Huizenprijzen blijven records breken: gemiddeld kost huis meer dan 4 ton
De prijzen van koophuizen blijven record, na record verbreken. Gemiddeld kostte een koophuis in het tweede kwartaal van 2021 maar liefst 410.000 euro. Voor het eerst passeert de gemiddelde verkoopprijs van een bestaande woning daarmee de 4 ton.
Vergeleken met dezelfde periode vorig jaar komt de prijsstijging uit op bijna 20 procent, blijkt uit de nieuwste cijfers van makelaarsvereniging NVM die vanochtend zijn gepresenteerd.
'Einde zoek'
Hoewel de huizenprijzen al een paar jaar flink stijgen reageren ook de makelaars verbaasd op dit nieuwe record. "Ik word geregeld verrast door steeds hogere opbrengsten waarbij het niveau van overbieden ook nog eens stijgt. De grens wordt verder verlegd en het einde lijkt zoek", zegt Lana Gerssen, voorzitter van de vakgroep Wonen van de NVM.
Het zogeheten overbieden draagt bij aan verdere prijsopdrijving, signaleert Gerssen. Drie van de vier verkochte woningen gaan weg voor een hoger bedrag dan de vraagprijs.
Oost-Friesland koploper: +30 procent
Nergens in Nederland bleef de prijsstijging onder de 10 procent. Hekkensluiter van de lijst is de regio Den Helder-Texel. Daar gingen de huizenprijzen met 11,5 procent omhoog.
Trek naar landelijk gebied
Amsterdam, waar de prijzen voorheen juist zeer fors omhoog gingen, behoort ook tot de vijf regio's met de zwakste prijsstijging: een plus van 13,9 procent. Al is zwak hier relatief. Een Amsterdams huis dat vorig jaar 300.000 euro kostte zou nu gemiddeld voor bijna 42.000 euro meer van eigenaar wisselen.
De trek naar het landelijk gebied, een bestaande trend die door de coronacrisis is versterkt, drijft de huizenprijzen in het noorden en oosten van het land juist flink omhoog.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Oost-Friesland, met plaatsen als Buitenpost en Dokkum, spant de kroon. Daar was de prijsstijging precies 30 procent. Op de voet gevolgd door de Kop van Overijssel (Steenwijk en omstreken). Die regio noteert een plus van 29,3 procent.
Aanbod slinkt
Volgens de NVM slinkt het aanbod aan te koop staande huizen verder en verder. Er werden in het tweede kwartaal in totaal 34.253 woningen verkocht. Dat is 12 procent minder dan vorig jaar.
"Dit is het resultaat van de economische oerwet van vraag en aanbod die ook op de huizenmarkt een zwaar stempel drukt. Het aanbod droogt nog steeds verder op en kopers doen er werkelijk alles aan om een woning te kunnen bemachtigen", aldus voorzitter Onno Hoes van de NVM.
Krapte-indicator
Met de zogeheten krapte-indicator drukt de NVM uit hoeveel woningzoekers te kiezen hadden. Die komt voor de maanden april, mei en juni uit op 1,4. Dat betekent dat potentiële kopers de keuze hadden uit minder dan 2 woningen.
Feitelijk betekent dat dus eigenlijk geen keuze.