Orderpickers Picnic hoeven in nieuw warehouse niet langer kilometers te lopen

Niemand minder dan koning Willem-Alexander opende begin april het nieuwe warehouse van Picnic. Dat deed hij door koffie, soep en andere boodschappen in een speciaal voor hem geregeld oranje kratje te stoppen.

Maar liefst 16 kilometer aan lopende banden telt het warehouse: een investering van honderd miljoen euro. Volgens Frederik Nieuwenhuys, medeoprichter van Picnic, heeft het warehouse de hoogste mechanisatiegraad voor boodschappenbezorging in Europa. Hij ontwierp het zelf, een proces dat twee jaar duurde.

De afgelopen jaren werden in een hoog tempo al verschillende warehouses geopend, onder meer in Ridderkerk en Amsterdam. Die waren echter nog amper gemechaniseerd. De orderpickers, door Picnic shoppers genoemd, liepen langs allerlei rekken zoals klanten in een fysieke supermarkt ook doen.

Op een polsconsole kregen ze instructies: "Pak zoveel exemplaren van product Y en pak zoveel van product X." Op drukke dagen liepen ze een halve marathon.

In onderstaande reportage zie je hoe dat in z'n werk ging:

Drie temperatuurzones

Dat is nu anders, toont Nieuwenhuys bij een rondleiding. Het warehouse is verdeeld in drie zones, een voor boodschappen op kamertemperatuur, éen voor gekoelde producten en één voor diepvries.

Robots zorgen ervoor dat de benodigde kratten met boodschappen de lopende band op worden gestuurd en bij de orderpickstations aankomen waar het personeel staat te wachten en waar ook de dan nog lege orderkratten van de klanten langskomen. Op een beeldscherm ziet het personeel wat er nodig is, ze kunnen het picken zonder dat ze hoeven te lopen. 

Nieuwenhuys: "Het is een enorme investering, reden om nu pas vergaand te mechaniseren. We hebben een team samengesteld met verschillende slimme jonge mensen. Er zijn wel 20 ontwerpen op tafel gekomen, we hebben met verschillende leveranciers gesproken en talloze simulaties uitgevoerd."

In het nieuwe warehouse kunnen de boodschappen voor 150.000 klanten verzameld worden en dat is hoognodig, want in veel steden heeft Picnic een wachtlijst. De online supermarkt kan de groei amper bijbenen.

Van baby naar peuter

"Utrecht is centraal gelegen. Dat biedt flexibiliteit om in te spelen op de vraag. We kunnen vanaf hier niet alleen Utrecht, maar ook de hubs in Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Zoetermeer en Arnhem beleveren als het nodig is", zo zegt Nieuwenhuys.

Zo ver is het nu niet, het warehouse zit op nog geen kwart van de capaciteit. "We willen langzaam opschalen, eerst de kinderziektes eruit. Van baby naar peuter. Inmiddels is het een basisscholier die leert lezen en schrijven", gebruikt hij een metafoor.

Te vroeg op de knop gedrukt

Twee jaar lang is gewerkt aan het ontwerp van het distributiecentrum. Toch waren er kinderziektes. Je kunt aan de tekentafel alles nog zo goed bedenken, het blijft mensenwerk.

"Het is een samenspel van mensen en machines. Er zijn altijd wel kleine aanpassingen nodig in de beginfase. Zo drukten sommige pickers te vroeg op de knop die aangaf dat de order klaar was, terwijl het laatste pak hagelslag er nog in moest. Maar dat voorraadkrat met hagelslag is in 1,5 seconde weg, dan waren ze te laat."

Snelweg

Nieuwenhuys vergelijkt de situatie in het magazijn met die op een snelweg. Op de ring van Utrecht rijden heel veel auto's. Met software controleer je welke auto erop komt en wie eraf gaat, zegt hij.

"Dat doen wij ook. De juiste krat moet naar de juiste persoon met de minste filevorming. Deze algoritmes en codering zijn zo complex, dat kun je niet door een extern bureau laten doen. Er komt veel bij kijken, zo moeten kwetsbare producten het laatst worden afgestuurd zodat ze bovenin de krat komen."

Het voordeel van een online supermarkt: er is geen verliespost door spullen die overblijven, want bij de leveranciers wordt exact besteld wat nodig is.

"We geven de hele middag forecasts door aan onze bakker. Klanten kunnen tot tien uur 's avonds bestellen, dan sturen we onze definitieve order naar de bakker en weet die precies hoeveel broden hij moet bakken. 10.000? Dan komt dat aantal hier binnen, we hoeven dus niets weg te gooien", legt Nieuwenhuys uit. 

Controlekamer

Hij toont de controlekamer, die veel weg heeft van de luchtverkeersleiding op een luchthaven. "Dit is het kloppend hart van het dc", vertelt hij.

Grote schermen geven continu data weer, op een digitale kaart aan de muur worden conveyorbanden en robotsystemen getoond. Groen betekent dat alles in orde is, als het mis is gaat een rood lampje branden op de plaats waar de storing optreedt.

Vacatures

Is er iets mis met de robot die tasjes in de kratten doet? Of gaat het mis bij de robot die de deksels op de koel-en diepvrieskratten doet? In de controlekamer zien ze het direct en ze kunnen een monteur op pad sturen.

"We hebben hier ook deels andere vacatures dan in onze conventionele warehouses. Denk aan operators en monteurs. We leiden het personeel intern op", aldus Nieuwenhuys.

Ondanks de mechanisering is volgens Picnic in Utrecht plaats voor 800 tot duizend medewerkers. Het lijkt dan gezien de hoeveelheid orderpickstations om met name kleine parttimebanen te gaan, waarbij iedere dag andere medewerkers worden ingezet, maar vragen over de hoeveelheid fte worden ondanks meerdere verzoeken van RTL Z niet beantwoord.

Oberhausen

Picnic wil in Oberhausen Duitsland een tweede soortgelijk dc bouwen dat 25 procent groter is. Ook in Nederland staan uitbreidingsplannen op stapel, onder meer in Dordrecht, Ridderkerk en Zwolle. Ook daar wil Picnic mechaniseren.

"Of dat in dezelfde mate is, is wisselend per warehouse. Hier in Utrecht gaan we echt heel ver. Het is het verst gemechaniseerde dc in de foodsector in Europa. Maar je kunt ook op een medium niveau mechaniseren. Een deel met robots en een deel met de hand. Dat bekijken we bij iedere warehouse apart en we evalueren continu."

Miljoenenverlies

Picnic stampt in hoog tempo warehouses uit de grond, ondanks de miljoenenverliezen die het bedrijf boekt. In 2020 ging het om een min van 44,8 miljoen euro. De omzet verdubbelde in dat jaar bijna, tot 455 miljoen, aldus de meest recente jaarrekening die bij de KvK is gedeponeerd.

Het bedrijf heeft ondanks de rode cijfers een fors eigen vermogen. Zo staken investeerders bij een kapitaalinjectie, geleid door de Bill & Melinda Gates Foundation Trust, in september 2021 nog 600 miljoen euro in het bedrijf.