Horeca-uitzendbedrijf Mise en Place failliet: 'Businessmodel niet meer houdbaar'
Horeca-uitzendbedrijf Mise en Place is failliet. Eigenaren Hubert Ummels en Charles van Goch zien geen uitweg uit de coronacrisis. "Zakelijk gezien is het een no-brainer, maar emotioneel gezien is het heel lastig."
Een maand lang keken ze het aan, maar de coronacrisis heeft het uitzendbedrijf nu toch de das om gedaan. "Dat is vervelend voor ons", verzucht eigenaar Hubert Ummels. "Maar er hebben zoveel mensen zo lang en hard aan dit bedrijf gewerkt. Het is rampzalig als je dan faillissement aan moet vragen na 26 jaar."
Studenten verhuren in de horeca
Mise en Place is het grootste horeca-uitzendbureau van Nederland, en ook marktleider in Europa met vestigingen in Duitsland, Oostenrijk, België, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland. Er werken in totaal 400 vaste werknemers verdeeld over 60 vestigingen.
Kern van het bedrijf was het verhuren van 9500 studenten, zogeheten 'jobpers', voor grote evenementen, beurzen, congressen, hotels en cateringklussen. Het bedrijf werkte onder meer voor de Amsterdam Arena, TivoliVredenburg, de Rai, Formule-1-wedstrijden en evenementen met het koningshuis, naast kleinere en grotere cateraars.
Drie borden en een smoking
"Toen wij in maart 1994 vanuit de Hotelschool in Maastricht begonnen, ging alles in de horeca nog via envelopjes, in het zwart. Horecamensen die een grote klus hadden belden naar de hotelschool of ze niet nog wat studenten hadden", zegt Ummels.
"Wij hebben als eerste de prijs verdubbeld. Die was hoog, en daar was niet iedereen tevreden mee, maar ze kregen een factuur en het was wit. We zorgden ook als eerste bedrijf van het land dat alle studenten desgewenst in smoking met goede strik liepen, dat ze met drie borden konden lopen. Het moesten mensen zijn die het DNA van gastvrijheid in hun systeem hadden."
"In een razend tempo verdween onze hele business. Niemand had nog mensen nodig."
De afgelopen weken waren een rollercoaster voor Ummels en zijn collega's. "Ik had nog nooit van Wuhan gehoord", blikt hij terug. "Maar toen het in Italië kwam werden we wat zenuwachtiger. En in een razend tempo verdween onze business. Alles werd geannuleerd, alle landen gingen in lockdown. De telefoon stond roodgloeiend op kantoor. Niemand had nog mensen nodig."
Dag en nacht gewerkt
Mise en Place ging in regelmodus, vertelt Ummels. Het doel: de komende twee maanden zo laag mogelijk in de kosten gaan zitten. Ondertussen werd er gezocht naar ander uitzendwerk om toch omzet binnen te halen. "We hebben dag en nacht gewerkt. Maar toen de NOW-regeling bekend werd gemaakt, bleek dat we onszelf in de voet hadden geschoten."
Omdat het bedrijf wel omzet had gedraaid in de eerste weken van maart, werd het gekort op het totale bedrag aan loonkostensubsidie dat het kon ontvangen. "Niet dat de NOW ons helemaal had kunnen redden, maar het verlies werd veel groter dan gedacht. We kwamen nog dieper in het dal", zegt Ummels.
"Het was gezellig, maar het is niet meer."
Uiteindelijk kwamen de moeilijke vragen op tafel. "We zijn van 6 miljoen omzet naar 5,5 ton verlies in de maand gegaan. En toen kwam het perspectief dat grote evenementen niet door zouden gaan, dat er een social-distance-economie zou komen. Wij leven van grote feesten en partijen, dus wat is dan nog de houdbaarheid van je businessmodel?"
Vestigingen sluiten
De compagnons besloten de bank te bellen voor een overbruggingskrediet, maar er was onvoldoende perspectief voor het bedrijf. "Je mist de cash, je maakt 5,5 ton verlies per maand. Dan moet je een vervelende, nare keuze maken. We hebben het met tranen in de ogen aan het personeel verteld."
"In Nederland ontslaan we 160 man. Tegen 3500 studenten hebben we gezegd: 'het was gezellig, maar het is niet meer'. Duitsland is failliet, Oostenrijk is failliet", somt Ummels somber op.
Netjes afronden
Het loon dat er in de laatste maanden verdiend is, ontvangen de studenten nog wel. Bestaande opdrachten worden afgerond. "We willen dit fatsoenlijk afwikkelen. Iedereen snapt het ook. Collega-ondernemers zeggen: het is een dappere stap. Maar zo voelt het niet. Je laat je team in de steek. Daar ben ik enorm ziek van", zegt Ummels.
Nu ligt de focus op bedrijven in België en het Verenigd Koninkrijk, waar nog wel vestigingen open zijn. De twee compagnons hebben nog een brouwerij, een trainingsbedrijf en een payrollbedrijf. "Die bestaan nog en zijn gezond en die moeten door de crisis komen. We kunnen nu kort uithuilen."
Met Cruijff in de skybox
Wat rest zijn heel erg veel herinneringen. "Ik was altijd trots op de Tefaf, waar we met 600 man de opening mogen doen. Of de start van de Tour de France in Utrecht", vertelt Ummels. "We hebben het WK in Zuid-Afrika volledig gedaan. "Toen we de finale haalden stonden daar 4500 mensen van ons en ik stond met Johan Cruijff in een skybox te praten. Die vond het toch ook wel mooi dat een Nederlands bedrijf dat klaarspeelde."
Als er ooit nog een stadion vol komt te zitten in Nederland, kijken ze wel weer verder. "De ondernemersenergie is groot genoeg. Je kan van alles willen, maar nu is het niet anders. Zakelijk gezien is het een no brainer, emotioneel gezien doet het afscheid nemen erg veel pijn."