Shant traint voor hardloopwedstrijd van 500 kilometer
Honderd kilometer hardlopen, Shant Khajo uit Almelo draait er zijn hand niet voor om. De hardloper heeft zijn doel dan ook bijgesteld en droomt er nu van een wedstrijd van 500 kilometer te lopen. Aan één stuk dus. "Ik weet dat ik meer kan, dus ik wil ook meer."
In het verleden deed Shant veel aan wielrennen, het liefst lange afstanden. Toen hij begon met hardlopen, kreeg hij het snel te pakken en bouwde ook in die sport de afstand snel op. "Dat ging heel makkelijk, ik had een goede conditie. Vijf kilometer, twintig kilometer, een halve marathon, vijftig kilometer..." zegt Shant tegen EditieNL.
Inmiddels kan hij zichzelf ultraloper noemen. Hij loopt afstanden van honderd kilometer en meer, vorig jaar zelfs 160 kilometer. Maar zijn ultieme doel, 500 kilometer, ligt nog een stuk hoger. "Ik weet dat ik meer kan en ik wil meer."
Naar werk rennen
Dat hij zo fit is, komt naar eigen zeggen vooral door zijn reistijd. "Ik fiets of loop bijna elke dag naar mijn werk. Dat is 21 kilometer heen en 21 kilometer terug", vertelt Shant. Soms rent hij dat stuk, soms fietst hij. "Als ik een wedstrijd heb, dan loop ik meer hard dan dat ik fiets. Mijn reistijd is mijn trainingstijd."
Het klinkt misschien als veel, maar zo ziet de hardloper het zelf niet. "Ik ben het gewend, het is voor mij makkelijk. Ik ben niet kapot te krijgen, maar het is ook gewenning", vertelt hij. "Ik ben voor een wedstrijd weleens als proef van Almelo naar Utrecht gerend, dat was meer dan honderd kilometer. Voor mij is het ook psychologisch: als je het dán kan, kan je het later ook."
Hij beschrijft het hardlopen als een soort uitje. "Van Almelo naar Utrecht rennen, dat is gewoon een dagje uit voor mij. Ik vind het leuk: hardlopen, met een muziekje erbij. Ik word er rustig van."
Niet slapen
Vorig jaar liep Shant in Berlijn de Berlin Wall Race, een ultramarathon van 100 mijl (160,9 kilometer). De route loopt langs de oude Berlijnse muur. Shant was 29 uur en 54 minuten onderweg. "Je mag er dertig uur over doen. Een andere ervaren ultraloper heeft mij geholpen, die kwam mij 's ochtends nog voeding brengen. Daardoor heb ik het gered."
Tijdens die dertig uur sliep hij niet. "Ik ben aan één stuk doorgegaan. Ik kan dat niet, even vijftien minuten slapen tussendoor, dan verkrampen mijn spieren. Dan wordt het heel lastig."
Achteraf heeft hij nooit zoveel last van, zelfs niet van spierpijn. "Als ik 100 kilometer loop, fiets ik de dag erna gewoon naar mijn werk. Door die veertig kilometer fietsen gaat de spierpijn gewoon weer weg."
Van Athene naar Sparta
Maar de droom die Shant zich nu op de hals heeft gehaald, is toch wel andere koek. Hij wil de Spartathlon in Griekenland lopen, een pittige hardloopwedstrijd van Athene naar Sparta (246 kilometer). "Als ik die heen en terug loop is het zo'n 500 kilometer. Maar als je het niet binnen een bepaalde tijd haalt, vlieg je eruit."
Om zijn doel te behalen moet er nog wel flink getraind worden. "Ik kan niet zomaar zeggen: ik ga 500 kilometer rennen. Dat moet ik opbouwen", zegt de ultrarenner. "Aan het einde van dit jaar heb ik een wedstrijd in Steenwijk: als ik die 100 kilometer onder de elf uur afleg, mag ik volgend jaar meedoen met de Elfstedentocht. Dat is een tocht van 230 kilometer. Als ik die haal, kwalificeer ik mezelf voor de Spartathlon."
En zo'n lange tocht zal zonder slapen waarschijnlijk niet lukken. "Ik wil mezelf aanleren dat ik dan bijvoorbeeld elke veertig kilometer even stop en een rustmoment heb."