Waarom Iran de vijanden van Israël steunt (maar geen grotere oorlog wil)
Vanuit Iran klinkt dreigende taal richting Israël: als jullie niet direct stoppen met het plegen van oorlogsmisdaden in de Gazastrook, dan is alles mogelijk. Toch is ook Iran er veel aan gelegen om een groter conflict in de regio te voorkomen, zegt Irandeskundige Peyman Jafari.
Sinds de bloedige aanval van Hamas op Israël nemen de spanningen ook in omringende landen toe. Vrijwel direct waren de ogen gericht op Iran. Het Iraanse regime is al tientallen jaren de aartsvijand van Israël en heeft nauwe banden met de twee groeperingen die lijnrecht tegenover dat land staan: Hamas en Hezbollah.
"Ik waarschuw de VS en zijn bondgenoot Israël dat als ze niet onmiddellijk stoppen met hun misdaad tegen de menselijkheid en genocide in Gaza, alles op elk moment mogelijk is en het uit de hand loopt in de regio", zei de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Hossein Amirabdollahian dit weekend tijdens een persconferentie.
Meer waarschuwingen
Dat was niet zijn eerste waarschuwing aan het adres van Israël en de VS voor een mogelijk uitbreiding van het conflict in het Midden-Oosten. Eerder zei de Iraanse minister dat verzetsleiders 'een kerkhof van bezettingssoldaten' zullen aanrichten als Israël besluit om Gaza met grondtroepen binnen te vallen. Waarbij hij ook dreigde met een 'preventieve actie' van Iran tegen Israël.
Ook de hoogste leider van Iran, grootayatollah Ali Khamenei, liet van zich horen. Hij zei vorige week dat 'moslims en verzetsstrijders ongeduldig worden' en dat niemand hen kan stoppen als 'de misdaden van Israël doorzetten', ook Iran niet. Diezelfde Khamenei sprak eerder publiekelijk zijn steun uit voor de bloedige aanval van Hamas op Israël: "We kussen de handen van hen die de aanval beraamden", zei hij in een toespraak op de Iraanse staatstelevisie, waarbij hij ook ontkende dat Iran direct betrokken was bij de verrassingsaanval van Hamas.
"We weten niet 100 procent zeker of Iran van de aanval van Hamas afwist of dat zij dit goedgekeurd hebben, daar is vooralsnog geen bewijs voor", zegt de Iraans-Nederlandse historicus Peyman Jafari, tegenwoordig universitair docent geschiedenis en internationale betrekkingen aan het College of William & Mary, een onderzoeksuniversiteit in het Amerikaanse Williamsburg.
Jafari: "Maar het is zeker niet zo dat er totaal geen link is. Hamas wordt al jarenlang financieel en politiek gesteund door Iran, dat ook trainingen geeft aan Hamas-militanten. Daarbij zegt Iran: waarom is dat verkeerd? De VS geeft jaarlijks 3 miljard aan militaire steun aan Israël. Maar als wij het doen is het verkeerd?"
De steun van Iran aan Hamas (de baas in Gaza) en Hezbollah (vooral in Zuid-Libanon) heeft volgens hem twee belangrijke oorzaken. De eerste is uit verzet tegen de Amerikaanse aanwezigheid in de regio. "Religie is voor Iran belangrijk, maar dat is niet het allerbelangrijkste. Dat is het gezamenlijk verzet tegen de VS en Israël", zegt Jafari. De tweede reden die hij noemt is de onderdrukking van de Palestijnse bevolking door Israël. "Dat is de gemeenschappelijke basis. Israël wordt gezien als de bezetter van het Palestijnse land."
Roerige geschiedenis
Dat komt bovenop de roerige geschiedenis die Iran en Israël zelf delen. Voor de Iraanse revolutie van 1979 werd Iran geleid door de pro-westerse sjah (Perzisch voor 'koning') Mohammad Reza Pahlavi. Hij was een belangrijke steunpilaar van de VS in de regio. Om die reden had ook Israël destijds goede banden met de sjah.
Maar sinds de revolutie is Iran een islamitische republiek. Het regime ziet de stichting van de staat Israël als een teken van westerse overheersing in het Midden-Oosten, dat overwegend islamistisch is. Ook zaten veel leiders van de Iraanse revolutie voor 1979 in de gevangenis en werden gemarteld. Voor hen is de woede tegen Israël ook iets persoonlijks.
Dat zegt overigens zeker niet dat het Iraanse volk het daarmee eens is. Een groot deel van de bevolking is tegen de gewelddadige onderdrukking van het ayatollah-regime en strijdt in eigen land al lange tijd voor meer vrijheden, (vrouwen)rechten en welvaart.
Verder zijn er sterke politiek-religieuze verschillen: Iran steunt de sjiitische stroming binnen de islam, en Israël steeds nadrukkelijker de soennitische stroming. Tussen die twee stromingen zijn vaak conflicten in het Midden-Oosten. En tot slot zijn er de recente militaire spanningen.
"De afgelopen jaren heeft Israël veel aanvallen op Iran uitgevoerd", zegt Irankenner Jafari. "Vaak zonder dit openlijk op te eisen, maar in het geval van Syrië was het heel duidelijk. Daar heeft Israël ruim honderd aanvallen gepleegd op Iraanse legerbases. Israël heeft ook militaire plekken waar drones worden gemaakt in Iran aangevallen, en heeft onder anderen het hoofd achter het Iraanse nucleaire programma omgebracht, in een poging te voorkomen dat Iran net als Israël ooit kernwapens in handen krijgt."
Niemand wil escalatie
Iran wil daarom nu maar al te graag terugslaan, maar niet tegen elke prijs, zegt Jafari: "Iran wil Gaza en Hamas niet verliezen. Een afgezwakt Hamas is nog acceptabel, maar helemaal weg niet. Iran laat de daadwerkelijke strijd vooralsnog bij zijn bondgenoten. Het regime zegt: wij zullen alleen Israël direct raken, als Israël ons direct raakt. Dat is echt de rode lijn voor Iran."
Dat laatste komt doordat Iran zelf ook heel goed weet dat het militair vlak niet kan tippen aan Israël en zijn bondgenoot de VS. De Iraanse luchtmacht stelt weinig voor, het land kan door sancties geen militaire vliegtuigen kopen. Iran heeft daarentegen de afgelopen jaren wel fors geïnvesteerd in een groot leger en moderne, geavanceerde langeafstandsraketten waarmee doelen met grote precisie geraakt kunnen worden.
"Daar zijn zelfs Israël en de VS bang voor", zegt Jafari. "Omdat deze raketten ook hen kunnen raken. Stel dat Amerikaanse militairen of Israëlische burgers omkomen, dat is voor hen een hoge prijs waardoor ze zullen willen terugslaan op Iran. Maar stuur je troepen naar Iran om dat enorme land te bezetten? We weten allemaal hoe de Amerikaanse bezetting van het veel kleinere land Irak is afgelopen, dat lukte zelfs met honderdduizenden militairen niet. Vandaar dat de Amerikaanse president Biden zo gebrand is op een diplomatieke oplossing. Niemand zit op de volgende oorlog te wachten."