Duurzame docent André wil wereld 'n beetje beter maken: 'Hebben wind mee'
Een beter milieu begint bij jezelf. Maar hoe dan? In deze zomerserie laten we zogenoemde 'planeetredders' aan het woord die ieder op eigen wijze hun steentje bijdragen aan een groenere wereld. Deze week: André de Hamer (54) verbetert de wereld al meer dan twintig jaar met onderwijs. "De impact wordt groter door anderen op te leiden, kennis door te geven en met elkaar te leren."
"Voor goed onderwijs hoef je niet in een klaslokaal te zitten", zegt André de Hamer. Die boodschap probeert hij aan leraren in Nederland, maar ook ver daarbuiten, over te brengen. In de Indonesische provincie Atjeh bijvoorbeeld, dat in 2004 op tweede kerstdag grotendeels werd verwoest door een zware zeebeving die een vloedgolf veroorzaakte. Er waren meer dan 170.000 doden.
André was in 2006 samen met 16 Nederlandse leerkrachten in het gebied om de scholen, die werden herbouwd door Oxfam Novib, te helpen met de wederopbouw. Als projectleider had hij samen met collega's van verschillende scholen uit Utrecht, en met flinke financiële ondersteuning van de Katholieke Scholenstichting Utrecht (KSU), geld ingezameld om vijf jaar lang workshops en uitwisselingen aan te bieden, voor de leraren die het hadden overleefd en de nieuwe leraren.
"We lieten de Indonesische leraren zien dat je ook buiten kunt lesgeven door de omgeving te gebruiken. Met de methode realistisch rekenen gebruik je bijvoorbeeld alles wat je om je heen ziet. Een aardrijkskundeles kun je prima buiten doen. Je vergelijkt je eigen omgeving met andere gebieden en landen. Dat kan juist heel goed buiten."
Rekenen in het bos
André werkt op projectbasis ook bij Nederlandse scholen en voornamelijk bij Pabo's. Want de toekomst zit volgens André in het onderwijs. Pabo-leerlingen en hun docenten zijn belangrijk, want de leerlingen leiden binnenkort een nieuwe generatie wereldburgers op. "Wij organiseren verschillende schoolprojecten gericht op duurzaamheid, zoals outdoorweken in de natuur. Hiermee laten we de toekomstige leraren zien hoe leuk en nuttig natuureducatie kan zijn. In het bos kun je bijvoorbeeld ook leren rekenen, met takjes of blaadjes. Kinderen worden enthousiast van buiten zijn en zijn daar net zo gemotiveerd als in de klas achter een schriftje."
Duurzaam onderwijs voelt voor hem logisch, het is dé manier om kennis te verspreiden. Na een leven als fysisch geograaf en aardrijkskundeleraar wilde hij mensen die bezig waren met duurzaamheid en het onderwijs verbinden, daarom richtte hij in 2005 de Duurzame Pabo op, een netwerk van mensen die bezig zijn met duurzame ontwikkelingen in het onderwijs. Het is een stichting waaruit projecten en masterclasses ontstaan, zoals een project om kinderen en jongeren meer te leren over voedsel, zodat ze weten waar het vandaan komt en goede keuzes maken. "De impact blijft langer als je anderen opleidt, informatie doorgeeft en met elkaar leert."
Niet met vingertje wijzen
Goed voor de aarde zorgen zit André in het bloed. Van huis uit leerde hij zo min mogelijk plastic zakjes te gebruiken, zijn ouders aten weinig vlees en op zijn twaalfde besloot André helemaal geen vlees meer te eten. "Dat was niet moeilijk, meer een logische keuze nadat ik leerde hoe we als mensen met grondstoffen en dieren omgaan."
André woont met zijn vrouw en dochter in de polder in Zeeuws-Vlaanderen. In de schuren op het erf naast hun privéwoning, is een zorgboerderij die wordt gerund door zijn vrouw. Hij fietst veel, maar die elektrische Kia op de oprit is toch ook echt nodig.
"Hier in de polder kom je helaas niet ver met het openbaar vervoer. De Kia heeft 140.000 kilometer op de teller en wordt in de zomer volledig opgeladen door onze zonnepanelen. Ik rijd bewust lang met dezelfde auto, pas dan wordt elektrisch rijden duurzaam." Hij vindt duurzaam leven belangrijk, maar het moet wel leuk blijven. Van fanatisme houdt hij niet. "Zodra mensen met een vinger gaan wijzen, haak ik af."
