Topeconoom: kabinet helpt vooral rijkere Nederlanders in deze energiecrisis
In een crisis als deze zouden vooral de mensen met een laag- of middeninkomen geholpen moeten worden, vindt topeconome Marieke Blom. Maar een groot deel van de miljarden komt tot nu toe bij de rijkere helft van Nederland terecht.
Een oorlog in Europa, torenhoge gasprijzen en boodschappen die soms tot 20 procent duurder worden. Marieke Blom begint haar nieuwe baan als wereldwijd hoofdeconoom bij ING in turbulente tijden.
Al voorziet de econome dat 'er nog veel meer aan gaat komen'. Minder dan de helft van de Nederlandse huishoudens heeft bijvoorbeeld nog een vast energiecontract. En wie een variabel contract heeft, heeft nog niet altijd een hoog tarief omdat die elk half jaar gewijzigd worden, legt Blom uit. "Dat is ook de reden dat het Malieveld nog niet vol staat."
De komende maanden gaat dat verschuiven: bij steeds meer huishoudens gaat er een onbetaalbare energierekening op de mat vallen.
Blom kreeg op vroege leeftijd van haar vader, die in armoede was opgegroeid, mee hoe belangrijk financiële zekerheid was. Ze moest, zo benadrukte haar vader, vooral hard werken en niet afhankelijk worden van een man. Een boodschap die je misschien zou kunnen vertalen naar 'succes is een keuze', maar zo ziet ze dat niet.
Verkeerde keuzes
Pech en geluk zijn niet eerlijk verdeeld, stelt Blom. Niet iedereen is in staat of heeft de kans om veel geld te gaan verdienen. Het is dus aan de politiek om ervoor te zorgen dat de financiele pijn eerlijk verdeeld wordt, zeker in tijden van crises.
Maar tot Bloms afgrijzen maakte het kabinet de afgelopen maanden precies de verkeerde keuzes. "Het verlagen van de accijnzen op benzine is daar het ergste voorbeeld van. Mensen met een hoog inkomen hebben 1 of 2 auto’s, rijden een grotere auto en rijden meer kilometers."
De carrière van Marieke Blom
Marieke Blom (48 jaar) groeide op in het Noord-Hollandse Heerhugowaard. Haar vader was ondernemer, haar moeder runde het huishouden.
Na haar studie Economie werkte ze achtereenvolgens bij ABN Amro, de Tweede Kamerfractie van de Partij van de Arbeid en de Argumentenfabriek.
In 2014 werd ze aangesteld als hoofdeconoom bij ING; eerst alleen voor de Nederlandse tak, nu wereldwijd. Blom woont in Amsterdam, samen met haar man en 2 dochters.
Als je benzine goedkoper maakt, help je dus vooral de hogere inkomens. Het eerste steunpakket van 7 miljard hielp uiteindelijk vooral de groep die het niet nodig had, zegt ze. "Naar schatting is 70 procent van het geld bij rijkste helft van Nederland terechtgekomen." De lagere en middeninkomens hebben veel minder geprofiteerd, zegt ze.
Enorm frustrerend, vindt Blom, want de torenhoge energieprijzen zijn 'een veel grotere klap voor de laagste inkomens én de hoogste inkomens hebben ongelooflijk veel spaargeld opgebouwd in de coronatijd'. Daarnaast belandt steun die de hoogste inkomens binnenkrijgen veelal op de spaarrekening, daar hebben zowel de economie als de fiscus weinig aan.
'Aan alle kanten afgeraden'
Blom is (niet-actief) lid van de Partij van de Arbeid, maar benadrukt: hoe je er ook naar kijkt – vanuit rechtvaardigheid, vanuit economisch oogpunt of vanuit de schatkist – dit beleid 'is gewoon aan alle kanten af te raden en ís ook aan alle kanten afgeraden'.
Ook het feit dat het kabinet nu nog aan het kauwen is op de uitwerking van noodmaatregelen vindt Blom erg. "De energieprijzen begonnen vorig jaar al op te lopen. Dat we nu een jaar verder zijn en zo’n noodfonds nog moet worden uitgewerkt; dat is heel pijnlijk."
Haar hoop is dat de nieuwe plannen van het kabinet wel gaan zorgen voor een eerlijke verdeling. Maar heel positief begint het niet: zo is de accijnsverlaging verlengd. Ook liggen er verschillende varianten van een prijsplafond op tafel. Kiest Den Haag voor een variant waarbij iedereen evenveel wordt ontzien, dan krijgen rijkere Nederlanders weer steun die ze niet nodig hebben.
Iets positiever is Blom over de mogelijkheid waarbij je bij een laag energieverbruik een stuk minder betaalt, en er een hoogtarief geldt voor alles daarboven. Zo krijgen mensen met een klein huis, en dus een lager inkomen, in verhouding meer compensatie dan mensen met een groter huis en een hoger inkomen.
Schijn bedriegt
Hoe dan ook heeft het kabinet al aangegeven dat invoering van het prijsplafond behoorlijk wat tijd gaat kosten. Een tijd waarin de inflatie- en koopkrachtcijfers misschien wel zullen bijtrekken. Maar schijn bedriegt, waarschuwt Blom.
Het huidige hoge inflatiecijfer geeft een vertekend beeld, legt ze uit. Want die berekening gaat er vanuit dat alle Nederlanders elke maand een nieuw (variabel) contract afsluiten en dus het toptarief betalen. Ook de koopkrachtplaatjes gaan daar vanuit en schetsen nu een somber beeld.
Meer problemen, betere cijfers
Veel Nederlanders hebben nog helemaal niet zo’n hoge energierekening, maar krijgen daar de komende maanden wel mee te maken.
"Dus wat je straks gaat zien is dat in de loop van de tijd de problemen erger worden, terwijl de inflatie -en koopkrachtcijfers verbeteren." Aan het kabinet om de pijn die achter de cijfers zit te zien én eerlijk te verdelen, aldus de econome.