Melissa droomde als kind al van Japan en woont er nu tien jaar: 'Blijf wel 'n buitenstaander'
In deze serie komen Nederlanders aan het woord die ons land achter zich lieten om in een ander land een nieuw leven op te bouwen. Waarom zijn ze vertrokken? Wat zijn de cultuurverschillen? En wat missen ze (niet) aan Nederland? Deel 5: Melissa Costa (33) woont sinds 2014 in Japan en al acht jaar in Tokio. "Dit is een jeugddroom die is uitgekomen."
Het begon voor Melissa allemaal met de Japanse animeserie Dragonball Z. "Als kind keek ik dat samen met mijn broer en we waren er helemaal door geobsedeerd." Later ontdekte ze pas dat de serie uit Japan kwam en dat er nog veel meer anime was.
"Daar ben ik als tiener toen ingedoken. Toen ik voor het eerst de Japanse taal hoorde, kon ik er helemaal niks van maken, maar ik vond het meteen heel cool en wilde het leren.” Zodra ze ontdekte dat je ook Japans kon studeren, wist ze dan ook meteen dat dat de studie voor haar was.
Melissa, die opgroeide in Numansdorp en Zierikzee, ging studeren in Leiden. In 2010 kon ze met een studiereis voor het eerst naar Japan. "Dat was nog toffer dan ik me had voorgesteld. Ik houd van Japanse artiesten en die kon ik daar in Tokio live zien optreden." Tokio had sowieso meteen een grote aantrekkingskracht op haar. "Het was een plek die totaal anders was dan ik gewend was, met een heel andere cultuur. Ik wist meteen dat ik terug wilde."
Zonder concreet plan
In 2014 was het zover. De studie was afgerond en zonder een concreet plan, vertrok Melissa naar Tokio. "Achteraf denk ik wel eens: hoe is dat in godsnaam allemaal goed gegaan, maar ik had er alle vertrouwen in." Ze ging wonen in een share house, een gedeeld huis. Daar sliep ze met veertig mensen in een zaal vol stapelbedden. Dat was het goedkoopste.
"Als je op je privacy gesteld bent, kan ik het niet aanraden. Je doet zachtjes voor elkaar en je hebt een gordijntje om je bed heen, maar dat is het dan ook."
Maar Melissa was toen 22, kwam net uit een studentenhuis en ze vond het juist heel gezellig, want zo ontmoet je natuurlijk ook mensen. "Er waren Duitsers, Fransen en een paar Japanners. En een van die Japanners is nu mijn man", vertelt ze lachend. Ze sliepen in dezelfde kamer, maar de vonk sloeg pas over nadat Melissa een baan als lerares Engels kreeg, waarvoor ze Tokio moest verlaten. "Ik verhuisde naar het noorden, maar toen ik voor een nationale feestdag even terug in Tokio was, vroeg ik of hij me had gemist. En dat was zo."
"Hoelang ik hier ook woon, ik blijf altijd een buitenstaander."
Hij trok bij haar in – 'het eenkamerappartementje was piepklein, maar vergeleken met een stapelbed was dit een upgrade' – en toen hij na twee jaar een goede baan kreeg aangeboden in Tokio keerden ze daar samen terug. Want dit is toch de stad waar ze het liefste woont. Inmiddels werken ze allebei bij hetzelfde beveiligingsbedrijf. Daarnaast is Melissa parttime gids, waarbij ze toeristen de diversiteit van Tokio laat zien. Van de moderne, drukke wijken tot de traditionele delen met prachtige tempels. In haar vrije tijd zit ze bij een dansgroep, waarmee ze de traditionele festivaldans Yosakoi uitvoert.
In de acht jaar dat Melissa nu in Tokio woont, heeft ze veel vrienden gemaakt, maar dat zijn voornamelijk andere buitenlanders die ook in de wereldstad zijn komen wonen. Met Japanners heeft ze zeker wel contact, maar geen diepe vriendschappen. "Hoelang ik hier ook woon, ik blijf altijd een buitenstaander." Er zijn cultuurverschillen die vriendschappen in de weg staan. "Japanners laten niet snel zien wie ze echt zijn. Dat is een onderdeel van de Japanse maatschappij. Thuis laat je je ware gezicht zien, maar buiten de deur heb je een masker op."
Je werk- en je privépersoonlijkheid
Daar zijn zelfs Japanse woorden voor: honne en tatemae. Honne is wie je echt bent en wat je echt voelt. Tatemae is hoe je je buiten de deur aanpast naar de verwachtingen van de maatschappij. "In zekere zin heeft iedereen dat. Ik heb ook een werkpersoonlijkheid die anders is dan hoe ik privé ben." Maar het contrast is minder groot. "Ik ben een open persoon en laat altijd wel iets van mezelf zien. Ik denk dat ik minder stress heb omdat ik mijn emoties uit. De meeste Japanners kroppen alles op."
Haar man is een uitzondering, al was dat in het begin even aftasten. "In Japan gaan ze er soms van uit dat je gedachten kunt lezen. Op momenten waarop ik verwachtte dat hij me vertelde wat hem dwars zat, vond hij dat ik dat had moeten aanvoelen." Dat is nu wel veranderd. Zo direct als een Nederlander zal een Japanner nooit zijn, maar Melissa’s man weet wanneer hij wat duidelijker moet zijn.
"En ik kan hem inmiddels ook beter lezen. Maar wat vooral helpt, is dat hij een moderne Japanner is, die in een huis woonde met allerlei andere nationaliteiten en daar open voor staat. Dat scheelt enorm, want een relatie met een zeer traditionele Japanse man zou te moeilijk voor me zijn."
Veganistisch is een uitdaging
Het stel leeft sinds een aantal jaar veganistisch en dat is in Japan een uitdaging. "In Tokio kan het, maar daarbuiten wordt het lastig." In de stad zijn veel buitenlanders die geen dierlijke producten eten, maar Japanse vegetariërs of veganisten zijn er in Melissa’s omgeving amper. "Ze zijn helemaal niet met dierenwelzijn bezig. Daar denken ze niet over na." Dat is dus wel iets wat ze mist aan Nederland: de ruime keuze aan vleesvervangers in de supermarkt. "Dat heb je hier helemaal niet."
Daarnaast mist Melissa een gezonde werk-privébalans. "In Nederland werk je hard, maar daar krijg je veel voor terug. In Japan is het keihard werken zonder dat je daar een goed salaris voor krijgt." Onbetaald overwerken wordt bij traditionele bedrijven nog gezien als normaal. "Dat heet service overwerk en dan komen mensen soms wel aan de zestig uur per week, terwijl ze voor veertig uur betaald krijgen."
Dat is bij Melissa’s baan niet het geval, maar ze heeft wel het standaard aantal vakantiedagen dat in Japan geldt: maar tien per jaar. Dus als ze twee weken naar Nederland komt om familie te zien, is alles in één klap op.
Japanse droom
Er zijn heus wel eens dagen dat ze baalt en naar Nederland verlangt, want emigreren is nooit alleen maar leuk. "Maar op andere dagen kijk ik in de metro op weg naar werk even om me heen en dan besef ik weer dat het is gelukt. Ik woon hier gewoon in een van de grootste metropolen aan de andere kant van de wereld. Ik kom uit een compleet andere cultuur, maar ik spreek de taal en heb hier een leven opgebouwd. Destijds was het mijn droom om in Japan te wonen en die is gewoon uitgekomen. Dat heb ik toch maar mooi gedaan."