkt. Daarbij geldt namelijk door de bank genomen: hoe hoger je inkomen, hoe meer belasting je betaalt.
Sterkste schouders, de minste lasten
Het CPB heeft breder gekeken en ook het effect op iemands inkomen meegenomen van indirecte belastingen. En daar komt dus een heel ander beeld uit naar voren dan wat je op basis van het 'de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten'-credo mag verwachten.
Als je de indirecte belastingen meeneemt in de analyse, dan heeft het belastingstelsel juist een 'degressief' karakter. Met andere woorden: hoe lager je inkomen, hoe meer je relatief gezien aan belastingen betaalt.
Kleiner deel inkomen kwijt aan boodschappen
Dat komt doordat mensen met een hoog inkomen meer geld kunnen sparen. Zij betalen dus over een kleiner deel van hun inkomen de indirecte belastingen dan huishoudens met een laag inkomen, die vrijwel hun hele inkomen kwijt zijn aan boodschappen, energie en andere uitgaven. Over al die zaken betalen ze namelijk belasting in de vorm van onder meer btw en accijnzen.
Het gevolg is dat hogere inkomens in de praktijk helemaal geen hoger belastingtarief hebben dan lage inkomens.
Er speelt nog iets mee. Een deel van de belastingdruk voor iedere Nederlander bestaat uit wat je kwijt bent aan sociale premies. Daarbij geldt weliswaar dat wat je aan premies betaalt, afhankelijk is van je inkomen, maar er zit wel een grens aan. En die grens ligt bij een inkomen van 52.000 euro. Wie meer verdient, betaalt geen extra premie. Hoe meer je verdient, hoe kleiner het aandeel hiervan in je totale belastingdruk dus wordt.
1 procenters
Dat zorgt er onder de streep voor dat de ruim 80.000 huishoudens die horen bij de 1 procent hoogste inkomens een lagere belastingdruk hebben dan de overige 99 procent van alle andere huishoudens. En hoe hoger het inkomen, hoe lager de belastingdruk.
De groep van 8.000 huishoudens die zich gelukkig mag prijzen te horen bij de 0,1 procent groep hoogste inkomens, betaalt maximaal 33 procent belastingen. En voor de groep allerrijksten, ruim 800, ligt de belastingdruk op 21 procent. Het gaat om 0,01 procent van alle huishoudens.
Nieuwe zuurstof voor oude discussie
"Dit bevestigt wat iedereen al wel vermoedde", zegt Roel Schreinemachers, politiek verslaggever van RTL Nieuws. "Maar de ongelijkheid is nog groter dan werd gedacht. Het geeft nieuwe zuurstof aan belasten van vermogens."
Linkse partijen pleiten al langer voor zwaarder en progressief belasten van vermogens zodat de lasten eerlijker worden verdeeld. "Ook in het kabinet zal deze discussie nu losbarsten. Regeringspartij D66 pleit bijvoorbeeld ook al voor zwaarder aanslaan van grote vermogens", vertelt Schreinemachers.