Zondaginterview

Arenda ging voor de liefde naar Oekraïne, nu strijdt ze in oorlogstijd voor haar zoon met Down

Door Marloes van de Wakker··Aangepast:
© Eigen fotoArenda ging voor de liefde naar Oekraïne, nu strijdt ze in oorlogstijd voor haar zoon met Down
RTL

Voor de liefde verhuisde Arenda naar Oekraïne. Toen haar zoon met het syndroom van Down werd geboren, ondervond ze hoe groot het taboe op anders-zijn was. "De ziekenhuispapieren om afstand van hem te doen lagen al klaar." Inmiddels runt ze een inclusieve bakkerij waar jongeren met een beperking kunnen leren en werken en delen ze - midden in de oorlog - brood en soep uit. "Als ik van tevoren had geweten hoe intensief ons leven zou worden, had ik het alsnog gedaan."

"Het is er zeker niet rustiger op geworden, ook al ligt de frontlinie nu niet meer op een paar kilometer afstand van ons huis zoals aan het begin van de oorlog." Harde knallen en trillende ramen door drone – en raketaanvallen zijn nog dagelijks realiteit voor Arenda Vasylenko - Van de Ree (49), haar man en vier kinderen die in de Oekraïense stad Brovary wonen.

Aan de andere kant van het beeldscherm zit een vrouw met een vriendelijk gezicht en een serene uitstraling. Arenda draagt een witte blouse met prachtig borduurwerk. Het is 'Vyshyvanka Day', vertelt ze. Een nationale feestdag waarop de tradities van het Oekraïense volk worden gevierd door het dragen van traditioneel geborduurde Oekraïense kledij.

Arenda en haar gezin een aantal weken geleden in Kaniv, Oekraïne, tijdens een dagje weg. De kinderen zijn nu 23, 21, 17 en 11 jaar oud.© Eigen foto
Arenda en haar gezin een aantal weken geleden in Kaniv, Oekraïne, tijdens een dagje weg. De kinderen zijn nu 23, 21, 17 en 11 jaar oud.

Het leven gaat door

"Wanneer ik vroeger boeken over de Tweede Wereldoorlog las, dacht ik altijd: hoe kunnen die mensen naar de film of het theater gaan met alles wat er gebeurt? Nu doen we het zelf. Ondanks alle ellende gaat het leven ook door: we gaan naar ons werk, mensen trouwen, krijgen kinderen. We vieren verjaardagen en feestdagen zoals vandaag."

Oekraïne is inmiddels al vijfentwintig jaar thuis voor de van oorsprong Nederlandse Arenda. En ondanks de oorlog zijn zij en haar man vastbesloten om te blijven. "Ik geloof niet dat Oekraïne ten onder gaat. We gaan door. Oekraïners zullen niet stoppen voordat er rechtvaardige vrede is."

Verliefd op Oekraïne

Arenda is drieëntwintig als ze voor het eerst naar Oekraïne gaat. Samen met een groep medestudenten gaat ze een aantal weken aan de slag bij een christelijk kinderkamp voor kansarme kinderen. Daar ontmoet ze Andriy. Hoewel ze hem maar een paar keer kort ziet, is ze onder de indruk. "Ik wist gelijk dat ik hem niet snel zou kunnen vergeten. We hielden contact via de telefoon en schreven elkaar."

"Ik wist gelijk dat ik hem niet snel zou kunnen vergeten." In 2000 trouwden Arenda en Andriy.© Eigen foto
"Ik wist gelijk dat ik hem niet snel zou kunnen vergeten." In 2000 trouwden Arenda en Andriy.

De vonk dooft niet. In 2000 trouwt het stel voor de wet in Nederland en niet lang daarna voor de kerk in Oekraïne, waarna Arenda definitief die kant opgaat. "Ik heb dat nooit als een enorm besluit gezien. Het voelde goed en ik wist dat ik mijn man niet naar Nederland moest halen. Hij is Oekraïner in hart en nieren, hij houdt echt van zijn land."

Ook Arenda voelde gelijk een klik met Oekraïne. "Het is een bijzonder land. De mensen zijn heel echt, moedig, vindingrijk, gastvrij en flexibel. Als ik nu ook zie hoe ze alles op alles zetten om hun land te verdedigen, kan ik daar alleen maar met bewondering naar kijken."

"Inmiddels voel ik me haast op genetisch niveau thuis hier, alsof mijn eigen voorouders ook uit Oekraïne komen. Als ik van tevoren had geweten hoe intensief ons leven zou worden, had ik het alsnog gedaan."

'Het lijkt wel of hij het syndroom van Down heeft'

Eenentwintig jaar geleden bevalt ze van haar tweede kind, zoon Petro. Ze heeft dan al een dochtertje van twee jaar oud. "Toen ik naar hem keek dacht ik intuïtief: het lijkt wel alsof hij het syndroom van Down heeft. Geschokt was ik niet, ook al was er niets vastgesteld tijdens de zwangerschap. Ik was gelijk heel dankbaar en blij met hem."

Arenda met de twee dagen oude Petro in de kraamkliniek.© Eigen foto
Arenda met de twee dagen oude Petro in de kraamkliniek.

