Dit moet je weten als je jouw hond meeneemt op vakantie
Je hond meenemen op vakantie heeft veel voordelen. Door je viervoeter mee te nemen hoef je het dier niet achter te laten en is het gezin écht compleet, wat ongetwijfeld een fijn gevoel meebrengt. Maar er komen ook veel praktische zaken bij kijken waar je van tevoren rekening mee moet houden. In dit artikel lees je waar je op moet letten, zodat de vakantie voor jou én je hond aangenaam wordt.
Laat je goed inlichten
In elk land gelden er andere regels en dat geldt natuurlijk ook voor de eisen die aan jouw huisdier worden gesteld. In sommige landen is het verplicht om je hond te muilkorven en in andere landen zijn bepaalde hondenrassen zelfs helemaal niet welkom! Zoek dit daarom van tevoren goed uit.
Daarnaast kan een lange reis voor jouw huisdier erg stressvol en vermoeiend zijn. Houd daarom echt goed rekening met alle omstandigheden, zoals de bestemming én de gezondheid van jouw hond, om te voorkomen dat je voor verrassingen komt te staan.
De verplichtingen
Een Europees paspoort, een spuitje tegen rabiës (hondsdolheid) – 21 dagen vóór vertrek – en een chip zijn allemaal verplicht. Dit zijn standaardregels, die in heel Europa gelden en ook zouden gelden als je jouw hond naar een pension brengt. Verder verschillen aanvullende regels per land. Zo moet je in veel landen een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten én zijn ‘risicohonden’ zoals een pitbull of bulldog in veel landen niet welkom, ook niet op doorreis. Je moet soms met een stamboom kunnen aantonen dat jouw hond niet tot zo’n ras behoort.
Kies de juiste bestemming
Honden hebben geen jas die ze aan of uit kunnen trekken. Ze moeten het doen met hun vacht en daardoor kunnen ze niet altijd tegen extreem warm of koud weer. Hou er dus rekening mee dat de temperatuur in het bestemmingsland ook voor jouw hond aangenaam is. Daarnaast zijn honden vaak ook niet welkom op stranden, nationale parken of andere openbare, toeristische attracties. Bedenk dus van tevoren waar je naartoe wil gaan en check of jouw viervoeter daar welkom is.
Met de auto?
De auto is voor een hond de meest prettige manier om te reizen. Zorg er wel voor dat je genoeg pauzes inlast waarin je de hond even kan uitlaten. Om de twee uur stoppen is een mooie richtlijn. Maak de reis zo comfortabel mogelijk door een vertrouwde deken of een bekend speeltje mee te nemen. Het doet de hond ook goed als je hem of haar dezelfde brokken blijft voeren, dus neem die vooral mee. Vergeet ook geen zakjes niet mee te nemen voor als de hond zijn behoefte doet!
Vliegen is stressvol
Laten we er niet omheen draaien. Vliegen kan voor een hond behoorlijk wat stress opleveren. In tegenstelling tot mensen, hebben honden geen enkel idee wat ze overkomt. Het gebruik van kalmeringsmiddelen is ook af te raden, tenzij de dierenarts dat aanbeveelt. Ze krijgen te maken met temperatuur- en luchtdrukschommelingen waar ze ziek van kunnen worden als ze zo'n pilletje op hebben. Ook kunnen ze zelfs bewusteloos raken. Bovendien onderdrukt het de stressgevoelens maar minimaal, ze worden er alleen een beetje suf van.
Ook Dierenarts Piet gaf onlangs handige tips over het meenemen van je hond op vakantie. Je leest het hier!
