Rwanda herdenkt genocide die nog altijd sporen nalaat: 'Mag niet worden vergeten'
Rwanda herdenkt de genocide die vandaag 30 jaar geleden in het Afrikaanse land begon. 800.000 mensen, voornamelijk Tutsi's, werden destijds in ruim 100 dagen vermoord door extremistische Hutu's. Rwanda wordt sindsdien geroemd om succesvolle verzoeningsprojecten, maar de genocide blijft een open wond: "Massagraven worden nog altijd ontdekt."
Vanuit de hele wereld wonen staatshoofden, ministers en andere hoge vertegenwoordigers vandaag de herdenking van de genocide bij in de Rwandese hoofdstad Kigali.
"De gruwelijkheden die zich in 1994 voltrokken gaan ons voorstellingsvermogen voorbij", zegt Hanke Bruins Slot, die als demissionair minister van Buitenlandse Zaken aanwezig is. "De genocide in Rwanda is een van de grootste humanitaire tragedies uit de geschiedenis. Dit mag niet worden vergeten. Daarom is het belangrijk om hier stil bij te blijven staan."
Jonge bevolking
Het trauma van Rwanda staat 30 jaar na dato niet meer op ieders netvlies gebrand, vertelt Afrika-correspondent Sophie van Leeuwen, die het land meerdere keren bezocht.
"Mijn recente bezoek was anders dan toen ik er vijftien jaar geleden was. Rwanda heeft een enorm jonge, ambitieuze bevolking; de meeste mensen hebben de genocide inmiddels zelf niet meegemaakt. Bij de oudere Rwandezen is het collectieve trauma zichtbaarder, je kan het van hun gezicht aflezen."
Toch ligt de genocide nog altijd dicht onder het oppervlak. Soms zelfs in de letterlijke zin van het woord. De afgelopen maanden ontdekten onderzoekers nieuwe massagraven, met daarin de lichamen van ruim duizend slachtoffers.
800.000 doden in 100 dagen
De Rwandese genocide begon in de nacht van 6 op 7 april, 1994, nadat het toestel van president Habyarimana, een Hutu, enkele uren daarvoor was neergeschoten boven de hoofdstad Kigali. De etnische Tutsi-minderheid werd ervan beschuldigd de president te hebben vermoord.
Het massale moorden begon vrijwel direct daarna: extremistische Hutu-milities gingen met machetes op zoek naar Tutsi's, gematigde Hutu's en ook Rwandezen van de Twa-minderheid. Mannen, vrouwen en kinderen werden systematisch gemarteld, verkracht en vermoord. Onderduikers in onder meer kerken en ziekenhuizen werden opgesloten, de gebouwen daarna in brand gestoken. Ondertussen wakkerde een effectieve propagandacampagne, onder meer op de radio, het geweld verder aan.
Onder leiding van Paul Kagame greep de rebellengroep van de Tutsi's op 18 juli 1994 de macht, waarna een einde kwam aan de genocide. Naar schatting 800.000 Tutsi's waren inmiddels vermoord. Kagame is sinds 2000 president van Rwanda, dat weliswaar stabiel is, maar ook vrijwel geen ruimte biedt aan oppositie, activisten of vrije pers.
De massagraven die recent in het zuiden zijn ontdekt, symboliseren volgens Van Leeuwen de open wond van het land. "Je woont daar, en je hebt nog steeds je ouders en grootouders nooit gevonden en dat komt dan nu naar boven. Dat is een enorm verdriet, dat ook tot nieuwe haat kan leiden."
Verzoening als speerpunt
Terwijl verzoening voor Rwanda juist zo'n belangrijk speerpunt is, vertelt van Leeuwen. "Scholen besteden veel aandacht aan de genocide, je paspoort zegt niet langer of je Hutu of Tutsi bent en er zijn veel projecten gestart die mensen weer bij elkaar moeten brengen."
Een van de toonbeelden van de verzoening is het huwelijk tussen John en Marie Jeanne. Hun verhaal filmde RTL Nieuws vijf jaar geleden:
Zo bestaan er dorpen waarin daders na hun gevangenisstraf samen leven met slachtoffers van de genocide. "Dat is heel heftig natuurlijk, maar het gebeurt. Vergeet niet, ook de daders zijn vaak getraumatiseerd, als zij zich hebben laten ophitsen om verschrikkelijke moorden te plegen."
De komende honderd dagen zal Rwanda op verschillende manieren de genocide blijven herdenken. Vanavond is er een wake en een kranslegging.
Frankrijk toont berouw
De Franse president Macron zegt in een videoboodschap berouw te tonen voor de rol van Frankrijk tijdens de Rwandese genocide. "Frankrijk, dat de genocide met zijn westerse en Afrikaanse bondgenoten had kunnen stoppen, had de wil niet", zegt Macron. Eerder zei ook Bill Clinton dat het Amerikaanse Witte Huis onder zijn leiding meer had moeten doen.