'Al na tien minuten verlieten ze gedesillusioneerd het voetbalstadion'
Journalist Franke blogt elke woensdag over de avonturen van haar gezin. Deze week blijkt dat het vader-zoon-uitje naar een voetbalwedstrijd geen goed plan was. "Denk maar niet dat we gaan ruilen."
Olle (9) houdt van voetbal. Twee keer per week gaat hij met heel veel zin trainen, één keer per week speelt hij met zijn team een wedstrijd in de buurt. Elke dag trapt-ie een balletje op het schoolplein en hij zegt minstens driehonderd per week dat hij de nieuwe Messi gaat worden. Aan zelfvertrouwen geen gebrek.
Manlief besloot hem te verrassen met een bezoek aan een wedstrijd van zijn favoriete club. Hij werd lid van de supportersvereniging, waarmee hij in de tweede ronde kaartjes kon kopen. De kaartjes die nog over waren als de jaarkaarthouders al hun stoelen hadden ingekocht.
Plekken naast elkaar vinden bleek schier onmogelijk. De kruimels bleken enkele plekken verspreid over de hele tribune, net onder het dak, driehoog-achter. Hij koos voor een wedstrijd die niet al te beladen zou zijn en die op een moment plaatsvond dat Olle 's avonds op een normale tijd naar bed kon. Dat betekende: twee losse stoelen, driehoog-achter, met twee mensen tussen hen in.
"Denk je dat die twee zo vriendelijk zijn om een plekje op te schuiven?", vroeg manlief. Ik twijfelde. Het was even geleden dat ik in een voetbalstadion was geweest - precies 25 jaar - toen ik als steward in diverse voetbalstadions had gewerkt. In die tijd was de sfeer een stuk minder grimmig, dus ik durfde het niet met zekerheid te zeggen. "Weet je wat?", zei manlief, "ik gok erop dat ze aardig zijn."
Middelvinger
Het werd een slechte gok. Manlief en Olle waren nog niet bij hun stoelen aangekomen, of de mannen tussen hen in scandeerden: "Als je maar niet denkt dat we voor je opschuiven." Manlief probeerde het met een klein smeekje, met 'de eerste wedstrijd met mijn zoon', met: 'hij vindt het nog een beetje spannend'. Hij kreeg een middelvinger terug.
Olle begon te huilen, manlief te vloeken. De mannen tussen hen in maakten duidelijk dat dit hun territorium was en gaven, bij wijze van roffel op de borst, diverse matties voor en achter hen een boks. De boodschap was duidelijk: op een warm welkom hoefden ze niet te rekenen. Manlief probeerden het nog met Olle op schoot, staand tussen zijn benen, maar het was 'm allemaal niet. Helaas.
Olle (snotterend) en manlief (binnensmonds vloekend) verlieten gedesillusioneerd de tribune. Ze hadden precies tien minuten van de wedstrijd meegekregen, toen was de lol eraf. Het zou die dag niet meer gezellig worden. Ik las ondertussen online dat meer mensen niet meer naar een voetbalstadion gingen omdat de sfeer niet bepaald gezellig was.
"Je moet ook geen kaartjes kopen voor een club, maar voor het Nederlands elftal, daar gaat het een stuk gemoedelijker aan toe en zitten ook veel meer kleine kinderen op de tribune", tipte vriendin Daan toen we uitpuften op het terras na een gemoedelijk spelletje padel.
Niet zo spannend, groots en meeslepend
Ik vond het een briljante tip. Tot die tijd moest Olle het maar doen met zijn favoriete club op de tv. Dat was niet zo spannend, groots en meeslepend als een voetbalwedstrijd in een stadion. Maar zijn vader zat in ieder geval gezellig naast hem en het uitzicht was top.
Dat dan weer wel.
Geen aflevering van 'bij ons thuis' missen? Klik dan op de 'Bij ons Thuis'-tag en vervolgens op volgen.