Facebook toont berichten over suïcide niet meer aan jongeren: 'Goed begin'
Meta, het moederbedrijf achter Facebook en Instagram, neemt maatregelen om jongeren beter te beschermen tegen schadelijke berichten over bijvoorbeeld eetstoornissen of zelfdoding. Vanuit de hele wereld klinkt al langer de roep om jongeren niet bloot te stellen aan inhoud die de mentale gezondheid van jongeren ondermijnt.
Meta heeft bekendgemaakt dat Instagram- en Facebookgebruikers jonger dan 18 jaar binnenkort geen resultaten meer te zien krijgen die schadelijk voor ze zijn. Als zij zoeken op bijvoorbeeld eetstoornissen, zelfbeschadiging of zelfdoding, krijgen ze een pagina te zien die hen doorverwijst naar deskundige hulpinstanties. Ook berichten van contacten over deze onderwerpen blijven voortaan verborgen.
Mentale gezondheid achteruit
Onder andere de Europese Unie en Amerikaanse staten voerden de druk op het techbedrijf al langer op. Meta gaf lange tijd niet of aarzelend gehoor aan die roep, volgens critici voor financieel gewin, maar lijkt nu toch voor de druk te zwichten.
De mentale gezondheid van jongeren gaat al jaren achteruit volgens instanties die daarover gegevens verzamelen. Volgens deskundigen heeft dit voor een belangrijk deel te maken met de druk die sociale media met zich meebrengen.
Buiske Boone van WEET, de patiëntenvereniging voor mensen met eetstoornissen, juicht de maatregel toe. "Wij denken niet dat sociale media alleen de oorzaak van problemen zijn, maar voor jongeren die ermee kampen hebben dit soort platforms wel een negatieve invloed. Mensen met eetstoornissen vergelijken zichzelf erg met anderen. Als je steeds mensen ziet die bijvoorbeeld sondevoeding nemen, kun je denken: zo erg is het bij mij nog niet, het moet nog erger worden voordat ik hulp moet zoeken."
Nieuwe algoritmes
Toch twijfelt Boone eraan of álle informatie over deze onderwerpen verborgen moet blijven. "Het kan zijn dat ook de goede invloeden onzichtbaar worden. Ik heb zelf een eetstoornis gehad, en ben daardoor depressief en zelfs suïcidaal geworden. Ik heb toen zelf veel gehad aan verhalen van anderen en aan online platforms die hulp boden."
Tegelijk, zegt ze, werd ze zelf ook beïnvloed door de vele berichten over sporten en gezonde voeding. "Daardoor dacht ik altijd: zie je wel, ik ben helemaal niet ziek, want iedereen is bezig met slank worden." Hopelijk, voegt ze toe, kan Meta de algoritmes later zodanig bewerken dat de positieve berichten die tot steun zijn wél bekeken kunnen worden. "Dat zou mooi zijn."
Heb jij vragen over zelfdoding?
Stichting 113: bel 113 of 0800-0113 (gratis), of anoniem via de chat op de website 113.nl
24 uur per dag bereikbaar, 7 dagen per week
In haar werk bij WEET merkt Boone ook dat ouders veel vragen hebben over het socialemediagedrag van hun kinderen. "Zij bellen onze hulplijn vaak met de vraag of ze het moeten verbieden. En het antwoord? Moeilijk. Ik zeg nooit ja of nee. Want sociale media zijn ook een vorm van contact met de buitenwereld. Je kunt in contact komen met lotgenoten. Daarom is de maatregel van Meta een goede eerste stap."
'Goed dat moeilijker vindbaar wordt'
Ook kinderarts Annemarie van Bellegem van het AMC in Amsterdam, die is gespecialiseerd in eetstoornissen, wijst erop dat kinderen met een eetstoornis 'een sterkte neiging tot vergelijken met anderen' hebben. "Dat doen ze constant op sociale media. Het is bijna een soort indoctrinatie. Er zitten natuurlijk positieve kanten aan social media, maar voor deze groep is het heel gevaarlijk omdat ze zichzelf nog meer vergelijken met anderen en denken dat ze nog meer moeten afvallen."
Van Bellegem noemt de stap van Meta 'een begin' in het proces van bewustwording. "Mensen moeten zich realiseren dat die content heel schadelijk is en de ziekte kan stimuleren. Patiënten zelf realiseren zich vaak niet dat het opzoeken van die content niet oké is. Het is daarom goed dat zulke dingen moeilijker te vinden worden."
Én moeilijker om bevestiging te vinden, voegt ze toe: "Wij zien bij patiënten dat het onderdeel is van hun identiteit: hoe problematischer de foto's, hoe meer likes en steun."
Volgens de kinderarts hebben ouders, en zelfs behandelaars zoals zijzelf, vaak geen zicht op de inhoud die jongeren bekijken. "Heel veel ouders realiseren zich totaal niet dat dit een probleem is. Ze weten ook niet wat ze ermee aan moeten. Er is een generatiekloof wat dat betreft, en daardoor zit er vaak een vertraging in het signaleren van problemen."