Kabinet wil alcohol- en drugstesten op werkvloer makkelijker maken
Het kabinet wil het afnemen van drugs- en alcoholtesten op de werkvloer in bepaalde gevallen makkelijker maken. Nu is dat bijna nooit toegestaan. Er wordt onderzocht hoe de mogelijkheden om zo'n test wel af te nemen bij werknemers kunnen worden uitgebreid, in eerste instantie in de chemische industrie.
Waar werknemers onder invloed van alcohol of drugs een risico voor de veiligheid zijn, moeten zij van de werkvloer geweerd kunnen worden, vindt staatssecretaris Tamara van Ark.
In principe mag een werkgever helemaal geen alcohol- of drugstesten afnemen bij werknemers. Volgens privacywet AVG is de uitkomst van een alcohol- of drugstest namelijk een bijzonder gezondheidsgegeven, bepaalde de Autoriteit Persoonsgegevens.
En daar mag je niet zomaar op testen. Werkgevers kunnen niet van medewerkers eisen dat ze meewerken aan een test. Het verwerken van zulke persoonsgegevens is niet toegestaan, tenzij er sprake is van een hele duidelijke uitzondering op de wet.
Wanneer mag je testen?
Nu mag er tijdens werktijd dus alleen gecontroleerd worden als er voldaan wordt aan een hoop voorwaarden. Het moet noodzakelijk zijn, de inbreuk op privacy en grondrechten moet minimaal zijn en er moet een wettelijke reden zijn om te testen.
Er zijn een aantal beroepen waar wel met steekproeven getest mag worden op het gebruik van drugs en alcohol. In de wet is vastgelegd dat dat geldt voor treinmachinisten, vliegtuigbemanningen, schippers, loodsen en automobilisten. In andere gevallen heeft de werknemer pech: als het niet in de wet is vastgelegd, mag het niet.
Eerder bleek ook al dat tientallen bedrijven hun medewerkers illegaal testen op drugs en alcohol. Dat is dus tegen de wet, maar volgens die bedrijven is privacy ondergeschikt aan veiligheid.
Werknemers willen meer mogelijkheden
De regering komt niet zomaar met het voornemen. In 2019, voor de AVG werd ingevoerd, hebben werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland aandacht gevraagd voor het onderwerp.
Werkgevers in Nederland voelen zich beperkt in hun mogelijkheden. Ze hebben het idee dat ze niet voldoende kunnen doen tegen werknemers die onder invloed zijn van drugs of alcohol.
Onderzoek wijst uit dat een aanzienlijk percentage van de medewerkers bij spontane controles positief testte op alcohol en ook op drugs, schreef secretaris Mario van Mierlo van de werkgeversorganisaties in een column. Volgens Van Mierlo bevindt het bedrijfsleven zich in een onmogelijke spagaat tussen veiligheid en privacy.
Grondrechten inperken bij gevaarlijke stoffen?
Het kan noodzakelijk zijn om grondrechten in te perken en alcoholtesten toe te staan als de veiligheid in het geding is, schrijft Van Ark aan de Tweede Kamer. Dan zouden er ernstige veiligheidsrisico's moeten zijn, voor de werknemers zelf, hun collega's of bezoekers.
Niet in alle sectoren zal er op korte termijn getest mogen worden worden op alcohol of drugs. Staatssecretaris Van Ark noemt in het bijzonder de chemische industrie. Ze zou daar alcohol- en drugstesten willen toestaan ter voorkoming van een zwaar ongeval. Het gaat daarbij om bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen.
Van Ark onderzoekt of drugs- en alcoholtesten toegestaan kunnen worden bij werknemers van de 400 zogenoemde BRZO-bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. Het gaat dan om werknemers met 'voor de veiligheid cruciale functies'.
Nieuwe grondslag
Er wordt ook gekeken of er een wettelijke grondslag gemaakt kan worden waardoor gecontroleerd kan worden. Een grondslag is een goede reden om iets toch te doen binnen de privacywet. Van Ark stelt dat dat ingewikkeld is, omdat er dan van tevoren precies moet worden vastgelegd in welke gevallen en bij welk werk een drugs- of alcoholtest zou mogen.
Daarom wil de regering ook dat bedrijven meer inzetten op een ADM-beleid, gedragsregels rondom het gebruik van Alcohol, Drugs en Medicijnen. Van Ark herhaalt dat werknemers onder invloed van drugs en alcohol niet op de werkvloer thuishoren, en hoopt dat werkgevers die gedachte volgen.