Maar dit gevoel van acceptatie geldt niet voor iedereen. Nadat Petro is weggehaald voor een gezondheidscheck en de gebruikelijke inentingen, komt hij maar niet terug. Na zes uur besluit Andriy hem te gaan zoeken. Hij vindt zijn pasgeboren zoon terug in een apart kamertje in het ziekenhuis. "De documenten om met een simpele handtekening afstand van Petro te doen lagen al naast hem klaar."

Taboe

Twintig jaar geleden waren kinderen met het Downsyndroom of andere beperkingen nog een taboe in Oekraïne. "Dat stamt uit de tijd van de Sovjet-Unie, waarin alles wat afweek van het perfecte plaatje werd weggemoffeld. De meeste van zulke kinderen werden afgestaan aan de staat en belandden in tehuizen en internaten tussen de mensen met zware psychiatrische stoornissen."

"Het was gelijk duidelijk dat er helemaal geen infrastructuur was voor kinderen met autisme en verstandelijke beperkingen."

"Gelukkig was ik nog een beetje versuft van de bevalling en vertelde mijn man me pas na drie maanden over de papieren. Ik weet niet wat ik anders had gedaan. Het is bizar dat dit als 'normaal' en 'beter' werd gezien voor ouders. Dit was ons kind: natuurlijk gingen we hem liefhebben en grootbrengen."

Geen voorzieningen

Petro komt terecht in een land wat totaal niet op hem is ingesteld. "Het was gelijk duidelijk dat er helemaal geen infrastructuur was voor kinderen met autisme en verstandelijke beperkingen. Geen speciaal onderwijs, dagbesteding of sociale werkplaatsen zoals ik dat uit Nederland kende."

"Ik moest mensen ook echt uitleggen dat hij niet ziek was en vragen of ze hem simpelweg wilden accepteren zoals hij was. Soms was dat wel moeilijk. Vooral toen mijn eigen schoonmoeder een keer zei dat ik moest zorgen dat hij zijn tong binnenhield. Dat hebben kinderen met down nou eenmaal niet onder controle, dat hoort bij hem."

"Ik moest mensen uitleggen dat Petro niet ziek was."© Eigen foto
"Ik moest mensen uitleggen dat Petro niet ziek was."

Vanwege Petro naar Nederland verhuizen, zagen zijn gelovige ouders nooit als optie. Ook al werd dat in het begin meermaals geopperd door Nederlandse familie en vrienden. "We geloven erin dat God ons met een reden hiernaartoe heeft gestuurd en dat hij met een reden bij ons is gekomen." 

Speciaal onderwijs 

In plaats daarvan besluiten Arenda en Andriy zich in te zetten voor kinderen met een beperking: via bewustwordingscampagnes en later door het opzetten van een klas voor speciaal onderwijs.

"Het onderwijs in Oekraïne is heel theoretisch ingesteld. Dat is niets voor kinderen met een beperking. Die moeten praktische lessen krijgen met handvatten waar ze wat aan hebben, zoals leren koken."

Het begint met een klein klasje van zes leerlingen. "We dachten als onze zoon samen met een paar andere kinderen een fijn leven heeft hier, dan zijn we blij. We hadden niet verwacht dat het tot zoiets groots zou uitgroeien."

Arenda gaf een gastles over Nederland bij het dagbestedingscentrum, waar de leerlingen kennis kregen over verschillende landen en culturen.  © Eigen foto
Arenda gaf een gastles over Nederland bij het dagbestedingscentrum, waar de leerlingen kennis kregen over verschillende landen en culturen.

De afgelopen jaren werd het onderwijs verder uitgebreid en kwam er een inclusieve bakkerij en een café bij, waar de jongeren praktische lessen krijgen, stage kunnen lopen en werken. "Als ik ze vol trots naar hun werk zie lopen, dan voel ik: hier doe ik het voor. Ze zijn echt onderdeel van de maatschappij, voelen zich waardig, kunnen iets. En dat in een land waar hun bestaan een paar jaar terug nog volledig taboe was."

De oorlog is begonnen

Op 24 februari 2022 wordt hun drukke gezinsleven bruut verstoord. "Onze zoon Daniël kwam 's nachts met zijn telefoon in zijn hand naast ons bed staan met de woorden: Mam, de oorlog is begonnen." Van een vriendje hoorde hij dat het vliegveld werd gebombardeerd. Niet veel later schudt het huis door de eerste raketinslagen.

"We zijn gelijk gaan bidden: voor bescherming, voor advies. Al wekenlang hing het zwaard van Damocles voelbaar boven ons hoofd, iedereen wist dat het eraan zat te komen. Maar het gevoel dat het echt zo ver is, is een totaal nieuwe ervaring. Ineens heb je een vijand, je hebt geen idee wat er gaat gebeuren. Je lijf schiet in de stress of je het wil of niet."

"In de oorlog krijgt iedereen er taken bij. Hier ruimen we samen met de kinderen een gebombardeerde kerk op."© Eigen foto
"In de oorlog krijgt iedereen er taken bij. Hier ruimen we samen met de kinderen een gebombardeerde kerk op."

