De vijf spelregels... in het museum

De situatie

Het kan weer! Ook het museum, met de bijbehorende shop aan het eind en meestal een tentje voor thee halverwege, is eindelijk weer toegankelijk voor publiek. Maar wat zijn de mores eigenlijk, tussen al die grote meesters?

De spelregels

1. Neem je ruimte

De anderhalve meter afstandseis is er dan wel af, je doet jezelf en anderen nog steeds een lol door enige ruimte te bewaren. Kijken naar artistieke werken is een kunst en dan is het wel zo fijn dat je niet met de neusharen van een boomer in je nek zit, of een andere bezoeker de pret ontneemt met je knoflookkegel van gisteravond.

2. Fluister functioneel

Die ruimte geldt ook in figuurlijke zin. Ga in een museum niet gillen of bellen, maar fluister functioneel. Wil je iets delen met je metgezel dan kan dat heus, maar liefst alleen over wat je zelf vindt en voelt. Tenzij jij de gids bent, zit lang niet iedereen te wachten op een spontaan college kunstgeschiedenis. Overigens loont het wel om je vooraf te verdiepen in de werken die er hangen en waarom die zo bijzonder zijn. Met iets meer kennis zie je zoveel meer dan met een eerste blik.

Volgens Wieteke van Zeil, presentator van het kunstprogramma Kijken op gevoel is kennis niet altijd nodig, als je het gevoel durft toe te laten. In De Volkskrant vertelt ze: "Veel mensen vinden het moeilijk om naar kunst te kijken. Ook ik ben soms overweldigd door een werk, omdat ik het niet snap. Dan vraag ik mezelf af: moet ik niet de context kennen voordat ik naar dit werk mag kijken? Dat is een vervelende gedachte. Bij het luisteren naar muziek hebben we dat niet. Een lied kan het gevoel versterken dat je op dat moment ervaart. Ik denk dat kunst dat ook kan. Er zit een vrijheid in het kijken naar kunst die waardevol is. Kunst bekijken geeft, net als naar muziek luisteren, koken of dansen, kwaliteit aan je leven. Het helpt je te leren kijken naar de werkelijkheid, ook door de ogen van anderen. Kunst is een vrijplaats om op een veilige manier met emoties om te gaan."

3. Koop die kaart

De prijzen voor toegang tot musea lopen aardig uiteen, dus je doet jezelf (en de culturele sector) een enorm plezier met een museumjaarkaart. Het geeft je gratis toegang bij meer dan 450 musea in het hele land. Of nou ja, gratis. Je schaft ‘m aan voor € 64,90 en voor je nazaten voor de helft. Maar dan kun je wel zo vaak als maar kan die kunst van dicht bij bekijken. Knappe kiek van je eigen kop erop en klaar ben je. Heb je er al een, dan heb je geluk, want dankzij de pauze door tante Cor is-ie nu een maand of zeven langer geldig.

4. Kies knap gezelschap

Een bezoek aan een museum is het fijnst als je iemand meeneemt die er ook echt zin in heeft. Iemand die geraakt kan worden net als jij, of die je juist door andere ogen laat kijken. Een kind meesleuren langs vijftig heiligen omdat dat bij hun culturele ontwikkeling hoort heeft geen zin. Kies dan liever een doe- en proefjesmuseum waar die koters spelenderwijs wat van opsteken. Wil je echt aandachtig kunnen kijken en slenteren in je eigen tempo, dan is een solobezoek dus helemaal geen slecht idee.

5. Kijk niet door je camera

In musea worden ze wel verzamelaars genoemd: mensen die geen kunst verzamelen, maar foto’s van kunst en zowat de hele tentoonstelling door de lens van hun camera of telefoon aanschouwen. "Een fotootje hier en een fotootje daar, zolang de sociale platformen maar up-to-date staan van het wonderlijke bezoek aan een museum. Helaas hebben ze over de kunst aan het eind van de dag niks te vertellen. Met een beetje pech wordt je tig keer gevraagd of je een foto wil maken van de verzamelaar voor een kunstwerk dat ze alleen hebben beoordeeld op hoe achtergrondwaardig het is", schrijft Kunstpunt Groningen erover. En gelijk hebben ze. Kijk om je heen en laat je raken.

Elke week 'Spelregels' volgen? Klik dan op de 'Spelregels'-tag hieronder en vervolgens op 'Volgen'.