Intertoys-eigenaar Alteri ook eerste schuldeiser: 'Verwerpelijke werkwijze'
Het Britse Alteri Investors staat als eigenaar van het failliete Intertoys ook vooraan in de rij als een van de schuldeisers, nog voor de Belastingdienst. Een constructie die we eerder zagen bij de faillissementen van V&D en McGregor. Een dubieuze werkwijze, maar niet verboden, zeggen experts.
In tegenstelling tot de meeste faillissementen heeft Alteri bij de overname van Intertoys zogeheten pandrechten bemachtigd op de winkelvoorraden - een constructie waarmee een investeerder zichzelf beschermt bij een toekomstig bankroet. Dat bevestigt Intertoys na berichtgeving van het Financieele Dagblad.
Onzekere toekomst
Vorige week dinsdag werd duidelijk dat Intertoys uitstel van betaling had aangevraagd en gisteren viel het doek definitief. Met het aanvragen van het faillissement is de toekomst van het bedrijf - en zijn 3200 medewerkers - hoogst onzeker.
Momenteel wordt nog gekeken naar een (gedeeltelijke) doorstart van de speelgoedketen. Met zeker twee partijen wordt gesproken. Maar zelfs bij een eventuele doorstart lijkt de kans aanzienlijk dat er Intertoys-winkels gesloten moeten worden.
Garantie ingebouwd
Ondertussen blijkt dat Alteri na de Intertoys-overname een garantie voor zichzelf heeft ingebouwd. Het Londense investeringsvehikel kocht de speelgoedketen in oktober 2017 van Blokker Holding voor een onbekend bedrag.
In plaats van een investering, verstrekte Alteri vervolgens een lening aan Intertoys. In ruil daarvoor ontving het pandrecht: de zekerheid dat een partij in het geval van een faillissement beslag kan leggen op roerende zaken zoals voorraad en inventaris. Bovendien heeft de houder van pandrecht (normaal gesproken de bank) voorrang op andere schuldeisers.
In het geval van Intertoys kan Alteri hierdoor de voorraden van de winkels opeisen - wat voor een mogelijke koper van Intertoys juist weer een reden kan zijn om af te haken.
FNV: Alteri lag al dwars bij gesprekken met kopers
Volgens FNV-bestuurder Nico Meijer lag Alteri al vóór het faillissement dwars bij gesprekken met kopers. "Er is daarom bij de bewindvoerder irritatie ontstaan over de positie van Alteri", zegt Meijer. "Wij als vakbond staan buitenspel. Een rare gang van zaken, maar doordat er - vooralsnog - geen sprake is van fraude kunnen we geen stappen ondernemen bij de Ondernemingskamer."
Volgens Intertoys heeft het bedrijf onder Alteri er alles aan gedaan om te overleven. "Maar het was gewoon te veel voor Alteri om in één jaar tijd om te draaien", zegt de woordvoerder van het bedrijf. "Het businessmodel was niet houdbaar. Blokker heeft een fantastische winkelketen achtergelaten, maar tien jaar gedateerd."
Blokker-ceo: 'Alteri moet niet jammeren'
Dat wordt met klem ontkend door ceo Michiel Witteveen van Blokker Holding. "Wij hebben nog voor de overname uitvoerig geïnvesteerd in de it-systemen van Intertoys. Daarbij heeft Alteri uitvoerig due diligence (doorlichting, red.) gedaan, ze wisten dus precies wat ze kochten. Dan moet je achteraf niet gaan jammeren."
Alteri, dat de beschikking heeft over miljarden euro's, werd destijds door Blokker nadrukkelijk gepresenteerd als solide koper met 'succesvol trackrecord in het oplossen van uitdagingen in de retail'. Maar binnen anderhalf jaar vraagt Intertoys nu faillissement aan.
Vaker met bijltje gehakt
Saillant is dat Alteri vaker met dit bijltje heeft gehakt. In de twee jaar voor de overname van Intertoys gingen ruim 3700 banen verloren bij drie Britse winkelketens die Alteri had overgenomen. Toen Blokker daar destijds mee geconfronteerd werd zei een woordvoerder dat Intertoys 'niet te vergelijken' was met die winkelketens en dat retail nu eenmaal 'een turbulente markt' is. Blokker had daarom het volste vertrouwen in Alteri.
Daarop terugkijkend, spreekt Blokker-ceo Witteveen van onvoorziene problemen. "Dat het bij Intertoys anders is gelopen, is met name voor het voltallige personeel een diepdroevige bedoening. Maar soms kan de wereld je inhalen."
'Verwerpelijke werkwijze'
De constructie die Alteri toepast is volgens de Nederlandse wet niet verboden, maar in veel andere landen wel. "Onder meer Duitsland, de Verenigde Staten, Spanje en Oostenrijk staan het niet toe", zegt UvA-hoogleraar insolventierecht Rolef de Weijs. "Dat is omdat een aandeelhouder dan zowel de winst opstrijkt als het goed gaat, maar ook zo min mogelijk verliest als het slecht gaat. De risicoverdeling is dus helemaal doorbroken. Ik vind het een verwerpelijke werkwijze, die je met een eenvoudig extra regeltje in de wet kunt verbieden."
'Gebeurt vaker'
Advocaat Arjan van Dieren begrijpt dat de werkwijze van Alteri wenkbrauwen doet fronsen. "Het is iets wat je vaker ziet en waar discussie over is ontstaan na de faillissementen van V&D en McGregor. Dat komt deels doordat de positie van een aandeelhouder anders wordt wanneer die niet gefinancierd is met eigen vermogen, maar met leningen die bij verlies zijn gedekt door zekerheden. Normaal gesproken heeft een bank als externe partij die zekerheden. Het verschil met een aandeelhouder is echter dat die ook nog zeggenschap heeft binnen het bedrijf."