Een halve liter leven: zo werkt een bloeddonatie
Veel mensen vinden het maar een beetje eng, bloed geven bij de bloedbank. Maar je doet er wel degelijk iets heel nuttigs mee: bloed doneren, kan levens redden. Zo gaat het in zijn werk.
Bloed is van levensbelang. Het zorgt er namelijk voor dat zuurstof en voedingsstoffen overal in je lichaam beschikbaar zijn. Het komt helaas nogal eens voor dat mensen een tekort aan bloed hebben. Bloedverlies kan optreden na bijvoorbeeld een ongeluk of operatie. Ook zijn er aandoeningen waarbij mensen een tekort aan ijzer of bloedplaatjes hebben. In die gevallen worden bloedtransfusies gegeven en ook daarvoor is bloed van donoren nodig.
In Nederland is bloedbank Sanquin ervoor verantwoordelijk dat er altijd genoeg bloed op voorraad is. Op dit moment zijn er ongeveer 400.000 Nederlanders die vrijwillig een aantal keer per jaar bloed afstaan. Met het bloed dat zij doneren worden jaarlijks 250.000 patiënten geholpen. Maar naar verwachting zal die vraag naar donorbloed de komende jaren stijgen, mede door de vergrijzing. Tegelijkertijd zal een groot deel van de bestaande donoren niet meer mogen doneren, omdat zij de maximumleeftijd voor donatie bereiken: 70 jaar. Nieuwe donoren zijn dus heel erg welkom.
Maar wat komt er allemaal kijken bij een bloeddonatie? Wanneer ben je als donor geschikt? En wat gebeurt er met je bloed als je het gedoneerd hebt?
Wie kan bloed doneren?
Als je overweegt bloeddonor te worden, kun je je via de website van Sanquin aanmelden. Je ontvangt van hen dan een informatiepakket, en een uitnodiging om je te laten keuren.
Je kunt in principe donor worden als je tussen de 18 en 70 jaar oud bent. Voordat je echt bloed mag geven, moet je eerst medisch gekeurd worden door een arts van de bloedbank. Je vult een medische vragenlijst in over je leefwijze, gezondheid, risicofactoren en ziekten. Ook wordt je bloeddruk, gewicht en het hemoglobinegehalte in je bloed gemeten (dit laatste gebeurt met een vingerprik).
Hierna neemt een doktersassistente bloed bij je af, dat getest zal worden op de infectieziekten HIV, hepatitis B, hepatitis C, syfilis en HTLVI/II. Deze infectieziekten kunnen (levens)lang in je bloed blijven zitten. Natuurlijk wordt ook je bloedgroep bepaald (over hoe dat zit, lees je hier meer).
Bij deze keuring doe je dus nog geen echte donatie. Binnen een paar weken krijg je per brief te horen of je geschikt bent als donor. Als je goedgekeurd bent, dan ontvang je meteen een oproepkaart. Op deze kaart staat een termijn waarbinnen je terecht kunt om te doneren. Elke keer als je bloed wilt doneren, krijg je een nieuwe (kortere) medische keuring. Het wil dus niet zeggen dat als je eenmaal goedgekeurd bent, je altijd geschikt bent om bloed te geven.
In onderstaande gevallen kun je geweigerd worden voor een donatie:
- Als je pas een piercing of tattoo hebt laten zetten.
- Bij zwangerschap.
- Bij bepaald medicijngebruik.
- Bij hoog risico op infectieziekten
(drugsgebruik, veel seksuele relaties, homoseksualiteit, risicovolle vakantiebestemmingen). - Bij aanwezigheid van infectieziekten.
Hoe verloopt een donatie?
Wanneer je eenmaal in de stoel zit, komt een doktersassistent om je te prikken. Je krijgt een stuwband om je bovenarm zodat je aders naar de oppervlakte komen. Een steriele naald wordt in je ader geprikt. Als deze eenmaal zit, voel je er als het goed is niets meer van. De assistent neemt een paar buizen bloed af (die op infectieziekten zullen worden getest), en vervolgens blijf je 10-15 minuten zitten totdat een zak van een halve liter volledig gevuld is.
Daarna wordt de naald weer verwijderd en moet je de ader even met een watje afdrukken, totdat het wondje dicht is. Zorg daarbij dat je genoeg druk uitoefent, anders kun je er een blauwe plek aan overhouden. Na de donatie kun je nog even rustig blijven liggen als je dat prettig vindt. Je kunt ook even in de wachtruimte gaan zitten, waar je een glaasje drinken kunt halen en waar vaak ook wat lekkers staat. Probeer in elk geval niet te snel op te staan, tot je zeker weet dat je je goed voelt. In totaal ben je ongeveer één uur kwijt aan de gehele keuring, donatie en rustmoment.
Tips bij een donatie
Als je bloed gaat doneren is het handig als je:
- Goed uitgerust bent.
- Genoeg gegeten en gedronken hebt.
- Gemakkelijk je bovenarm kunt ontbloten. Dus draag een trui waarvan je gemakkelijk de mouwen kunt opstropen of een vest dat je uit kunt trekken.
