Oranjes verdienden een half miljard aan kolonies, blijkt uit eerste grote onderzoek
De voorouders van de huidige koninklijke familie hebben minstens een half miljard euro verdiend aan de Nederlandse kolonies, waar slavernij wijdverbreid was. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook de Staat verdiende op allerlei niveaus geld aan de kolonies en de slavernij.
Het is voor het eerst dat een dergelijk onderzoek is gedaan naar het slavernijverleden. Het gaat om een eerste schatting over de periode van 1675 tot 1770. Het bedrag, 545 miljoen euro, is omgerekend naar hedendaagse prijzen.
Oranjes en de Staat
De verre voorouders van koning Willem-Alexander, zoals Willem III, IV en V, hadden als stadhouders belangrijke politieke functies in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, een voorloper van Nederland. Hun 'koloniaal profijt' maakt de helft uit van de inkomsten van de stadhouders in genoemde periode.
De Oranjes hebben op uiteenlopende manieren geprofiteerd van de kolonies en dus van slavernij, valt te lezen in het onderzoek. En niet alleen de Oranjes waren volop betrokken: op allerlei niveaus werd via de Nederlandse staat geld verdiend aan de kolonies en de slavernij.
Aandelen
De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) was bijvoorbeeld een belangrijke koloniale inkomstenbron. De adellijke familie heeft niet geïnvesteerd in de VOC. Maar de aandeelhouders hebben bij oprichting geregeld dat de Oranjes kregen uitbetaald alsof zij circa 3 procent van de aandelen hadden.
Zij hebben vervolgens regelmatig hun invloed gebruikt om problemen op te lossen voor de handelsonderneming, concluderen de auteurs van het boek zoals te zien is in onderstaande video:
Minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) heeft het boek, dat de basis moet vormen voor verder onderzoek, vanmiddag in ontvangst genomen in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Ze noemt het boek confronterend en een topje van de ijsberg. De bevindingen zijn volgens haar 'kraakhelder'. Ze spreekt van een 'ongekende schaal van slavenhandel en slavernij', waarbij de Staat zeer betrokken was.
Het onderzoek is uitgevoerd door meerdere instituten en onder aanvoering van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Leiden.
Financiële belangen nog niet bekend
Historici zeggen al langer dat de familie Van Oranje-Nassau zeer betrokken was bij de koloniale overheersing van het toenmalige Nederlands-Indië, Suriname en de Caraïbische eilanden. Het was nog niet bekend hoe groot de financiële belangen waren.
De auteurs van het boek hebben een eerste inschatting gemaakt op basis van de nu bekende bronnen.
Gevoelig moment
De resultaten komen op een gevoelig moment naar buiten. Op 1 juli aanstaande wordt herdacht dat 150 jaar geleden feitelijk een einde kwam aan de slavernij onder Nederlands bewind.
Bij een herdenking in het Oosterpark in Amsterdam zal de koning die dag een toespraak houden. Ingewijden verwachten dat hij de excuses die Mark Rutte eerder aanbood voor dit verleden zal herhalen.
'Een knappe vondst'
Oud-hoogleraar Gert Oostindie (Universiteit Leiden) geeft leiding aan een uitgebreider onderzoek naar de rol van het Huis Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis. Hij is hier eind 2022 mee begonnen en verwacht drie jaar nodig te hebben.
Oostindie zegt in een reactie op het vandaag gepresenteerde onderzoek de inkomsten van de Oranjes uit de VOC 'een knappe vondst' te vinden. Tot voor kort was het volgens de hoogleraar niet bekend om hoeveel het dan ging. Over het precieze bedrag houdt Oostindie wel wat slagen om de arm. "Maar dat doet niks af aan het belang hier van. Wij wisten dat de stadhouders recht hadden op een jaarlijkse uitkering, maar het was tot dusver nergens te vinden."