Bedrijven

Nederlandse economie ligt op z'n gat, maar wat gebeurt er nu?

Door Pepijn Nagtzaam··Aangepast:
© Pepijn NagtzaamNederlandse economie ligt op z'n gat, maar wat gebeurt er nu?
RTL

De coronacrisis zorgt voor schok in de economie zoals we die zelden hebben gezien. In amper twee weken tijd is een fors deel van de Nederlandse economie stilgevallen. Wat gebeurt er de komende tijd? En kunnen we de verliezen van nu later weer inhalen?

Eigenlijk was er tot een paar weken terug nauwelijks een vuiltje aan de lucht; de economie draaide prima. Bepaalde sectoren ondervonden hinder van het coronavirus doordat productieketens vanuit China verstoord raakten. Maar de echte schok kwam pas toen het virus in Europa een serieuze aanwezigheid kreeg en een dreiging werd.

Grote events werden geannuleerd, sociale distantie werd een begrip en de horeca deed z'n deuren dicht. Inmiddels sluiten ook steeds meer winkels en hebben tienduizenden bedrijven werktijdverkorting aangevraagd.

Verschillende banken pasten hun vooruitzichten aan: de economie zal niet meer groeien, maar absoluut krimpen. Economen gingen eerst uit van 1,4 procent groei in 2020, maar verwachten nu dat corona zeker 2 à 2,5 procent groei zal gaan kosten.

Grote strop voor ondernemers: horeca tijdelijk dicht vanwege coronavirus
Lees ook

Grote strop voor ondernemers: horeca tijdelijk dicht vanwege coronavirus

Wat draait er nu opeens niet?

Verschillende sectoren krijgen harde klappen. Hotels, restaurants, kroegen, sauna's en sexclubs zijn allemaal dicht. Een aantal restaurants – en coffeeshops – zijn aan huis gaan bezorgen zodat er tenminste nog iets binnenkomt. Maar voor de meeste zaken geldt dat ze 100 procent omzetverlies hebben: er komt niets binnen. Ondertussen moeten ze wel de huur betalen, en de salarissen.

Door het hele land zien ondernemers en bedrijven opdrachten wegvallen. Investeringen worden uitgesteld, consumenten houden de hand op de knip. Zelfs ramenwassers hebben minder opdrachten: voorlopig hoeven ze niet langs te komen bij veel zaken.

Wat kost dat?

Ongeveer een zevende van de economie ligt eruit, zegt hoofdeconoom Marieke Blom van ING.

Normaal gesproken is de consumptie van huishoudens goed voor de helft van het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp). Daarvan wordt ongeveer 6 procent uitgegeven aan eten en drinken buiten de deur, 3 procent aan recreatie en 20 procent aan spullen die niet persé nu nodig zijn, zoals elektronica, woninginrichting en kleding.

Samen is dat goed voor zo'n 120 miljard euro per jaar. En dat ligt momenteel dus stil. Op wat voor verlies dat voor de getroffen sectoren zal opleveren, is nog geen percentage te plakken. "Het gaat als een schokgolf door de economie. Als ergens een onderdeel wegvalt, heeft dat op een andere plek weer gevolgen", zegt Blom.

Eigenlijk vinden er twee economische schokken tegelijk plaats, zegt econoom Carlijn Prins van RaboResearch. De eerste schok zit aan de aanbodkant van de economie. "Omdat veel winkels, cafés, restaurants gesloten zijn kunnen Nederlanders daar geen geld uitgeven zoals ze normaal doen. Ook fabrieken liggen stil." De tweede schok zit aan de vraagkant. "Veel mensen zitten thuis op het moment, er wordt minder geld verdiend."

Wat voor economische gevolgen heeft dit?

Die vraag probeert iedereen op dit moment te beantwoorden, en het is een lastige. "De langetermijneffecten worden heel erg beïnvloed door hoeveel bedrijven failliet zullen gaan, en door de verandering in werkgelegenheid", zegt Prins.

De overheid heeft een flink steunpakket samengesteld om bedrijven – groot en klein – te helpen. Zzp'ers kunnen gebruik maken van een aangepaste bijstand, bedrijven kunnen een deel van hun loonkosten laten overnemen door de staat. De banken gaan een stuk soepeler om met het terugbetalen van leningen.

Dat leidt ertoe dat voor vrij veel mensen de werkgelegenheid is gegarandeerd, en dus het inkomen. Als gevolg zullen we geld blijven uitgeven aan standaardzaken: de verwarming, de huur of hypotheek, verzekeringen, eten, drinken, dat soort zaken.

Tijd is het belangrijkste

In sommige gevallen kunnen er inhaaleffecten optreden, waarbij mensen later alsnog spullen kopen. Denk aan nieuwe kinderschoenen; die heb je toch nodig. In deze onzekere tijden zullen mensen grote uitgaven, zoals een nieuwe keuken of een auto, wellicht ook uitstellen.

De kans is echter klein dat de horeca profiteert van serieuze inhaaleffecten. Als de kroegen weer open mogen, gaan we niet opeens massaal alle dagen van de week uit eten om 'in te halen'.

Tot slot – dit is een dooddoener, maar wel het belangrijkste van het hele verhaal – gaat het allemaal om de duur van de crisis. 

Hoe langer het duurt, des te erger het wordt

"De overheid probeert te zorgen dat het deel van de economie dat hier echt last van blijft houden, zo klein mogelijk is", zegt Marieke Blom van ING. "Dat als we allemaal weer naar buiten mogen, er ook afnemers zijn. En dat je je werknemers nog hebt."

Hoe langer het duurt, hoe erger het wordt. "Zonder overheidsgeld moeten de meeste bedrijven wel een maand zonder omzet kunnen. Met hulp in de vorm van het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid en belastinguitstel lukt twee tot vier maanden ook wel", schat Blom in. Daarna wordt het lastiger.

Daarnaast is het belangrijk dat zowel consumenten als bedrijven straks nog het vertrouwen hebben om uitgaven te doen en te investeren.

De schaal waarop het aanbod nu uitvalt is nergens goed mee te vergelijken, zegt Blom. "Dat binnen een periode van een week zo'n groot deel van de economie zegt: 'stop', dat lijkt nergens anders op. Het wordt vooral ingewikkeld door de potentiële duur. Als iedereen zou weten: over drie weken is dit klaar, dan kunnen we wel een plan maken. Nu is dat heel lastig."

Als metafoor gebruik Blom een huishouden waar iedereen zijn taak heeft en afhankelijk is van elkaar. "Iemand doet de was, iemand maakt het eten en als iedereen zijn taak uitvoert, is het huis mooi en hebben we het allemaal goed. Als we dan opeens een deel van het huishouden op non-actief zetten, is het lastig om te zorgen dat de boel blijft draaien."

Lees meer over
ING BankRabobankEconomieInternationale economie