Israëliër en Palestijn runnen restaurant in Berlijn: 'Durf te mixen'
In een hummus-restaurant in Berlijn laten de twee eigenaren, een Israëliër en een Palestijn, zien dat Israël en Palestina hand in hand kunnen gaan: "Als je smaken en culturen mixt, worden ze beter. Dat geldt voor onze hummus, en voor de samenleving", zeggen ze. RTL Nieuws-verslaggever Nils de Lange ging langs.
Het klinkt als een onwaarschijnlijk verhaal: een Israëlier en een Palestijn die samen een hummus-restaurant beginnen in Berlijn. Toch is restaurant Kanaan, de zaak van Oz Ben David en Jalil Dabit, al jaren een populaire bestemming in de hippe wijk Prenzlauer Berg.
Kanaan is meer dan een restaurant, vertelt Oz in de zaak. Het zit er vol met jonge mensen die hummus, shakshuka en andere gerechten uit het Midden-Oosten eten. Het personeel draagt t-shirts met de tekst 'I'm a hummussexual'.
Alternatief universum
"Het is een alternatief universum dat we hebben gecreëerd, waar alles wat we ons voorstellen, en alles wat we wensen, mogelijk is", zegt Oz. "Wij waren daarin de eerste stap, als Israëliër en Palestijn. Veel mensen dachten dat het onmogelijk zou zijn om samen te werken, met onze achtergrond."
De verhalen van Oz en Jalil zijn inderdaad enorm verschillend. De Israëlische Oz komt uit een familie van rechtse kolonisten. "Ik bracht als jonge jongen de zomers door op de Westelijke Jordaanoever. Daar gooiden Palestijnen stenen naar ons, en wij staken hun olijfbomen in brand."
Eerste ontmoeting
Jalil groeide als Palestijn op in Ramla, een Israëlische stad iets ten zuiden van Tel Aviv. Zijn ouders hadden er een restaurant.
Oz en Jalil leerden elkaar negen jaar geleden in Berlijn kennen. Oz woonde daar al langer, Jalil verhuisde er naartoe na de Gaza-oorlog van 2014. "Vanaf het eerste moment dat we elkaar ontmoetten wisten we dat we iets samen moesten doen", vertelt Jalil via de telefoon. Hij is in Ramla, waar hij nog een restaurant heeft. "Eerst wilden we feesten organiseren en hummus verkopen. Daaruit is het restaurant ontstaan."
Dat restaurant is er inmiddels acht jaar. Het personeel is een afspiegeling van het idee achter Kanaan, dat een mix van invloeden en culturen tot mooie dingen leidt. "Onze chef is Syrisch, onze bedrijfsleider komt uit Iran", zegt Oz. "Je vindt hier homo's en transgender personen, moslims, joden, christenen. Iedereen werkt hier samen, maar dat niet alleen: we vormen een gemeenschap."
Kookboek
De samenwerking tussen Jalil en Oz leidde behalve tot een restaurant ook tot een kookboek, dat na twee jaar hard werken toevallig vorige week is verschenen. Ook in het boek benadrukken Oz en Jalil hoe belangrijk het is om elkaar aan te vullen.
"Toen ons boek af was, stuurden we de eerste verhalen naar de uitgever. Voor ons was het heel duidelijk wie wat had geschreven, welk verhaal van wie was. Maar onze uitgever snapte er helemaal niets van: "Over wiens oma gaat dit verhaal, wiens tante is dit?" Toen beseften we dat onze oma's precies hetzelfde zijn", zegt Oz.
"De verschillen zijn zo klein dat we besloten om de gerechten die we maakten écht te combineren. En dan niet een rijstgerecht van Jalils oma gecombineerd met de gehaktballen van mijn oma, maar een stap verder", legt hij uit. "We namen allebei hun rijstrecepten, en combineerden die, en allebei hun recepten voor gehaktballen, en maakten daar een nieuw, gecombineerd gerecht van."
Dat samenbrengen van smaken, is net als het samenbrengen van mensen, waar het bij Kanaan om gaat. "Op het eerste gezicht denk je misschien: dat past helemaal niet bij elkaar. Maar als je het eenmaal probeert, blijkt het heerlijk te zijn", zegt Oz. "Dat is de boodschap die we willen uitdragen: durf dingen te mixen, durf dingen bij elkaar te zetten en met wat je kent iets nieuws te maken. Als je verschillende smaken en culturen mixt, ontstaat een weefsel dat veel sterker is dan de losse draden. Dat is het verhaal van onze Hummus, en van de samenleving."
Eerste kus in getroffen kibboets
De aanval van Hamas op Israël, op 7 oktober, raakte de twee vrienden diep. "Ik was vroeg wakker, en hoorde het luchtarm afgaan", vertelt Jalil, die tijdens de aanval ook al in Israël was. "Er gingen steeds meer alarmbellen af. Toen heb ik de radio aangezet en begon ik langzaam te beseffen wat er gebeurde. Daarna heb ik Oz gebeld."
"Na de aanval van Hamas heb ik even de hoop verloren", zegt Oz. "De hoop dat het mogelijk is om Israëliërs en Palestijnen samen te laten leven. Het was een directe aanval op mijn volk. Mijn familie woont daar. Ik kreeg mijn eerste kus in de kibboets Re'im", vertelt hij. In Re'im richtte Hamas op 7 oktober een bloedbad aan op een festival, waarbij ongeveer 260 mensen werden gedood.
Na de aanval bleef Kanaan dicht, maar na twee dagen opende het restaurant de deuren weer. "Het was even te veel voor ons, en ik zag dat veel Israëlische winkels en restaurants dicht gingen vanwege bedreigingen", zegt Oz. "Toen dacht ik: ik moet juist laten zien dat wij, Israëliërs en Palestijnen, niet handelen vanuit angst. We moeten ons geloof behouden. Toen zijn wij als enige weer open gegaan."
Helemaal zonder vrees was Oz niet. "Natuurlijk was ik bang. Je weet niet of er een gek binnenkomt. Maar ik had het geloof dat het goed zou komen. Ik ken mijn buren, ik ken mijn moslimbroeders in Berlijn. Ik weet dat ze pijn hebben, en boos zijn. Maar ik weet ook dat ze ons niets aan zullen doen."
De kant van de vrede
Volgens Oz is het belangrijk dat andere landen Israël en Palestina helpen om samen uit het conflict te komen. "Het is nu niet aan Europa om een kant te kiezen", zegt hij. "Het is nu de taak van Europa, en van de wereld, om de kant van de vrede te kiezen. Duitsers, en Nederlanders, moeten een plek in hun hart hebben voor de pijn van zowel de Israëliërs als de Palestijnen."
"Het is geen kwestie van goed en slecht, van licht en duister", zegt de Israëliër. "Het is een heel complex conflict, en het is de taak van politici om nu te kijken naar de Europese geschiedenis, en te leren van hoe Europa na de Tweede Wereldoorlog van een heel heftig conflict naar een sterke unie is gegroeid."
Jalil hoopt dat uit al het leed en verdriet van deze oorlog iets goeds kan komen. "Er was een atoombom nodig om de Tweede Wereldoorlog te stoppen. Misschien kan de verschrikking van wat er nu gebeurt in Gaza onze leiders net zo opschudden, en gaan ze door al het leed inzien dat er een andere oplossing nodig is. Dat moet wel. Anders sterven al die mensen, al die kinderen, voor niets."