Reizen naar voormalige koloniën: populair, maar niet altijd goed
Voormalige koloniën, zoals Indonesië (Bali bijvoorbeeld), Suriname, Curaçao en Bonaire, zijn erg in trek bij vakantiegangers. De zon schijnt er vrijwel altijd, de landschappen zijn mooi en je kunt er goed eten. Maar met dit massatoerisme houden we de machtsrelatie van vroeger in stand, stellen experts. Dat moet anders.
Onlangs nog vond de viering van Ketikoti plaats, een dag waarop de afschaffing van de slavernij in de voormalige koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen wordt gevierd en herdacht, nu 150 jaar geleden. In Nederlands-Indië kwam drie jaar eerder een einde aan de slavernij.
Onder Nederlanders zijn de voormalige koloniën nu vooral populair als vakantiebestemming. Denk bijvoorbeeld aan de eilanden Bali of Curaçao, waar menig Nederlandse toerist rondloopt om vakantie te vieren of om als digital nomad te werken.
Populariteit in cijfers
Reizen naar voormalige koloniën is populair, blijkt uit cijfers van ANVR, de koepelorganisatie voor touroperators. Deze cijfers gaan over het aantal reizigers in 2022.
- Curaçao: bijna 300.000 bezoekers per jaar.
- St.-Maarten, St.-Eustatius, Saba: 30.000 tot 50.000 reizigers per jaar.
- Suriname: 100.000 tot 150.000 per jaar.
- Indonesië: 250.000 per jaar. Indonesië schaalde de coronamaatregelen pas enkele weken geleden volledig af. Voor corona ging het om meer dan 300.000 Nederlandse reizigers per jaar.
Volgens een woordvoerder van ANVR geven de cijfers van 2021 en 2020 vanwege corona niet een erg goed beeld.
Maar of we ons daarbij altijd bewust zijn van het koloniale verleden, is de vraag. "We houden op deze manier de machtsverhoudingen in stand", stellen experts.
Mindset toerist veranderen
Maaike Bergsma is expert duurzaam toerisme. Zij wil het vooral hebben over ons kolonialistisch verleden en de bijbehorende mindset. In een opiniestuk in NRC beweerde ze dat voormalige koloniën op een gelijke manier worden geëxploiteerd als in de koloniale tijd.
"Wij komen nog altijd om te halen, niet om te brengen", zegt Bergsma. "Wij komen om voor een dubbeltje op de eerste rij te zitten; spotgoedkoop en voordelig. Maar dan zitten wij er nog steeds in met een kolonialistische houding van profiteren. Terwijl we eigenlijk zouden moeten denken: wat kom ik brengen? Vraag jezelf af: hoe ben ik een goede gast?"
Behoeften bevredigen
Volgens haar gaat het allemaal over het vervullen van een behoefte van mensen uit de westerse wereld. "Wij gingen in het koloniale tijdperk de wereld over om goederen te halen. Nu gaan we de wereld over om behoeften te bevredigen. Het is normaal geworden om ver te vliegen voor een reis naar Bali."
Ze mist 'radicale zelfreflectie' als het gaat om onszelf en de toeristische sector. "We moeten toe naar een nieuw normaal en het hebben over onze behoeften als toerist. Denk na over je dieperliggende behoeften en of je dat ook op een andere manier kan verkrijgen dan in een ver buitenland. Kan je dat misschien ook in het dagelijks leven integreren?"
Mindset veranderen dus. Maar om dat goed te kunnen, moeten we ook begrijpen hoe ons koloniale systeem in elkaar steekt - en hoe we dat nu in stand houden. Een systeem waarin alles altijd van bovenaf vanuit het machtscentrum werd opgelegd, zegt Jan Slikkerveer, emeritus hoogleraar antropologie en ethnoscience aan de Universiteit van Leiden.
Hij houdt zich bezig met de tegenstellingen tussen de westerse visie op niet-westerse culturen (antropologie) en de visie op de cultuur vanuit de lokale bevolking zelf (ethnoscience).
Top-down systeem
"Belangrijke internationale beslissingen werden in die tijd gedomineerd door westerse, kapitalistische organisaties, zoals de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) en de WIC (West-Indische Compagnie) in Nederland, en ook in Portugal en Spanje."
Dat zogeheten westerse top-down systeem hield ook na de afschaffing van de slavernij stand. "De lokale bevolking kon toen nog moeilijk een voet tussen de deur krijgen, omdat ze grotendeels in armoede leefde en niet kon meebeslissen op politiek niveau."
Na de Tweede Wereldoorlog werden de meeste voormalige koloniale gebieden onafhankelijk. "Maar de nationale staten dobberden daarna nog steeds voort op het top-down systeem", zegt Slikkerveer, "waarin de economie centraal stond."
"Die lijn zette zich door tot de jaren 80 en 90; het moment waarop de multinationals hun kans grepen om hun commerciële belangen van massatoerisme in de jonge staten verder uit te breiden."
Dure hotels
"Toen ontstonden zorgen over de multinationals die toeristische gebieden in Indonesië inpikten om daar een commercieel slaatje uit te slaan", legt de hoogleraar uit.
"Een eiland als Bali is daar een goed voorbeeld van. Bedrijven kochten de vruchtbare landbouwgronden op voor luxe toeristenhotels en legden beslag op traditionele watersystemen voor hun buitenlandse gasten, waardoor de lokale leefomgeving en natuur overhoop werden gehaald."
