Haddy (85) bekommert zich om sekswerkers in Den Haag: 'Het zullen je dochters zijn'

Vrouwen die uitdrukkingsloos achter de ramen zitten, wachtend op de volgende man die hen mogelijk 'respectloos behandelt', zag Haddy de Jager (85) toen ze 26 jaar geleden voor het eerst door de Haagse Geleenstraat liep. Haddy had destijds zelf dochters van die leeftijd, en moest er niet aan denken dat zij daar moederziel alleen zouden zitten. Sindsdien loopt ze twee keer per week door de prostitutiestraat. "Ik weet dat we ze niet allemaal kunnen helpen, maar ik wil ze een klein beetje menselijkheid geven."
Wie Haddy ziet, ziet een kordate dame die een stuk jonger oogt dan 85. "Ik ben gezond", zegt ze daarover. "Hoeveel 85-jarigen kunnen zeggen dat ze geen medicijnen slikken? Ik kan dat." Ze ziet het als relativering van het feit dat ze op deze leeftijd nog vrijwilligerswerk doet – niet alleen voor Stichting De Haven, maar ook als maaltijdenbezorger voor ouderen in Bleiswijk, waar ze woont, en eens in de drie weken achter de bar in een buurthuis.
Op de fiets
"Ik ben elke dag dankbaar dat ik gezegend ben met zo'n goede gezondheid. Anders zou het natuurlijk moeilijk worden. Al heb ik nu wel een fiets gekregen van De Haven, want het is net te ver lopen van kantoor naar de Geleenstraat."

Haddy was huisvrouw toen ze 26 jaar geleden begon met haar werk in de Haagse Geleenstraat. Ze had drie kinderen, destijds twintigers en het huis uit, en een vriendin vond dit echt iets voor haar. "Waarom? Dat weet ik niet. Ik denk omdat ik goed contact maak met mensen. In de Bijbel staat: als je talenten hebt, dan moet je ze gebruiken."
Uitdrukkingsloze gezichten
Van die eerste dag herinnert ze zich vooral de schok. Het gevoel: het zouden je kinderen maar zijn. "Die vrouwen zaten uitdrukkingsloos achter de ramen, te wachten op de volgende man die hen respectloos zou behandelen. Dat vond ik zo heftig."
Het was Haddy's taak om de mannen aan te spreken, hen te laten inzien wat ze deden met de vrouwen. "Maar daar was ik niet goed in – ik heb helemaal niets met die mannen. Ze zullen vast allemaal hun eigen problemen hebben, maar daar zijn praatgroepjes voor. Dan hoef je geen vrouwen te behandelen alsof ze gebruiksvoorwerpen zijn." Ze denkt dat ze het maximaal twee dagen heeft gedaan, daarna ging haar aandacht naar de vrouwen.

"Die zeggen: goede mannen zijn er niet. Ook dat vind ik heel heftig om te horen. 'Ik had wel een goede man', zeg ik dan. Wim overleed zes jaar geleden, we zijn meer dan 50 jaar samen geweest. We hadden het echt goed samen. We kregen drie kinderen, die nu 52, 50 en 48 zijn, en acht kleinkinderen. Als ik dat vertel, zeggen die vrouwen: nee hoor, alle mannen komen hier. Ze kennen vaak niet anders dan mannen die hen slecht behandelen."
Trauma
"Ik ga ze er ook niet van overtuigen dat er goede mannen zijn, daarvoor is er te veel gebeurd. Veel van deze vrouwen hebben misbruik meegemaakt als kind, agressie, groepsverkrachtingen. En bijna altijd was een man de dader. Dat trauma kan ik niet ongedaan maken."
Wat ze wel kan doen? Praten, vriendelijk zijn. "Ik gebaar naar ze of ze tijd hebben om even te praten. Als dat zo is, doen ze de deur open en loop ik naar binnen. Ik vraag hoe het met ze gaat en moedig hen aan om één dag per week ander werk te doen. 'Dit wil je niet doen tot je 70ste', zeg ik dan. De meesten zijn het daarmee eens."
'Schoon geld'
"Zo was er een vrouw die één dag per week kamermeisje werd in een hotel. 'Dat geld spaar ik', zei ze. 'Want dat is schoon geld. Het andere geld dat ik verdien, is vies geld. Dat geef ik zo snel mogelijk uit'." Toch is het doel van de gesprekken niet om de vrouwen uit de prostitutie te praten, zegt Haddy. "Dat lukt vaak niet. Of ze zijn getraumatiseerd, of ze zijn verslaafd aan het geld. 'Ik wil wel', zeggen ze dan. 'Maar ik ga met ander werk nooit verdienen wat ik nu verdien.' Zeker voor de Oost-Europese vrouwen die er nu zitten, en die met het werk hun gezin onderhouden, is het moeilijk om er financieel op achteruit te gaan."

