Ruggenprik 'light' steeds populairder bij bevalling: 'De echte pijn voel je niet meer'
Steeds meer vrouwen kiezen voor de lichte vorm van de ruggenprik. Bij de ruggenprik 'light', of 'walking epidural' wordt een mindere dosis van de werkzame stof van de traditionele prik gebruikt. 'De persweeën voelde ik gewoon nog, maar de scherpe randjes waren eraf', vertelt Daphne, die een maand geleden beviel.
In het St. Jans Gasthuis wordt de lichte ruggenprik nu een jaar aangeboden. "We zijn de enige in Nederland die dit doen en het is nu al de populairste vorm van pijnbestrijding tijdens een bevalling", vertelt gynaecoloog Ivo van Dooren.
Volgens Van Dooren is de gezondheidswinst van de walking epidural groot. "Zo kan vrouw blijven lopen en bewegen, waardoor de ontsluiting soepeler gaat. Ook voel je de persweeën door de verdoving heen, dus je weet wel nog precies wanneer je moet persen."
'Ik kon zelf naar de wc'
Dat merkte Daphne Verhoeven ook. Zij beviel op 19 mei van haar dochter Jailey. "Ik kon gewoon rondlopen, zelf naar de wc en ik voelde de persweeën. De ruggenprik 'light' was voor mij ideaal."
Daphne vond de normale ruggenprik te heftig. "Je bent dan plaatselijk volledig verlamd. Dat wilde ik niet." In overleg met de gynaecoloog koos ze voor de lichte variant. "De bevalling duurde ongeveer vijf uur. Ik voelde de pijn niet echt meer, maar ik wist wel precies wanneer ik moest persen."
Tintelend gevoel
De kersverse moeder is blij met de beweging die ze had. "Het is vervelend om zo lang in bed te moeten blijven liggen. Tijdens het wandelen ben ik niet omgevallen en ik had ook niet het gevoel dat mijn benen wankelden. Ik kreeg alleen een tintelend gevoel bij het opstaan, vergelijkbaar met een slapend been."
Spuit en slangetje
Bij de ruggenprik 'light' houdt de vrouw de controle over haar lichaam. De medicatie wordt, net als bij de gewone ruggenprik, ingebracht via een spuit en een slangetje.
Mocht de vrouw toch te veel pijn hebben, dan kan eenvoudig worden overgestapt op de reguliere ruggenprik. Hiervoor wordt simpelweg meer medicatie in het lichaam ingebracht.
Bron: gynaecoloog Ivo van Dooren