Hoe vaak kan je doneren?
In principe word je weer opgeroepen als je volledig hersteld bent. Dat heeft vooral te maken met de nieuwe aanmaak van rode bloedcellen. Het duurt weken voordat je evenveel rode bloedcellen hebt als voordat je ging doneren. Mannen mogen maximaal vijf keer per jaar bloed doneren en vrouwen drie keer. Dat verschil is er omdat vrouwen een kleinere ijzervoorraad hebben. Hoeveel ijzer je hebt, is belangrijk voor het herstel na een donatie.
Hoe vaak je in werkelijkheid wordt opgeroepen, is afhankelijk van je bloedgroep en hoeveel de bloedbank van jouw bloedgroep nodig heeft. Het liefst geeft de bloedbank patiënten bloed van hun eigen bloedgroep.
Vergoeding
Voor een bloeddonatie krijgen donoren niet betaald. Daarmee hoopt de bloedbank dat donoren de vragenlijsten naar waarheid invullen. Als Sanquin zou betalen per donatie, kan dat mensen ertoe zetten om te liegen zodat ze worden goedgekeurd. Nederland is één van de 60 landen waarin al het donorbloed van onbetaalde vrijwilligers komt. Er zijn ook landen waar donoren wel geld krijgen.
Wel is het zo dat je een cadeautje kan verwachten als je een bepaald aantal donaties hebt gedaan. Trouw bloed geven wordt gewaardeerd en dus ook een beetje beloond.
Naast bloed, kan je ook ervoor kiezen om plasma te doneren, of je bijvoorbeeld te laten registreren als stamceldonor. Daar kan je hier meer over lezen.
Welke klachten kun je hebben na een bloeddonatie?
Als je bloed doneert, sta je 10 procent van je totale bloedvolume af. Het is dan ook niet verrassend dat je last kunt krijgen van onderstaande klachten:
- Duizeligheid. Je hebt minder bloed, en daardoor kan er ook minder bloed naar je hersenen toe. Als je (te snel) opstaat, kan dat ervoor zorgen dat je flauw of duizelig wordt.
- Verminderd uithoudingsvermogen. Dit komt door het vochtverlies en de verloren rode bloedcellen. Je lichaam moet meer moeite doen om overal genoeg zuurstof te krijgen. Het is daarom verstandig om zware inspanning even te vermijden.
Als je na je donatie even rustig aan doet en meteen wat drinkt, zal de duizeligheid snel wegtrekken. Wat eten kan je daarbij ook goed doen. Als je de bloedbank verlaat, heb je er dan als het goed is geen last meer van. Je uithoudingsvermogen is iets langer aangedaan. Je kunt je gedurende de dag nog vermoeid voelen. Na een goede nachtrust zul je ook hier geen last meer van hebben.
Tips om klachten na bloeddonatie te voorkomen
- Zorg dat je uitgerust bent.
- Zorg dat je van tevoren voldoende eet en drinkt.
- Sta na de donatie niet te snel op, blijf liever nog even liggen.
- Zorg dat je na de donatie genoeg drinkt. Je moet het vocht dat je net hebt gedoneerd aanvullen.
- Doe het de komende dag rustig aan. Sla het sporten even over.
Waar wordt het bloed voor gebruikt?
Bij een bloeddonatie wordt een halve liter bloed afgenomen. Hier wordt meteen een antistollingsmiddel aan toegevoegd, zodat het bloed niet samenklontert. Het bloed wordt bijna altijd verwerkt tot verschillende bloedproducten. Dat is omdat patiënten vaak maar één bestanddeel van het bloed nodig hebben: rode bloedcellen, plasma of bloedplaatjes. Een klein deel van de donaties wordt wel als ‘volbloed’ bewaard, en kan worden toegediend in bijvoorbeeld traumagevallen.
Wie wordt er geholpen met de bloedproducten?
De toediening van bloed of bloedproducten wordt ook wel een bloedtransfusie genoemd. Ondanks het extreem kleine risico op besmetting, moet de keuze voor een bloedtransfusie altijd weloverwogen worden gemaakt. Als er andere goede behandelopties mogelijk zijn, hebben die de voorkeur. Bloedtransfusies worden pas ingezet als het niet anders kan.
Situaties waarin bloedtransfusies worden ingezet zijn:
- Verwondingen na trauma.
- Brandwonden.
- Kanker.
- Operaties.
- Bloedarmoede.
- Bloedstollingziekten.
- Ziekten van het afweersysteem.
Volgens de bloedbank helpt één bloeddonatie in totaal 5 patiënten. Bij 35 donaties is een mensenleven gered. Jaarlijks betekent dit dat 25.142 levens dankzij vrijwillige bloeddonoren gered worden.
Voor dit artikel werkten we samen met gezondheidsplein.nl. Daar vind je nog veel meer artikelen over aandoeningen, symptomen en behandelingen, gecontroleerd door artsen en medisch specialisten.