"Wat ik vooral wil, is dat vrouwen die eruit wíllen stappen, ook weten dat ze dat kunnen. En dat de vrouwen die hulp nodig hebben ons weten te vinden. Ik vertel ze dat we maatschappelijk werkers hebben met wie ze altijd kunnen praten. Het is voor hen een hele stap om ons kantoor binnen te stappen, vaak hebben ze ook al heel wat hulpverleners meegemaakt en zijn ze daar niet beter van geworden. Als ze dat willen, loop ik met ze mee naar binnen, dat helpt."
Condoom gebruiken
"Ook vraag ik of ze wel een condoom gebruiken, ook als mannen meer willen betalen om het zonder te doen. 'Denk om je eigen gezondheid, dat is belangrijk', zeg ik dan. Of ze het dan ook echt doen? Ik weet het niet, ik vrees van niet. Maar daar kan ik niets aan doen."
"Ik vergeet nooit dat hier een man binnenkwam met een foto van zijn dochter. 'Kennen jullie haar?', vroeg hij gebroken. 'Ja', moest ik zeggen."
Haddy ziet een hoop ellende. "Ik zal nooit vergeten dat hier een man binnenkwam met een foto van zijn dochter. 'Kennen jullie haar?', vroeg hij gebroken. 'Ja', moest ik zeggen. 'Zij zit in de Geleenstraat.' Hij vertelde dat een andere dochter van hem ook in de prostitutie terecht was gekomen. Vreselijk vind ik dat, het verdriet dat die man moet hebben."
Niet veilig
"Ook was er eens een oudere vrouw die 's avonds door de straat liep. 'Het is hier niet veilig om alleen te lopen', vertelde ik haar. 'Ik moet wel', zei ze. 'Mijn dochter zit hier achter het raam, het is de enige manier waarop ik haar kan zien.' Een paar jaar later kreeg ik een brief van haar: haar dochter was eruit gestapt, getrouwd met een leuke man en zwanger van haar eerste kindje. Dat zal me altijd bijblijven."
Toch – of misschien juist wel vanwege alle ellende die ze ziet – probeert Haddy ook voor leuke momenten te zorgen. "Eens per jaar ga ik verkleed als Sinterklaas door de straat", lacht ze. "Dan geef ik de vrouwen allemaal een chocoladeletter. Geweldig vinden ze dat. Ze hebben dan de grootste lol, en ik ook. Ook op andere momenten geven we een klein cadeautje; een kaarsje, nagellakje, lippenbalsem. Als we kennismaken bijvoorbeeld, als ik zie dat iemand het zwaar heeft, of als ze jarig zijn."