'CO2-zondes koop ik af'
Hij is zelf ook niet perfect, geeft hij toe. "Als geograaf heb ik me suf gereisd. Nog steeds reis ik voor projecten de wereld over. Ik kom net terug uit Nepal, ik zit in het bestuur van de stichting 4 Smiling Faces, een organisatie die de leefwereld van kinderen in tehuizen in Nepal verbetert met kleinschalige projecten. Als ik reis koop ik mijn CO2-zondes af door bomen te planten via Trees For All, een organisatie waar je de uitstoot van je vliegreis kunt berekenen en die enigszins kunt compenseren."
Nepal is bijzonder voor hem. Vorig jaar maakte hij zo'n zelfde reis voor de stichting nadat hij herstellende was van een ongeluk met zijn racefiets. In 2020 werd André met zijn racefiets aangereden door een auto. Hierbij liep hij naast vele botbreuken en kneuzingen ook een schedelbasisfractuur en een hersenkneuzing op. "Het was kantje boord en ik heb er blijvend hersenletsel aan overgehouden."
Zijn dromen zag hij vervliegen. Zijn projecten vielen stil. Hij herkende zijn eigen lijf niet meer. "Dat was even wennen. Ik kon geen prikkels meer verdragen en daardoor niet meer werken. Ik werd er chagrijnig van en was het spuugzat de hele tijd die patiënt te zijn."
Na een lange periode van revalidatie lukte het hem uit de slachtofferrol te stappen. "Ik heb geaccepteerd dat het leven resoluut is veranderd. Er is nu eenmaal restschade, deal er maar mee, het gaat niet veranderen. Sinds ik dat heb geaccepteerd, is het leven weer leuker. Ik richt me op wat ik belangrijk vind: mijn gezin en de wereld een beetje beter maken."
Na een tijdje durfde hij een vliegreis naar Kathmandu, Nepal, aan. "Als ik dat overleefde, kon ik alles weer aan. Door die reis werd ik dankbaar. Ik had een gezin en woonde in een land met een werkend gezondheidssysteem, de weeskinderen daar hadden niemand om op terug te vallen. Zodra ze achttien zijn, worden ze aan hun lot overgelaten. Na die reis durfde ik voorzichtig meer werk op te pakken. Het lukt me nu om vijf, soms zes uur per dag te werken."
'De oude André' vieren
Met zijn vrouw en dochter organiseerde hij deze zomer een feest om te vieren dat 'de oude André' er weer was en het gezin weer prettig functioneerde. Met hen wilde hij delen hoe bijzonder en gaaf – zijn eigen woorden – de projecten zijn waaraan hij werkt. Daarom vlogen ze deze zomer met het gezin naar Nepal.
"Ik snap dat mensen dit hypocriet vinden, maar je kunt nu eenmaal niet op de fiets naar Nepal. Daarnaast vind ik het belangrijk om niet alleen dicht bij huis een bijdrage te leveren, maar ook in landen waar er vanuit de overheid minder wordt geregeld." Dan lacht hij: "En na die vlucht zijn er weer heel wat bomen geplant."
Langzaam ziet hij hoe de maatschappij steeds meer open staat voor duurzaamheid. "Het is een bewustwording bij mensen die groeit en gelukkig steeds groter wordt. Vijf jaar geleden had ik een gesprek bij het Ministerie van Onderwijs om te praten over duurzaamheidsthema's op scholen. Wat een verspilde tijd en moeite, dacht ik toen ik het gebouw uitliep. Nu nemen ze mensen aan op dit thema."
Ook genieten
"Klimaatverandering gaat me aan het hart. Ik vind het niet prettig, maar toch zeg ik ook: laten we niet vergeten te genieten en ook dat door te geven aan de kinderen. Aan alles merk ik dat we de wind mee hebben op dit moment. Er is echt iets veranderd in Nederland. Dat voelt goed."
Wat kun jij doen?
- "Kijk hoe je nog beter voor jezelf kunt zorgen zonder anderen of de planeet extra te belasten. Denk bijvoorbeeld aan je gezondheid en beweging."
- "Bedenk iets wat je voor een ander kunt betekenen (dichtbij, of veraf), ook weer zonder de planeet extra te belasten."
- "Bedenk iets waarmee je beter voor je omgeving zorgt. Zo breng je de mooiste definitie van duurzame ontwikkeling in de praktijk: goed zorgen voor jezelf, de ander en je omgeving. Hier en nu, daar en later. Vergeet niet om hierbij ook plezier te hebben!"