Komt een 'kwetsbare vrouw' bij de verloskundige: 'Ze verdienen 'n tweede kans'
Hoe ga je om met zwangeren van wie eerdere kinderen uit huis zijn geplaatst? Verloskundige Sylvia von Kospoth (60) worstelt ermee. Van haar wordt volgens het beroepsprotocol verwacht dat ze de nieuwe zwangerschap meldt bij instanties als jeugdzorg, maar soms is dat in tegenspraak met haar gevoel. "Deze moeders zijn als de dood dat ook hun nieuwe kind van hen wordt afgepakt."
"Je wint het niet van jeugdzorg", zegt een huilende moeder in de documentaire Goede moeders, die woensdagavond werd uitgezonden bij de KRO-NCRV. In de film, geregisseerd door Jorien van Nes, wordt verloskundige Sylvia von Kospoth gevolgd. Steeds vaker krijgt zij in haar praktijk in het Friese Harlingen te maken met zwangeren wier eerdere kinderen uit huis zijn geplaatst op advies van de Raad voor de Kinderbescherming. Veel van die vrouwen en hun partners hebben inmiddels een stabiel(er) leven opgebouwd, maar gaan gebukt onder de dreiging van een nieuwe uithuisplaatsing én de gegronde vrees dat hun oudere kinderen nooit meer thuiskomen.
Als verloskundige wordt van Sylvia verwacht dat ze het meldt bij Veilig Thuis of gemeentelijke instellingen als een zogenoemd 'kwetsbare vrouw', die eerder te maken heeft gehad met jeugdzorg, opnieuw zwanger raakt. Zo kan een risico-inschatting worden gemaakt voor het ongeboren kind. Maar dat protocol druist dikwijls in tegen haar gevoel.
De verhalen die ze hoort van de zwangeren komen volgens haar vaak niet overeen met wat ze op hun verzoek leest in de rapportages over hen. Wat is de waarheid? En wat als mede door haar toedoen deze vrouwen opnieuw moeten toezien hoe hun kind uit huis wordt geplaatst, op basis van slecht gefundeerde rapportages?
'Wat is er zo fout aan deze moeder?'
"Ik ben niet verplicht om het te melden, ik ben nog steeds een zelfstandig functionerende verloskundige, maar ik word wel geacht het te doen", zegt ze aan de telefoon. "Aan de ene kant zodat de instanties een risicotaxatie kunnen maken voor de veiligheid van het ongeboren kind, aan de andere kant om degene bij wie ik de melding doe de mogelijkheid te geven mij op de hoogte te stellen van wat er precies is gebeurd en waar ik op moet letten."
"Als ik een melding doe, ga ik ervan uit dat als er iets ernstigs is wat ik over het hoofd zie, mij dat als verloskundige wordt verteld. Wat is er nou zo fout aan deze moeder die hier voor me zit? Het zou twee kanten op moeten werken, maar dat is niet mijn ervaring. Van jeugdzorg of de kinderbescherming hoor ik nooit iets terug na zo’n melding."
Wat zij in haar praktijk ziet zijn geen slecht functionerende of ongeschikte moeders, maar zwangeren die niets liever willen dan een kind en ontzettend bang zijn dat dat kind hen opnieuw wordt afgenomen. "Ze zeggen dat er onwaarheden in de rapportages over hen staan en hebben er geen vertrouwen meer in dat er naar hen wordt geluisterd. Ze vragen mij: lees alsjeblieft mee in die rapportages. Dan kom ik de gekste dingen tegen. Alleen al een naam van een partner die niet klopt, bijvoorbeeld."
"Ik weet natuurlijk nooit de hele waarheid, ik moet afgaan op wat die moeders mij vertellen, maar het stelt me voor een groot dilemma als ik weet of vermoed dat er onwaarheden in het dossier staan. Voor mij is het heel moeilijk om een melding te doen als ik een goede moeder zie, die ik zelfregie gun."
Achter gesloten gordijnen leven
Natuurlijk, als een kind onveilig is moet het weggehaald worden bij de ouders, Sylvia is de eerste om dat toe te geven. "Maar het moet wel gebaseerd zijn op feiten, en ik zie te vaak aannames, vermoedens en foutrapportages." Bovendien vindt ze dat iedereen een tweede kans verdient. "Deze vrouwen willen participeren in de samenleving en niet gestigmatiseerd achter gesloten gordijnen leven. Ze willen meedoen, moeder zijn."
Nu zitten deze vrouwen de hele zwangerschap in de stress of ze de baby straks wel mogen houden. "De stress van deze vrouwen is van een niveau dat jij en ik in ons leven niet zullen halen. Daarbij komt ook nog eens de ondraagbare druk die ze ervaren omdat de termijn voor terugplaatsing van hun eerdere kinderen dreigt te verstrijken. De nachten zijn niet door te komen voor deze vrouwen. Dan is het gemis het grootst, dan liggen ze in bed met de knuffels van hun kinderen, op het lakentje dat ze niet wassen in de hoop dat het in de verte nog naar hun kind blijft ruiken. Het is heel schrijnend. Ze gaan er echt onder gebukt."