"Ik sprak eens een vrouw die al jaren achter het raam stond. Ze had alle cadeautjes nog die ze van ons had gekregen, vertelde ze. Die vrouw had een doodgeboren dochtertje. Bij een foto van haar stond één van de kaarsjes die wij hadden gegeven. Voor ons is het iets heel kleins, maar voor hen heel waardevol."
Overlevingsstrategie
Op andere momenten lachen ze als vrijwilligers om de ellende die ze zien. Als een soort overlevingsstrategie, denkt ze. "Je moet iets om het te verwerken. Ik kwam bijvoorbeeld eens een peeskamer binnen en daar stond een grote kooi, met gaten erin voor een hoofd en handen. 'Wat is dat?', vroeg ik. Die vrouw legde het uit en vroeg of ik eens in die kooi wilde. Daar heb ik vriendelijk voor bedankt. Terug op kantoor hebben we er hartelijk om gelachen. Tegelijkertijd vind ik het natuurlijk vreselijk om te zien."
Nooit gaat Haddy alleen de straat in, altijd met een collega. Voor de veiligheid. "Al heb ik me nooit onveilig gevoeld", zegt ze. "Nou, één keer een beetje. Toen stonden wij binnen te praten en bonkte een pooier op de deur. We zijn via de achterdeur vertrokken, daar hadden we geen zin in. Maar verder gaat het altijd goed. Ik mijd de mannen, tenzij ze iets aan me vragen, en focus op de vrouwen. Die vinden het fijn dat we er voor hen zijn. Vaak zijn wij het enige wat ze hebben."
"Eén keer heb ik mijn dochter meegenomen. Dat vonden ze leuk, zo zagen ze ook iets meer van wie ik ben."
Al heeft ze daarin ook weleens een foutje gemaakt. "Het is ook een beetje zoeken naar wat je wel en niet kunt zeggen natuurlijk. Zo ben ik één keer over God begonnen. 'Hoe bedoel je God, zie jij God hier?', zeiden ze. Oei, dacht ik. Dat moet ik niet meer doen."
"Bij een andere vrouw stelde ik te veel vragen. 'Wil je ook mijn pincode nog?', vroeg ze. Daarna wilde ze niet meer met me praten. De keer daarna heb ik aangeklopt en erop aangedrongen dat ze open deed. 'Sorry', zei ik. 'Wat ik de vorige keer deed, dat was verkeerd. Maar weet je, ik stel zoveel vragen omdat ik om jullie geef. Ik wil iets voor jullie kunnen betekenen.' Daarna was het weer goed."
"Nu deel ik ook meer over mezelf, dat waarderen ze. Zo heb ik een keer mijn dochter meegenomen. Dat vonden ze leuk, zo zagen ze ook iets meer van wie ik ben."
Niet sociaal
Het grappige is: Haddy ziet zichzelf helemaal niet als heel sociaal. "Ik ga bijvoorbeeld niet graag naar feestjes, zeker nu ik alleen ben. Dan moet ik op mensen afstappen en contact maken; vreselijk vind ik dat. En toen de Oekraïners naar Nederland kwamen, dacht ik: misschien moet ik er een paar opvangen. Ik heb een groot huis, te groot voor mij alleen. Maar het idee dat ik dan 's morgens vreemde mensen zou tegenkomen – nee, dat is toch niets voor mij."

"Maar met deze vrouwen gaat het vanzelf, vanuit gelijkwaardigheid. Waar veel mensen deze vrouwen als minderwaardig zien, zal ik dat nooit zo zien. Wie zegt mij dat ik niet op dezelfde plek terecht was gekomen als ik hun leven had gehad?"
Héél soms overtreedt Haddy de regels van de stichting, als zij denkt dat dat beter is. "We mogen officieel niet ons telefoonnummer geven, maar als ik denk dat een vrouw dat nodig heeft dan doe ik dat soms toch. En één keer heb ik een meisje bij mij te logeren gehad. Een weekend was dat. Ze was eruit gestapt, doodsbang dat haar pooier haar zou vinden. Zwanger was ze toen. Ik had haar naar de opvang gebracht."
Echt een maatje
"Maar ze had met niemand meer contact: niet met haar ouders, niet met haar grootouders. Wij hadden wel een band. Toen heb ik haar een weekend laten logeren. Helemaal in het begin was dat. Het mag niet. Maar in de Bijbel staat: als je een dakloze ziet, neem hem mee naar huis en biedt hem een kamer. Ja, dat heb ik toen wel gedaan."
Met een enkele vrouw die eruit is gestapt, heeft ze ook nog steeds contact. "Er is één vrouw met wie ik nog koffie ga drinken, zij is echt een maatje geworden. Maar vaak verwatert het contact en dat is ook goed, ik hoor dan bij hun oude leven."
Hoelang Haddy dit vrijwilligerswerk nog blijft doen? "Zolang ik kan, denk ik", lacht ze. "Het is mooi werk, ik heb het gevoel dat ik iets voor mensen kan betekenen. En ik heb tenminste nog wat te vertellen als ik op een verjaardag kom, dat hebben niet veel mensen van mijn leeftijd."
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.