De frontlinie is slechts op een paar kilometer afstand van hun huis. Veel mensen trekken daarom overdag weg naar het westen van Oekraïne. Ook Arenda besluit in te pakken.

"Het voelt zo onwerkelijk dat je misschien nooit meer thuis komt. Ineens lijkt alles ook onbelangrijk: uiteindelijk heb je alleen je papieren en paspoort nodig."

Met iedere knal moet ze zichzelf en de kinderen tot rust zien te brengen. "Mijn schoonvader heeft Alzheimer en liep onrustig rond zich afvragend wat er gebeurde. Die hebben we maar voor een film gezet. Lachend vervolgt ze: "Petro stond ook gewoon klaar om te gaan sporten. Dat deed hij altijd op donderdag."

"Iedere dag stonden er rijen mensen voor de deur van de bakkerij en het café."© Eigen foto
"Iedere dag stonden er rijen mensen voor de deur van de bakkerij en het café."

Maar ondanks de ingepakte tassen, besluit het gezin toch in Brovary te blijven. "Iedereen kan wel weglopen, maar dan nemen ze ons land zo in. Bovendien kun je als kapitein moeilijk als eerste het schip verlaten. We wilden blijven voor onze werknemers en scholieren. We besloten: pas als dit bezet gebied wordt, vertrekken we."

Brood en soep

Terwijl alles noodgedwongen dichtzit, proberen Arenda en haar man koste wat het kost de bakkerij en het café draaiende te houden. Via de stichting Bake4Ukraine halen ze geld op en met een grote groep vrijwilligers delen ze 2000 broden en 1500 liter soep per dag uit aan mensen die dat nodig hebben.

"Die eerste twee maanden waren een gekkenhuis. Iedereen was verstard door angst."

"We wilden kalmte bewaren in deze gevaarlijke tijd. Mensen kwamen van ver voor het eten, maar ook om hun hart te luchten. Onbekenden omhelsden ons, huilden bij ons uit om alles wat ze hadden gezien en meemaakten. Er was een oude man die zijn portemonnee tevoorschijn haalde om ons met zijn pensioen te steunen, terwijl de tranen over zijn wangen biggelden."

"Die eerste twee maanden waren een gekkenhuis. Iedereen was verstard door angst. Als ik nu foto's van mezelf terugzie uit die tijd, herken ik dat ook. Het lijkt wel alsof mijn gezicht vergrijsd is."

Arenda met goede vrienden tijden een rustmoment te midden van de stress en chaos in de eerste oorlogsmaanden.© Eigen foto
Arenda met goede vrienden tijden een rustmoment te midden van de stress en chaos in de eerste oorlogsmaanden.

Niemand blijft gespaard

Nu het front niet meer zo dichtbij is, zijn veel mensen weer teruggetrokken naar de stad. Maar rustiger? Dat is het zeker niet. Nog dagelijks zijn er gevechten aan de frontlinie en raket- en droneaanvallen. Vooral in de nachten. "We grappen wel eens onderling: 's nachts liggen we wakker en overdag gaan we weer aan het werk."

Het is de nieuwe realiteit geworden van Arenda en haar gezin. Hoewel de sporen niet altijd zichtbaar zijn, blijven de gevolgen van de oorlog niemand gespaard. "Vrienden, collega's en studenten: iedereen kent wel iemand die vecht, vermist of overleden is of wiens huis is platgebrand. Ik word ook altijd overladen door een naar gevoel als ik over het stadsplein loop, omdat er bijna dagelijks afscheid wordt genomen van overleden stadsgenoten."

Hoop en wederopbouw

En toch houdt Arenda hoop. In God, in een goede afloop, in een toekomst voor haar kinderen zonder oorlog. "Natuurlijk zijn er momenten dat we het niet meer zien zitten. Maar je moet leren met de dag te leven, te genieten van de kleine dingen en de mensen om je heen. En juist wel plannen blijven maken, denken in opbouw."

Petro Vasylenko helpt zijn ouders mee in het café. © Eigen foto
Petro Vasylenko helpt zijn ouders mee in het café.

"We hebben inmiddels een nieuw pand, een voormalig chocoladefabriekje, dat aan onze stichting is gedoneerd. Om de renovatie van het gebouw te kunnen realiseren zijn we nu op zoek naar sponsoren en partners. We willen er een begeleid wonen-project van maken voor mensen met een beperking. Want juist in tijden van oorlog, waarbij al het geld naar het leger gaat, zien we dat deze groep in de vergetelheid raakt."

En zoon Petro? Die wil graag kok worden. "Sinds de McDonalds hier om de hoek zit, wil hij het liefste daar in de keuken werken", lacht Arenda.

Zondaginterview

Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.

Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl

Lees hier de eerdere zondaginterviews.

Lees meer over
Marloes van de WakkerZondaginterviewLink in bioOorlog in OekraïneOverleven in OekraïneSyndroom van DownVerstandelijke beperking

Laatste video's van RTL Nieuws

 Rostislav werd 1103 dagen vastgehouden door de Russen
Gevangenenruil

Rostislav werd 1103 dagen vastgehouden door de Russen