Los van dat die stress bewezen niet goed is voor moeder en ongeboren kind, leidt het soms ook tot ongezonde gewoontes, zoals roken tijdens de zwangerschap. In de documentaire zijn twee rokende zwangeren te zien. "Ze weten wel dat het slecht is, ze proberen echt te minderen, maar het is een van de weinige dingen waardoor ze zich even wat lekkerder voelen. Het is heel moeilijk om daarmee te stoppen. Deze vrouwen hebben heel veel zorg nodig, maar die is er nauwelijks. Dat vind ik onbegrijpelijk."
Niet nóg een kind baren voor de staat
In de documentaire valt op hoe bovengemiddeld betrokken Sylvia als verloskundige is bij 'haar' zwangeren. "Dat krijg ik heel veel te horen ja. Ik ben nu eenmaal geen vroedvrouw die alleen maar controletjes doet, ik wil de vrouwen leren kennen en hen de kans geven om mij te leren kennen. Ik vind het ontzettend belangrijk om vrouwen te begeleiden tijdens hun zwangerschap en daarvoor hebben we gewoon tijd nodig. Dat geeft rust. Als je ze heel goed coacht, kunnen ze prachtig bevallen."
Sylvia kan het niet rijmen dat moeders die hun pasgeboren kindje wel mogen behouden en dus op dit moment geschikt worden bevonden voor het moederschap, tegelijkertijd het gezag over hun oudere kinderen voorgoed kunnen kwijtraken, zoals een van de vrouwen in de documentaire overkomt. "Als verloskundigen hebben we de zwangerschap van deze vrouw bewust niet gemeld. In de documentaire zegt ze: ik wil niet nog een kind baren voor de staat."
"Uiteindelijk is er wel een onderzoek geweest naar dit gezin, omdat het via andere wegen toch bij de instanties terechtkomt. Ze zijn er glansrijk doorgekomen, hadden niet eens extra zorg nodig. De moeder krijgt te horen dat ze een hele goede moeder is en het fantastisch doet, en een paar dagen later ontvangt ze een brief dat ze uit het ouderlijk gezag gezet zullen worden bij hun oudere kind. Dat was een moment voor mij dat ik zei: nu begrijp ik het niet meer."
Ook de ervaringen van een Afghaans gezin in de documentaire raakten haar. De (nu) zwangere vrouw vertelt dat ze in observatie een injectie heeft gekregen om vooral niet zwanger te raken. "Daar werd ik echt naar van", zegt Sylvia. "Ik behoud altijd professionele afstand, maar dat greep me heel erg aan. Het kan dus nóg erger allemaal, dacht ik. Deze mensen hebben de meest vreselijke dingen meegemaakt en zijn zo beschaafd en zo dankbaar dat ze in Nederland zijn en mogen blijven, ze waren zo blij en in en in gelukkig, en dan gebeurt er zoiets."
Fouten uit het verleden rechtzetten
Volgens Sylvia hebben we te maken met een falend, bureaucratisch zorgsysteem. "We weten allemaal dat de bureaucratie op hol geslagen is, waarom veranderen we dat dan niet?" Sylvia zou graag zien dat instanties in het verleden gemaakte fouten ook recht durven te zetten. Dat gebeurt volgens haar nog te weinig.
"Feiten zijn feiten en een vermoeden is een vermoeden. Fouten mogen niet door de vlugheid van ons bureaucratisch systeem blijven voortbestaan. Als er iets moet veranderen dan is het de polarisatie in de zorg. We zouden met elkaar naar een oplossing toe moeten werken en deze moeders en gezinnen beter moeten begeleiden."
Reactie Veilig Thuis
Veilig Thuis zegt in de documentaire Goede moeders dat verloskundigen liefst tijdig melding moeten doen als ze zorgen hebben over een baby of een moeder. Met een onderbuikgevoel moet je al iets doen, zeggen zij. "En als we samen uitkomen op een melding, is er veel meer aan de hand dan alleen een onderbuikgevoel." Veilig Thuis beoordeelt vervolgens of een melding direct wordt overgedragen aan de hulpverlening, zoals gebiedsteams, of dat de situatie dermate ernstig is dat Veilig Thuis zelf contact wil hebben met de moeder.
Niet over een nacht ijs
"Veilig Thuis is ook weleens in het nieuws omdat wij ons werk niet goed zouden doen, of alleen maar de kinderen uit huis halen. Maar als je naar de feiten kijkt, dan A. halen wij geen kinderen uit huis, dat doet de Raad voor de Kinderbescherming met de rechter, en B. in de hele range aan meldingen - en dat zijn er meer dan 3.000 - is er maar een fractie waarin wij vinden: 'oei, we willen dat de rechter en de Raad gaan toetsen of het veilig is voor de kinderen thuis'."
Een uithuisplaatsing gebeurt echt niet zomaar, bezweren zij. "Daarbij gaan we niet over een nacht ijs." Bovendien is het uitgangspunt altijd dat ouders en kinderen op den duur weer met elkaar worden herenigd, aldus Veilig Thuis.
In de documentaire loopt het trouwens (spoiler alert!) relatief goed af met de nieuwe geboortes: alle kinderen mogen bij hun ouders blijven, al is dat in sommige gevallen onder toezicht. Alleen de oudere kinderen zijn nog niet allemaal herenigd met hun ouders en het is de vraag of dat ooit nog zal gebeuren.
De documentaire Goede moeders is hier terug te zien.