Rutte kijkt met weinig enthousiasme naar salaris van de koning
Premier Mark Rutte neemt op verzoek van de Tweede Kamer het salaris van de koning onder de loep. Rutte is weinig enthousiast om ermee aan de slag te gaan. "Je wordt het nooit eens over de hoogte", zei hij.
Het salaris van de koning kwam aan de orde tijdens de behandeling van de begroting van Algemene Zaken, het ministerie van de premier, die ministerieel verantwoordelijk is voor de koning.
De koning gaat er in tegenstelling tot veel andere Nederlanders flink op vooruit. De verwachting is dat hij er volgend jaar 5,2 procent op vooruitgaat. Dat is veel hoger dan de doorsnee koopkrachtstijging van 0,8 procent die het Centraal Planbureau heeft berekend.
Het inkomen van de koning bestaat uit twee delen. De A-component is het salaris van de koning. Dat is ongeveer een miljoen euro. De B-component is het geld dat hij krijgt voor personeel en materieel. Dat deel is ongeveer 5 miljoen euro.
Van de B-component wordt volgens Rutte af en toe getoetst of die nog passend is. Daarover had de Kamer eerder al een motie aangenomen. De discussie over de A-component, het salaris van de koning, vindt Rutte veel moeilijker. Hetzelfde geldt voor de uitkering die kroonprinses Amalia uiteindelijk zal krijgen.
Niet telkens weer discussie
De premier wees erop dat de hele Kamer in 2007 met het huidige systeem heeft ingestemd. Dat moet zorgen voor stabiliteit in het inkomen van de koning. "Dat vind ik van grote waarde."
Rutte vindt het niet goed als er elk jaar een discussie komt over het salaris van de koning. Hij is bang dat zo'n debat snel in populisme kan vervallen. Verschillende oppositiepartijen stelden vragen over het salaris, net als regeringspartij D66. Nog voor het einde van het jaar stuurt Rutte een uitgebreide brief over de kwestie naar de Kamer.