Huizenprijzen stijgen ondanks corona 'ongekend hard': +11,6 procent
Huizenkopers hebben opnieuw veel meer betaald voor een huis dan een jaar geleden. In de laatste drie maanden van 2020 waren de huizenprijzen gemiddeld 11,6 procent hoger, vergeleken met 2019. De gemiddelde verkoopprijs was in het laatste kwartaal van vorig jaar 365.000 euro.
Ondanks de coronacrisis blijft de huizenmarkt behoorlijk oververhit, blijkt uit de jongste cijfers van makelaarsvereniging NVM. De makelaars constateren voor het tweede kwartaal een prijsstijging van meer dan 11 procent. "Ongekend", aldus de NVM.
Afkoelen
Wie hoopte dat corona de boel een beetje zou laten afkoelen vist achter het net. Overbieden en snel beslissen blijft aan de orde van de dag. Bij bijna 60 procent van de huizen wordt meer betaald dan de vraagprijs en gemiddeld staat een huis minder dan zo'n vier weken te koop.
De 'krapte-indicator', die aangeeft of huizenzoekers veel te kiezen hebben, is bijzonder laag: 1,9. Dat betekent dat kopers de keuze hebben uit minder dan twee woningen.
Een belangrijkste reden van de almaar stijgende huizenprijzen blijft het achterblijvende aanbod. De makelaars uiten opnieuw zorgen over de nieuwbouw. De zogeheten 'ontwikkelsnelheid' - de tijd tussen de eerste plannen op papier zetten en de oplevering - gaat omlaag, vanwege thuiswerkende projectontwikkelaars en gemeenteambtenaren. Dat vertraagt de besluitvorming.
Andere voorkeuren
Bovendien is het niet altijd het juiste type woning, dat nieuw gebouwd wordt. De NVM merkt dat er nog veel appartementen in de binnenstad worden gebouwd, maar dat kopers andere voorkeuren hebben. Een 'gewone' eengezinswoning met een tuintje. Op de grond dus, niet in de lucht.
"Wij zeggen steeds tegen gemeenten: let op wat mensen willen hebben en bouw die woningen. Die raak je snel kwijt en dan gaan de prijzen ook dalen. Hoe meer aanbod, hoe lager de prijs gaat worden de komende jaren. Dat zou voor iedereen goed zijn", aldus NVM-voorzitter Onno Hoes
Hardenberg en Zutphen
De sterkste stijging was in de gemeenten Hardenberg (Overijssel) en Zuthpen (Gelderland). Daar stegen de huizenprijzen met respectievelijk met 21,7 procent en 20,5 procent.
In Amsterdam was de stijging veel kleiner: een plus van 3,4 procent. In de andere grote steden in de Randstad ligt die tussen de 12 en 15 procent.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
De trend om buiten de steden op zoek te gaan naar een nieuwe woning houdt aan, merken de makelaars verder. Rust en ruimte blijken bij meer woningzoekers bovenaan het wensenlijstje te staan, wellicht ook vanwege corona en thuiswerken.
Die wens gaat buiten de stad in vervulling, blijkt uit de cijfers. Randstedelingen die in een van de niet-westelijke provincies zijn gaan wonen hebben gemiddeld 40 vierkante meter meer woonoppervlakte dan in de Randstad.
Minister van Volkshuisvesting terug
Er moet weer een minister van Volkshuisvesting komen, in een nieuw kabinet. Uit een analyse van de Volkskrant van de partijprogramma's van de politieke partijen blijkt dat daar een ruime meerderheid voor is.
Ook makelaarsvereniging NVM hoopt op sturing vanuit het Rijk. "We hebben écht een substantiële toename van het aantal woningen nodig, zodat ze betaalbaar blijven en mensen een passende woning kunnen betrekken. Naast het bestrijden van de coronacrisis en het aanjagen van de economie moet het volgende kabinet de woningmarkt als de derde prioriteit integraal aanpakken. Bovendien leveren woningbouw, woninginrichting en infrastructuur een belangrijke bijdrage aan een duurzame en gezonde samenleving", aldus NVM-voorzitter Onno Hoes.
Is oud-politicus Onno Hoes zelf beschikbaar voor zo'n ministerschap in een nieuw kabinet? "Verrassende vraag. Nee, ik ben nu voorzitter van de NVM. Ik ben wel landelijk vice-voorzitter van de VVD, dus ik zit dicht bij het vuur. Maar nee hoor, ik heb een goede functie nu."