Verrassingen na doorrekening partijprogramma's: VVD en CU willen vrije artsenkeuze afschaffen
Met de publicatie van de doorrekeningen van de verkiezingsprogramma's, komen we meer te weten over de plannen van acht politieke partijen. De doorrekening zorgt ook voor een paar verrassingen. Zo willen VVD en ChristenUnie de vrije artsenkeuze afschaffen en wil de VVD honderden miljoenen bezuinigen op de NPO.
Dit jaar legden slechts acht partijen hun plannen voor aan het Centraal Planbureau (CPB) om deze door te laten rekenen. Partijen als de BBB, PVV en Pieter Omtzigts NSC lieten hun plannen niet doorrekenen.
Nu de doorrekeningen bekend zijn, komen we meer te weten over de invulling van de plannen. Ook zitten er een paar verrassingen tussen waarvan we nog niet wisten dat partijen dit willen. Een overzicht per thema:
Zorg
Op het punt van gezondheidszorg komen we een paar opvallende plannen tegen. Zo willen VVD en CU de vrije artsenkeuze afschaffen. Dat wil zeggen dat als jouw zorgverlener geen contract heeft afgesloten met een zorgverzekeraar je die behandelingen niet langer vergoed krijgt. Denk bijvoorbeeld aan een fysiotherapeut of een psycholoog. Zorgverzekeraars krijgen hiermee dus meer macht.
GroenLinks-PvdA willen het eigen risico met 100 euro verlagen. De andere partijen die hun programma lieten doorrekenen willen het bevriezen op 385 euro. ChristenUnie en D66 willen een eigen bijdrage van 5 euro per uur voor wijkverpleging. Ten slotte wil D66 bezuinigen op ouderenzorg en geestelijke gezondheidszorg.
GroenLinks-PvdA wil nieuwe artsen verplichten om in loondienst te gaan.
Wonen
De verschillen op het thema wonen zijn groot, blijkt uit de doorrekeningen van de plannen. Bijvoorbeeld als het gaat om de hypotheekrenteaftrek. GroenLinks-PvdA, D66, ChristenUnie en Volt willen deze verder inperken. Andere partijen, zoals ChristenUnie en Volt, willen snoeien in het eigenwoningforfait. Dat is de belasting die huizenbezitters betalen.
JA21 wil afspraken maken met woningcorporaties om de huren te verlagen. De VVD bevriest de huren van sociale huurwoningen.
Armoede
Bij de meeste partijen daalt de armoede, blijkt uit de doorrekeningen van het CPB. Zonder maatregelen zou 5,9 procent van de bevolking vorig jaar in armoede hebben geleefd. Dat komt neer op bijna een miljoen mensen.
Bij D66, GroenLinks-PvdA, de ChristenUnie en Volt wordt de armoede ongeveer gehalveerd in de komende kabinetsperiode, blijkt nu uit de berekeningen. Bij het programma van JA21 stijgt het aantal mensen in armoede juist.
Verkeer en openbaar vervoer
ChristenUnie, Volt en GroenLinks-PvdA willen tientallen miljarden investeren in het openbaar vervoer. De ChristenUnie wil er ruim 22 miljard euro extra in investeren, GroenLinks-PvdA 29 miljard.
Dat ligt een stuk lager bij de VVD en D66: die partijen steken respectievelijk 800 miljoen en 2,7 miljard euro extra in het ov.
De VVD wil dan wel weer meer geld naar extra asfalt: 2,4 miljard euro extra. D66 bespaart juist 3,5 miljard euro hierop.
Alle partijen willen een kilometerheffing, al verschillen de bedragen per partij. Per kilometer gaan automobilisten het meeste betalen bij Volt (14 cent) en het minste bij de ChristenUnie 3,5 cent. De VVD heeft nog geen keuze gemaakt voor een kilometertarief.
Onderwijs en cultuur
De meeste partijen investeren in het onderwijs. Maar VVD en CDA bezuinigen allebei juist, zo weten we nu. Deze partijen willen een miljard euro op onderwijs bezuinigen.
De VVD, het CDA en de SGP willen verdere lagere studiemigratie. Dat willen ze voor elkaar krijgen door het verplichtstellen van Nederlands in (de meeste) bacheloropleidingen.
Wat nog meer opvalt: de VVD wil flink bezuinigen op het budget van de NPO, namelijk 400 miljoen euro. Dat is zo'n 40 procent van het hele budget. Maar daarmee is de VVD nog geen kampioen bezuinigen op de publieke omroep. Dat is de SGP die denkt dat de NPO wel met 700 miljoen minder toekan. Goede tweede is JA21 met een bezuiniging van 600 miljoen euro.
De VVD en D66 willen verder de maatschappelijke diensttijd afschaffen. Jongeren tussen de 12 en 30 jaar zetten zich hiermee vrijwillig in voor een ander. Dat bespaart 200 miljoen euro.