De inflatie daalt: waarom merk je daar nog niet zoveel van?
De prijzen lagen in november 4 procent lager dan in oktober, een negatieve inflatie dus. Maar in de winkel merk je daar nog weinig van. Hoe komt dat?
Inflatie kun je op verschillende manieren berekenen. Meestal vergelijk je de prijzen met die van een jaar eerder. Als je dat doet dan was er in november volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) sprake van flinke inflatie: het leven was 11,2 procent duurder dan in dezelfde maand van vorig jaar.
Dat was wel minder dan in oktober, want toen waren de prijzen nog maar liefst 16,8 procent hoger dan een jaar eerder. De prijzen stijgen dus nog wel, maar iets minder hard.
Maar als je naar de prijsontwikkeling op maandbasis kijkt, dan is het beeld anders. Ten opzichte van oktober waren de prijzen in november niet hoger, maar lager. Geen inflatie dus, maar deflatie, zoals economen dat noemen.
Inflatiecijfer voor verschillende producten
Toch zie je daar in de winkel niet veel van. Dat komt doordat het gepubliceerde inflatiepercentage in feite bestaat uit de inflatiecijfers van verschillende categorieën. Zo daalden de prijzen van energie, waaronder ook benzine en diesel vallen, in november met 20,5 procent in vergelijking met oktober.
Andere producten stegen juist in prijs. Zo werden voedingsmiddelen, dranken en tabak 1,4 procent duurder in een maand tijd. En dat merk je als je in de winkel bent.
Iedereen eigen inflatie
Eigenlijk kun je dus niet spreken van dé inflatie, want in feite heeft iedereen zijn eigen inflatie. Als je geen auto hebt, bijvoorbeeld, dan tank je dus geen benzine of diesel en heb je geen voordeel van de lagere prijzen aan de pomp.
Maar iedereen zal wel boodschappen blijven doen, je moet immers eten en drinken. Die prijsstijging merk je dus helaas wel. En de meeste consumenten komen geregeld in de supermarkt, of bestellen boodschappen online. Dus je wordt daar geconfronteerd met de prijsverhogingen die er zijn.
In deze video zie je hoe het komt dat veel prijzen nog altijd stijgen: