Wie gelooft nog in een Elfstedentocht? Hoop vervliegt, stelt het KNMI
Komt er ooit nog een Elfstedentocht? Met het schaatsseizoen voor de deur, is dat de vraag die fanaten bezighoudt. De verschillende klimaatscenario's die het KNMI twee weken geleden publiceerde, schetsen een somber beeld. Door klimaatverandering wordt de kans op de 'tocht der tochten' kleiner en kleiner. Toch blijven schaatsers erin geloven: "We hopen op extreme kou."
Door klimaatverandering stijgt de gemiddelde temperatuur, ook in Nederland. Daar bestaat geen twijfel over. In het meest gunstige scenario warmt ons land deze eeuw 'slechts' 1,7 graden op. En dat terwijl de kans op een Elfstedentocht, die in 1997 voor het laatst werd verreden, nu al klein is en elk jaar verder krimpt. "Alle seizoenen worden warmer. Ook de winter", zegt klimaatexpert Peter Siegmund van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI).
Om in Nederland echt koude temperaturen te krijgen, zijn we afhankelijk van koude lucht uit het noorden. "Bovendien warmt het poolgebied op, met name in de winter", vervolgt Siegmund. "Juist die koudste winden warmen relatief sterk op."
Het volgende probleem is de watertemperatuur. Aangezien alle seizoenen warmer worden, dus ook de zomer en herfst, warmt het water ook steeds meer op. "Het moet van een hogere temperatuur afkoelen, tot het een keer onder de 0 graden komt", zegt Siegmund.
Strenge eisen
Mocht het water toch onder de 0 graden komen, betekent dat niet dat de Elfstedentocht hoe dan ook geschaatst kan worden. Het ijs moet overal langs de route 15 centimeter dik zijn. "Die 15 centimeter krijg je als je veertien dagen lang strenge vorst hebt van rond de -10 tot -12 graden", vertelt Wiebe Wieling. Hij is de voorzitter van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden, de organisatie achter de Elfstedentocht.
In 2012 kwamen we voor het laatst écht dichtbij een Elfstedentocht. "We hadden toen 25 centimeter ijs in het noorden van Friesland en maar 8 centimeter in de zuidelijke helft, omdat het daar gesneeuwd had", vertelt Wieling. "Als er sneeuw op het ijs ligt, groeit het ijs niet aan."
Toch heeft Wieling er vertrouwen in dat er toch nog een volgende editie van de 200 kilometer lange tocht komt. "Wij zien natuurlijk ook dat er klimaatverandering aan het optreden is, maar zien ook dat in die klimaatverandering soms sprake is van extremen", vertelt hij. Wieling ziet kansen in hogedrukgebieden die uit het noorden onze kant op komen.
Aantal ijsdagen neemt af
Een belangrijk klimaataspect dat een Elfstedentocht in de weg staat is het aantal ijsdagen. We spreken van een ijsdag als het de hele dag vriest, dus de temperatuur komt dan niet boven 0 graden uit.
De vier klimaatscenario's die het KNMI heeft geschetst laten verschillende effecten op de ijsdagen zien. Op dit moment zijn er in Eelde, in het noorden van Drenthe, gemiddeld 9,2 ijsdagen per jaar. In het voor de Elfstedentocht beste scenario, als Nederland gemiddeld met 1,7 graden opwarmt en in de winter met 0,7 graden, zijn er in 2050 én in 2100 nog 5,2 ijsdagen per jaar over.
In het minst voordelige scenario zijn er in 2050 nog gemiddeld 4,4 ijsdagen per jaar in het noorden van Nederland. In 2100 is het verschil nog duidelijker: dan zijn er nog gemiddeld 0,4 ijsdagen per jaar. Voor een Elfstedentocht moet er volgens de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden ongeveer veertien dagen strenge vorst zijn.
Geen twijfel
Als je het vraagt aan Henk Angenent, de winnaar van de laatste editie in 1997, komt er hoe dan ook een keer een Elfstedentocht. Olympisch kampioen Mark Tuitert, die staat te popelen om de tocht te schaatsen, is het roerend met hem eens.
"Ik ben er honderd procent van overtuigd", vertelt Angenent aan RTL Nieuws. "Het weer wordt extremer, dus we kunnen in extreme kou terechtkomen. En in Friesland worden allerlei maatregelen genomen, waaronder alternatieve routes, zodat het ook met minder vorst mogelijk wordt. "In Canada hadden ze vorig jaar nog kou-records, dus waarom niet ook hier?", vraagt Angenent zich af.
Peter Siegmund van het KNMI is daar veel minder optimistisch over. Volgens hem houden de hogedrukgebieden met dat soort extreem lage temperaturen steeds minder lang aan. Ook zien we ze eigenlijk alleen nog in de lente. "Ik kan ze dus niet blij maken", zegt hij. "We moeten de hoop niet opgeven, maar de kans is klein."
'Al moet ik 'm kruipen'
Tuitert en Angenent melden zich hoe dan ook aan de start, als er een volgende editie van de Elfstedentocht komt. "Het is niet voor niks de tocht der tochten", zegt Tuitert. "Het heeft alles in zich: historie, schaatsen, afstand. Het is de grootste sportieve uitdaging als schaatser. Het is verdorie oktober en we hebben het al over de Elfstedentocht."
Angenent sluit zich daarbij aan. "De magie komt van de zeldzaamheid waarop de tocht gereden wordt. De geschiedenis is al lang en heeft heel veel magische momenten opgeleverd", vertelt hij. "Het is verreweg mijn sportieve hoogtepunt. Het heeft zoveel betekend, tot de dag van vandaag. Dat is gewoon uniek."
Hij blijft wel realistisch: als het niet gaat, gaat het niet. "Als het geen zin heeft, ga ik geen plekje voor iemand die jong en gezond is in de weg staan omdat ik per se wil meedoen en bij wijze van spreken na tien kilometer weer aan de kant sta." Tuitert daarentegen 'laat alles uit zijn handen vallen' als de tocht er weer komt. "Al moet ik 'm kruipen, dan zou ik 'm nog doen."