Gezin

De 5 spelregels... langs de lijn

·Aangepast:
© iStockDe 5 spelregels... langs de lijn
RTL

Het wemelt van de ongeschreven regels in het leven. Wetmatigheden die niemand je vertelt, maar waar iedereen een mening over lijkt te hebben. In deze rubriek nemen we iedere week een situatie of gelegenheid onder de loep: hoe heurt het daar eigenlijk? Deze week: de vijf spelregels langs de lijn.

De situatie

Het is een druilerige zaterdagochtend en je staat er weer, te vernikkelen met alle andere verwekkers van de nieuwe lichting Estavana's, Frenkie's, Naomi's en Svennen. Klappertandend, highfivend en, eerlijk is eerlijk, ook vaak coachend. Want die bal kan toch echt wel sneller afgespeeld en dat tempo kan heus nog wel een tikkie omhoog. Je weet dat het erin zit. Maar wat zijn de spelregels, voor ouders langs de lijn? Lijdend voorwerpen Guus, Freek, Mick, Teun, Vos en Jibbe, gemiddeld 9,3 jaar oud, geven zelf aan hoe zij het graag zien.

De spelregels

1. Moedig aan (en niet ont-)

Van een 'hup!' gaat iedereen harder lopen en van een applaus gaat iedereen stralen. Dus dat is beste support langs de lijn. Plezier gaat voor presteren, vindt kinderpsycholoog Tischa Neeve. Vraag liever of het leuk was dan of er gescoord is. En moedig gewoon gezellig aan. Daar zijn onze jongens het roerend mee eens. "Als mijn vader staat te klappen krijg ik extra energie", vertelt Guus. "Dat helpt. Dan ren ik extra hard. En als ik het gevoel heb dat ik het niet goed doe, dan heb ik er ook geen zin meer in." Teun knikt. "Als ik mis schiet, dan zie ik dat zelf ook wel. Hoeft m'n moeder echt niet te zeggen dat-ie raak moet."

De 5 spelregels van... de bioscoop
Lees ook

De 5 spelregels van... de bioscoop

2. Complimenten kunnen altijd

Ken je die opvoedcampagne nog, van een paar jaar geleden? 'Blijf positief' was de leus en dat geldt absoluut langs de lijn. De kunst is om ook complimenten te maken als het effe tegenzit. Ook als er niet gescoord is, vijf ballen zijn doorgelaten of als laatste de finish wordt aangetikt, verdient je koter een complimentje. Al is het maar omdat-ie meedeed met zijn team, of iets nieuws leerde. "En je kunt ook zeggen dat mijn hele team het goed heeft gedaan, en niet alleen ik," vindt Vos. "Ja," roept Freek, "want iedereen doet toch zijn beste best." En zo is het.

3. Spaar de scheids

Zolang je spruit nog niet in de Johan Cruijff ArenA of op Wimbledon staat, hang je in een circuit van sportminnende vrijwilligers. Koester ze, claimt NOC*NSF. Zonder al die inzet is er ook geen club. De scheids is ook maar gewoon iemands vader of moeder, die een vrije zaterdagochtend inlevert voor het groepsbelang van het grut. Dus fluit-ie eens verkeerd, of ziet-ie iets over het hoofd, bijt dan niet zijn kop eraf. Nergens voor nodig, niet leuk en ook nog een lelijk voorbeeld voor je kind.

4. Ken je plek

Ken je plek, als je langs de lijn staat. Coachen doet de coach, als ouder ben je publiek. Of fan, zo je wilt. Maar aan aanwijzingen roepen vanaf de kant heeft niemand iets. "Ik vind het helemaal niet leuk als mijn vader roept dat ik de bal moet afspelen. Ik moet toch naar de coach luisteren in de wedstrijd?" roept Jibbe. "En anders moet je vader zelf maar coach worden, als hij het beter weet," vult Guus aan.

5. Scherm je niet af

Alle kinderen vinden het superleuk als hun ouders komen kijken. En al helemaal als ze zich ook nog keurig aan de spelregels 1 tot en met 4 houden. Dus dan is het wel zo leuk als je als ouder ook echt kijkt. En meeleeft. Laat tijdens de wedstrijd je telefoon dus gewoon even in je zak zitten. Even geen status updates, nieuwe feeds en appjes, maar gewoon kijken en klappen en een echte duim opsteken naar (het team van) je kind.