Minister Schouten de boer op om streekproducten te promoten

Door de handelsmissie moeten streek- en regioproducten bekender worden. Verder wil Schouten zich inzetten om verkorting van de voedselketens mogelijk te maken en gaat ze in gesprek met supermarkten aandringen op meer regioproducten in de schappen.

De minister werd daartoe opgeroepen door Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber. "Voedsel op je bord is niet vanzelfsprekend, maar zo zien we het wel", licht woordvoerder Rudi Buis van de minister toe. "Het zou helpen als eten uit de regio een nadrukkelijker plek in de schappen krijgt. Via supermarkten, maar ook via boerderijwinkels."

Als voorbeeld noemt Buis Spanje of Frankrijk. "Daar hebben vrijwel alle supermarkten lokale producten, de waardering daarvoor is ook groter", zegt hij. "Je ziet dat veel supermarkten in Nederland een schap hebben voor lokale bieren. Dat moet ook te doen zijn voor andere producten."

Geen geld erbij

Buis geeft toe dat het ministerie nog geen concrete stappen kan zetten. Daarvoor wordt de handelsmissie georganiseerd, om door het hele land in gesprek te gaan met boeren, producenten, het bedrijfsleven en supermarkten.

"Er komt niet gelijk een zak geld bij, maar we gaan kijken hoe we drempels kunnen wegnemen", zegt Buis. "Zo zijn er regels voor grote bedrijven, die de kleinere ondernemers in de weg zitten. Die kunnen we wellicht aanpassen. En we kunnen ook helpen met logistieke uitdagingen, om kosten te verlagen voor kleinere partijen."

Bekijk onze eerdere video over hoe boeren zich verzetten tegen de machtige supermarkten. 

'Systemen sluiten niet op elkaar aan'

"Iedereen wil dit, maar het is wel heel erg ingewikkeld", zegt Stijn Markusse, oprichter van Boerschappen. Met zijn bedrijf haalt hij producten op bij meer dan honderd boeren, om die vervolgens door te verkopen aan klanten. "De grote supermarkten doen graag zaken met andere grote partijen, omdat het beter op elkaar past", weet hij.

"Dat is ook logisch: door schaalgrootte sluiten de systemen niet op elkaar aan", zegt Markusse. "Vroeger kon dat wel, maar toen hadden supermarkten geen 1100 winkels waar in elke winkel een vergelijkbaar assortiment moet liggen met een vergelijkbare prijs. Kleine partijen die mee willen in dat geweld vinden dat vaak moeilijk."

Daarnaast merkt Markusse op dat bijvoorbeeld lokaal bier een makkelijker product is om in een winkel te krijgen. "Veel franchisenemers hebben een bepaald budget voor lokale producten. Maar bij bijvoorbeeld vlees moet je een machine van 20.000 euro hebben om het goed te verpakken. Dat kan je als ondernemer niet even aanschaffen voor een pilot."

LTO blij met ondersteuning

"Dat het ministerie dit wil ondersteunen is toe te juichen", zegt Esther de Snoo van de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland. "We vinden dat de markt zijn eigen werk moet doen en dat het ministerie niet op de stoel van afnemer of ondernemer moet zitten, maar we kunnen niet tegen promotie van eigen afzet zijn."

Volgens De Snoo zijn streekproducten al jaren in opkomst. "We zien een tweedeling tussen moderne tech-driven exportbedrijven, de grote jongens, en de kleinere specialisten. Al een aantal jaar zetten zij zelf veel af bij supermarkten of horecagelegenheden. Dat vinden we alleen maar positief, en consumenten willen het graag." 

Vrolijke boeren op het land

En de boeren willen het ook graag, stelt Stijn Markusse. "Het is feitelijk onmogelijk geworden voor de supermarkt om alleen producten van kleinschalige producenten te verkopen. Maar het is al heel mooi als je kleinschalige boeren de kans geeft om volume te draaien tegen redelijke prijzen", zegt hij.

"De supermarkten snappen ook wat de trend is. Niet voor niets zie je foto's van vrolijke boeren op het land met een mandje preien", zegt Markusse. "Kleinschalige boeren zijn vaak jonge ondernemers, met een goed verhaal. Dat zoeken de supermarkten. Als ze zichtbaarheid krijgen in de supermarkt, wint iedereen."