De opvoedkwestie: mijn dochter blijft zitten
De zesjarige dochter van Eveline blijft waarschijnlijk dit jaar zitten. Dat vindt ze heel erg, ook omdat ze zichzelf vergelijkt met haar oudere zus. Hoe gaat Eveline hiermee om?
Eveline zag de bui al hangen toen vorige week de rapporten op school werden uitgedeeld: "Mijn oudste dochter Lieke had een prachtrapport, zoals we al hadden verwacht. Maar Yfke, onze jongste dochter, heeft moeite om mee te komen op school. Ze zit nu in groep drie en is nog behoorlijk speels en snel afgeleid. Haar rapport was niet best. Ze loopt op diverse vlakken achter en er bestaat een kans dat ze blijft zitten. Dat vindt ze heel erg want ze vergelijkt zichzelf steeds met haar oudere zus die gemakkelijk leert. Hoe zorg ik ervoor dat Yfke zichzelf minder met anderen vergelijkt en niet haar zelfvertrouwen verliest als ze daadwerkelijk blijft zitten?"
Gedragswetenschapper en oudercoach Loes Waanders begint met een geruststelling: het onderling vergelijken onder kinderen is doodnormaal: "Opkijken tegen je oudere zus hoort erbij. Dat is niet iets om je direct zorgen over te maken, tenzij je het idee hebt dat ze er echt last van heeft. Wat wel belangrijk is, is welke boodschap je als ouder je kinderen meegeeft."
"Sommige ouders leggen erg de nadruk op prestige en het eindresultaat: een goed rapport. Ik raad aan om juist het proces te benadrukken. Zeg dat je gezien hebt hoe hard ze haar best heeft gedaan op school, en bijvoorbeeld dat je weet dat ze het lastig vindt om lang stil te zitten in de klas: knap dat ze dat toch heeft gedaan. Dan krijgen kinderen een heel andere boodschap mee dan dat het puur om de cijfers gaat. En leer ze relativeren. School is slechts een onderdeel van hun leven, naast veel andere dingen zoals spelen, sociale vaardigheden, sport en andere hobby’s."
'Ouders, pas op dat je niet te snel conclusies trekt. Wellicht speelt er iets heel anders'
"Met goedbedoelde opmerkingen als: 'Ach, jij bent wel heel goed in dansen' is het oppassen geblazen, zegt Waanders: "Daarmee kun je een gedachte triggeren die jouw kind in eerste instantie helemaal niet had: 'O, dus ik ben niet goed in school…' Let dus op je eigen aannames."
In plaats van de pijn te willen verzachten is het slimmer om je kind gerichte vragen te stellen, zegt de oudercoach: "Vraag je kind waar ze bang voor is of verdrietig van wordt. Misschien vindt ze het helemaal niet erg om een klas over te doen maar speelt er iets heel anders. Wellicht is ze bang dat ze dan haar vriendinnen niet meer ziet. Dat beschadigde zelfvertrouwen is dan een aanname van de ouders. Pas dus op dat je niet te snel conclusies trekt."
Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Opvoedkwestie-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.