"De lokale bevolking werd gedwongen om haar voorouderlijke gronden te verkopen aan investeerders van buiten hun regio. Dit alles zorgde voor een verslechtering van hun rijke culturele en natuurlijke erfenis die zij daar over vele generaties hadden opgebouwd."
"Pas rond 2000 kwam het besef op gang dat de inheemse bevolking ook een stem moest krijgen. In de afgelopen twintig jaar is die steeds luider geworden. Zij zeggen nu: ho, ho, ho, als jullie van onze traditionele cultuur en natuur gebruik willen maken, dan willen wij ook een vinger in de pap hebben."
Slikkerveer benadrukt dat voor de Nederlandse toerist al dat reizen leuk is, maar de lokale bevolking vaak de rekening ervan moet betalen. "Als toeristen namelijk weggaan, blijft de lokale bevolking opnieuw met lege handen achter."
Positieve gevolgen
Maar, tegelijkertijd zegt hij ook dat het reizen naar de voormalige koloniën niet alleen negatieve gevolgen kent. "Met name voor de kleine man heeft het ook positieve gevolgen", zegt hij.
Voor het midden- en kleinbedrijf (bedrijven met minder dan 250 werknemers) levert het toerisme geld op. Denk bijvoorbeeld aan toeristen- of souvenirwinkeltjes of zogeheten huisindustrie, zoals de verkoop van gevlochten manden. "De lokale bevolking die dit doet, heeft hun land al verkocht. Het enige waar ze dan nog geld aan verdienen, zijn toeristen die wat kopen. Dat zorgt voor enig inkomen."
Ook wordt de lokale bevolking ingezet voor speciaal opgezette rituelen of dansen. "Toeristen betalen dan wat toegangsgeld om deze dansen op een podium te kunnen zien. Op Bali worden bijvoorbeeld groepsreizen aangeboden om 's avonds naar dorpjes te gaan om deze optredens te zien."
Divers en lokaal personeel
Maar, ook die kleinere bedrijven op het eiland hebben het steeds zwaarder door de aanbouw van meerdere, grote (all-inclusive) buitenlandse projecten. Nina, general manager van de ecolodge Mondi Lodge in Curaçao, ziet het met lede ogen aan. Met de ecolodge probeert ze juist de lokale bevolking te helpen.
Een ecolodge is een voorbeeld van ecotoerisme. Dat is kleinschalig toerisme dat op een verantwoorde manier omgaat met de natuur en zorgt dat de lokale bevolking er geld mee verdient. "We zijn begonnen vanuit een duurzame mindset met betrekking tot milieu."
"Maar we gingen ons, na onderzoek naar ecocertificaten, ook meer verdiepen in de verantwoordelijkheden die daarbij komen kijken, zoals het personeel dat je aanneemt, wat je voor de maatschappij kunt betekenen, promotie van diversiteit en behoud van lokale gebruiken."
Ook wil ze ervoor zorgen dat toeristisch geld zoveel mogelijk bij de lokale bevolking terechtkomt. "Mondi Lodge heeft lokale eigenaars. Ook maken we zoveel mogelijk gebruik van lokale leveranciers, werken we met divers en lokaal personeel en sturen we onze gasten zoveel als kan naar lokaal gerunde, kleinschalige activiteiten en lokale restaurants."
Respect voor lokale tradities
Volgens Slikkerveer is dat belangrijk om te blijven doen: de lokale bevolking erbij betrekken. "We moeten respect hebben voor lokale tradities en de inbreng van de inheemse bevolking", stelt hij. "Dat geeft hen de vrijheid terug na eeuwen van koloniale onderdrukking."
"Daarnaast moeten de visie en besluitvorming in regio's waar veel toeristen komen in handen zijn van de lokale bevolking en niet van luitjes van buitenaf, die de toeristendollars in hun eigen zak stoppen. Althans, als we het toerisme in de toekomst duurzaam willen maken."
Tips voor toeristen
Reis je als toerist af naar voormalige koloniën, maar weet je niet precies hoe je het 'goed' doet, dan volgen hier een aantal tips van expert duurzaam toerisme, Maaike Bergsma:
1. Organiseer je reis zelf en boek bij een lokale aanbieder. "Je kunt onderzoek doen op internet, in reisgidsen of tips vragen aan mensen die al op de bestemming zijn geweest", zegt Bergsma. "Ik raad af om een boekingsplatform als booking.com te gebruiken. Daarmee blijft veel geld al in dat bedrijf hangen."
2. Eet zoveel mogelijk in lokale restaurants, doe boodschappen op de markt, koop souvenirs van lokale mensen en ga naar een lokaal hotel in plaats van all-inclusive.
Kijk of je een lokale reisagent kan vinden die je excursies regelt. "Laat dat niet door het hotel of resort doen."
3. Leef zoveel mogelijk volgens lokale standaard. "Vaak gaan we met hoge verwachtingen op vakantie en moet onze vakantie een soort compensatie zijn voor alle stress en gebrek aan ontspanning die we hier in Nederland hebben", zegt Bergsma. "Wil niet vasthouden aan je eigen westerse levensstandaard. Laat dat los."
Vraag jezelf af: hoe ben ik een goede gast? "Verdiep je in de lokale kledingvoorschriften en gebruiken."
4. Maak bewust gebruik van je camera. "Maak geen foto van mensen zonder dat te vragen. Ook een camera geeft macht over de ander. Door een foto van de ander te maken kun je de ander objectiveren tot een soort souvenir van je vakantie."