De 5 spelregels van... de hond uitlaten
Het wemelt van de ongeschreven regels in het leven. Wetmatigheden die niemand je vertelt, maar waar iedereen een mening over lijkt te hebben. In deze rubriek nemen we iedere week een situatie of gelegenheid onder de loep: hoe heurt het daar eigenlijk? Dit zijn de vijf spelregels van de hond uitlaten.
De situatie
Het park, het bos of het strand zijn fantastische plekken om jezelf en je hond even lekker uit te laten. Rennen, rollen en rusten gaan het beste als mens en dier een beetje rekening houden met elkaar. Daarom deelt hondenuitlater Judith de Jager, die drie keer per dag met een stuk of negen honden de hei op gaat, de do's en dont's van dogwalking.
De spelregels
1. Aaien op aanvraag
Niets leuker dan zo'n springerige haarbal, dus het is logisch dat je hand meteen in aaistand gaat. Komt heel vaak voor. Maar vraag wel even of het mag. "Soms laten mensen mij helemaal links liggen, en stappen zo mijn groep binnen. Dat is gewoon niet oké. Of kinderen die erop af rennen, dat is echt link. Honden zien gillende kinderen met bewegende armpjes als prooi. En helaas zien veel ouders hun kinderen als prinsjes en prinsesjes, die vinden dat het allemaal gewoon moet kunnen. Of ongevraagd koekjes geven. Gewoon, niet doen."
2. Laat ze geen loopje nemen
Zoals het gaat met die stuiterende kinderen, gaat het ook vaak met hardlopers. Voor je het weet rent die natte neus een moppie met je mee. "Het is wel zo netjes om je hond even aan te lijnen of bij je te houden. Maar voor de hardlopers geldt ook: check even of je door een losloopgebied rent of niet. Als je zeker wilt zijn dat je niet achtervolgd wordt, kun je het beste gaan lopen op strand of bos waar honden aangelijnd moeten zijn."
3. Houd je aan je hitteplan
Op zomerse dagen, wanneer jij op slippers en in korte broek naar de ijscoman stiefelt, is het overléven voor je hond. Niet alleen omdat hij al dat haar niet even uit kan trekken, maar ook omdat het hem letterlijk te heet onder de voeten wordt. Op de tropische dagen kan de stoep of het asfalt wel 50 graden Celsius worden, en dat kan de kussentjes onder de pootjes van je viervoeter flink beschadigen. "Zeker waar, maar we hoeven er niet heel gewichtig over te doen. Of die beesten speciale sokjes aan te geven. Kom op zeg. Vermijd het asfalt, loop liever met je hond over de hei, neem voldoende water mee, dan is vanzelf iedereen blij."
4. De tijd telt ook
"Even een rondje-hondje is prima natuurlijk, maar neem ook regelmatig echt even de tijd om eropuit te gaan. Met één keer poepen en weer thuis doe je hem echt geen plezier. Een hond moet lekker kunnen rennen en ravotten, dus trek daar minstens een uur voor uit. Bij puppy's en oude rakkers kijk je natuurlijk goed wat ze aankunnen. Ik ben daar ook wel eerlijk in naar mijn klanten. Als een hond te oud wordt en steeds achter de groep aansjokt, doe je hem geen plezier meer met een dagje met de groep op pad. Let daarbij ook goed op wat je hond leuk vindt. In de herfst en de winter kan meerennen op de fiets heerlijk zijn voor hem, maar in de zomermaanden is dat veel te warm."
5. Draag je eigen zak
Drollen rapen is verplicht en, laten we wel wezen, wel zo sociaal. Want ook al lost die kak keurig op na een week of twee, hij kan stinken als een malle. Dus draag altijd je eigen zakje bij je. Ja, óók in het park, op de hei of het strand. Het is met kakzakjes eigenlijk net als met condooms, eentje extra mee is altijd een goed idee.