De vijf spelregels van... vega eten
Het wemelt van de ongeschreven regels in het leven. Wetmatigheden die niemand je vertelt, maar waar iedereen een mening over lijkt te hebben. In deze rubriek nemen we iedere week een situatie of gelegenheid onder de loep: hoe hoort het daar eigenlijk? Deze week: de vijf spelregels van vega eten.
De situatie
Het is je vast niet ontgaan, maar het is dus de Nationale Week Zonder Vlees. Probeer het eens, is het idee. Klimaat, gezondheid, dierenliefde: op allerlei terreinen valt er wat te winnen door vlees van je menu te schrappen. Maar wat voor -tariër je ook bent (flexi, vege of pesco), het wordt vlees noch vis als je je niet aan de mores houdt.
De spelregels
1. Geen half werk
Geen biefstuk op tafel, maar wel een kroket bij de lunch, dat zet geen zoden aan de dijk. Ja, je kunt het flexitariër noemen en ja, alle beetjes helpen, maar toch blijf je dan een soort zwevende kiezer.
Dat ondervond ook Jelle Hermus van SoChicken: "Minderen met vlees klinkt makkelijker, omdat je altijd een slag om de arm houdt. Maar ik merkte dat het mijn leven moeilijker maakte. Want als je gewoon vlees eet, waarom zou je dan níet voor die dubbele cheeseburger gaan? Waarom zou je jezelf dan 'tekort doen' en gaan voor de groentequiche? Je kunt het op twee manieren doen: cold-tofu of geleidelijk afbouwen. Ik heb mijn vleesconsumptie (en de consumptie van andere dierlijke producten) jarenlang afgebouwd, waardoor de uiteindelijke overschakeling niet zo schokkend was. Maar de knoop doorhakken maakt het leven uiteindelijk wel iets makkelijker."
2. Vrees geen vervangers
Vleesvervangers vallen vandaag de dag zo in de smaak dat zelfs de Unilevers onder ons er stevig op inzetten. Waar donkergroene denkers zich nog wel eens kunnen afzetten tegen vegetarische gehacktballen of kipstuckjes met kruiden, doe je jezelf een grote lol door het niet meteen af te schieten. Probeer en varieer!
3. Handje erbij
Laat je vlees voor goed links liggen, dan doe je er goed aan om wat extra ei, peulvruchten, sojaproducten, noten en pitten te eten. Eszter Toth, Product Development Manager bij Atida legt uit: "Het is belangrijk om te letten op de voedingsstoffen die je normaal gesproken uit vlees of vis haalt. De belangrijkste voedingsstoffen zijn ijzer, vitamine B12 en omega 3. Door veel noten, spinazie, andere donkere bladgroenten, lijnzaadolie en sojaproducten zoals tofu te eten, kun je deze voedingsstoffen uit een plantaardig dieet halen."
"Veel mensen overwegen echter om aanvullende supplementen te nemen als ze bang zijn dat ze niet genoeg van deze voedingsstoffen binnenkrijgen via hun voeding. Vitamine B12 haal je bijvoorbeeld alleen uit dierlijke producten. Het belangrijkste om te onthouden is dat iedereen uniek is, dus ga vooral voor een persoonlijk advies."
4. Vega vs. vegan
Weet wat je eet. Kies je voor een vegetarische leefstijl, dan sluit je vlees uit, maar eet je nog wel eieren en kaas en drink je een glas melk bij je ontbijt. Ga je nog een stapje verder, dan kies je voor de veganistische stijl en vervang je alle dierlijke producten door plantaardige varianten. Best een puzzel in de keuken (of eigenlijk al in de supermarkt), maar ook een toffe uitdaging om juist binnen die kaders elke dag weer iets heerlijks op tafel te zetten.
5. Het mes snijdt aan twee kanten
Het ligt er natuurlijk een beetje aan in welke kringen je verkeert, maar reken er maar op dat je omgeving soms best even moet wennen dat het niet bij die ene week zonder vlees blijft. 'Doe niet zo ongezellig', hoor je dan als de bruine fruitschaal voor je neus staat. En als je ergens wordt uitgenodigd, zul je toch moeten vragen of mensen rekening met je houden. Maar, het mes snijdt aan twee kanten. Je kunt prima zeggen dat jij je fijner voelt als je geen vlees eet, maar je hoeft de ander ook niet actief van zijn of haar biefstuk af te brengen.