Unilever wordt Brits: kabinet verliest strijd van machtige beleggers
In ruil voor het afschaffen van de dividendbelasting beloofde Unilever in 2018 dat het Rotterdam als plek zou kiezen al hoofdkwartier. Twee jaar later gebeurt het omgekeerde: Unilever wordt Brits. Nederland mag als troostprijs de voedsel- en dranktak houden.
In de praktijk verandert er niet veel: de 2500 werknemers in Nederland kunnen gewoon verder blijven werken in onder meer Rotterdam en Wageningen. In Rotterdam blijft ook het hoofdkantoor van de voeding- en drankdivisie gevestigd.
Het échte hoofdkantoor verdwijnt uit Nederland. Unilever had er altijd twee, maar met het samenvoegen van de twee bedrijfsstructuren blijft een hoofdkantoor over. In Londen, welteverstaan.
De reden voor het plan is dat Unilever door de huidige ingewikkelde bedrijfsstructuur wordt beperkt in de mogelijkheden om te groeien of stukken van het bedrijf af te stoten.
Ingewikkelde structuur
Een overname bijvoorbeeld is extra ingewikkeld voor het bedrijf als (een deel) van de overnamesom in aandelen moet worden betaald. Een deel gaat dan in aandelen Unilever PLC, een deel in aandelen Unilever NV.
Beleggers houden daar niet van, want het betekent extra administratieve rompslomp en dat maakt handel in de aandelen lastiger. Hun wensen zijn dan ook de reden voor het besluit.
"Aan het eind van de dag zijn aandeelhouders het belangrijkst voor Unilever, en niet de Nederlandse overheid", zegt Alicia Folly, die als analist voor het Britse bedrijf Investec beursgenoteerde levensmiddelenfabrikanten volgt.
"Aan het eind van de dag zijn aandeelhouders het belangrijkst voor Unilever, en niet de Nederlandse overheid."
"Je kunt wel zien dat hier flink over is gediscussieerd met Europese investeerders", zegt Folly. Om hen tevreden te stellen, blijft Unilever dividend in euro's uitbetalen en de financiële cijfers in euro's presenteren.
Veranderingen op komst
"Met deze stap heeft Unilever meer flexibiliteit om grote veranderingen te doen in hun portfolio of structuur", zegt Folly. En die veranderingen zitten er ook aan te komen, denkt zij. "De belofte dat wanneer de voedings- en dranktak wordt afgesplitst, dit in Nederland zal gebeuren, is veelzeggend", vindt Folly. "Ze zijn al bezig om iets groots voor te bereiden."
De verkoop van de Nederlandse divisie, waar merken als Calvé, de Vegetarische Slager, Hellman's, Knorr en Lipton onder vallen, is een hele logische volgens haar. "Er is meer groei te halen in persoonlijke verzorgingsmiddelen dan in voedsel", legt ze uit. De divisies Personal Care en Huishouding blijven in het Verenigd Koninkrijk.
Kabinet teleurgesteld
Onder leiding van Nederlander Paul Polman leek het er lang op dat Unilever Rotterdam zou kiezen, maar onder druk van aandeelhouders kiest zijn opvolger, de Schot Alan Jope, voor het Verenigd Koninkrijk.
Het kabinet is teleurgesteld, laat minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) weten. "En dat is toch omdat er een besliscentrum uit Nederland verdwijnt. Dat moeten we niet licht nemen. Dus ik vind dit echt te betreuren", zegt hij.
"En dat is toch omdat er een besliscentrum uit Nederland verdwijnt. Dat moeten we niet licht nemen. Dus ik vind dit echt te betreuren."
Folly snapt de teleurstelling wel, volgens haar is de Nederlandse overheid de enige verliezer. "Als een bedrijf als Unilever jouw land kiest om zich te vestigen, laat dat zien dat je een gunstig vestigingsklimaat hebt", zegt ze.
Waar in Den Haag teleurstelling de overhand heeft, slaat de Britse regering een triomfantelijke toon aan. "We zijn blij met Unilevers voorstel om volledig Brits te worden, een duidelijke motie van vertrouwen in het Verenigd Koninkrijk", meldt de Britse minister voor het bedrijfsleven Alok Sharma op Twitter.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Politieke nederlaag Rutte
De poging om Unilever voor Nederland als enige hoofdvestiging te laten kiezen leverde premier Mark Rutte een van de grootste politieke nederlagen uit zijn carrière op.
Tijdens de kabinetsformatie in 2018 kwam ogenschijnlijk uit het niets het afschaffen van de dividendbelasting in het regeerakkoord terecht. Dat zou de staat 2 miljard euro aan belastinginkomsten schelen, maar was volgens Rutte en Wiebes nodig om werkgelegenheid veilig te stellen.
Unilever en Shell lobbyden al jaren voor het afschaffen van deze belasting, die wordt geheven over het dividend dat bedrijven uitkeren. Het plan de belasting af te schaffen was omstreden, omdat Nederlandse beleggers er al geen last van hadden en vooral grote bedrijven en hun buitenlandse aandeelhouders ervan zouden profiteren.
In de lobby, aangevoerd door de twee multinationals, werd werkgelegenheid vaak als argument gebruikt. Het kabinet zette alles op alles om Unilever hier te houden, maar onder zware druk van (Britse) aandeelhouders werd dat besluit in oktober 2018 teruggedraaid. Kort daarna ging ook een streep door het afschaffen van de dividendbelasting.
En twee jaar verder blijkt Unilever ook zonder verlies van werkgelegenheid in Nederland de wensen van buitenlandse investeerders te kunnen vervullen.
Scheelt inkomsten dividendbelasting
Het plan is overigens niet zonder gevolgen voor de schatkist. Er valt namelijk geen dividendbelasting meer te heffen voor de Nederlandse fiscus, zegt Wiebes. Vorig jaar haalde de staat met deze belasting 6,3 miljard euro op. Welk deel hiervan aan Unilever te danken was, wil Wiebes niet zeggen.
Het bedrijf blijft winstbelasting betalen over de activiteiten in Nederland, die zorgen voor 40 procent van de omzet van het bedrijf. Die omzet kwam vorig jaar uit op 52 miljard euro wereldwijd, goed voor een nettowinst van 9,3 miljard euro. In hetzelfde jaar betaalde het bedrijf 59 miljoen euro aan winstbelasting in Nederland, meldt woordvoerder Fleur van Bruggen.